De bevoorrechte ligging van Ronda

27 november 2017 - Ronda, Spanje

De eerste smaaktest in onze ‘Vuelta’ door Andalusië ligt in het hart van de Serranía de Ronda, in provincie Málaga. Ik banjerde ooit rond in Ronda en zie nog de spectaculaire ligging op de top van een imposante rots. Adembenemend uitzicht op de kloof El Tajo. Tientallen jaren geleden staarde ik op de slanke brug in de afgrond, te midden van een architectonische mengeling van Moorse bouwwerken, kerken en stierenvechtersarena voor corrida’s die mij tegenstaan. Ik zocht als ‘bandolero’ (struikrover) mijn toevlucht in een romantische pelgrimstocht naar dit Spaanse stadje.

In de nieuwe gids ‘Ronda van dichtbij’ (Uitgeverij Publicaciones Ronda 2000), regalo van mijn grootste blogfan, schrijft José Páez Carrascosa unas amables palabras bellas:

‘In de eenzaamheid van de afgrond lig jij, Guadalevin-rivier - Wadi allaban - als een stomme en stilzwijgende getuige van ons verleden. Nu eens ontembaar en dan weer rustig hebben jouw wateren deze doek van grillige rotspartijen gevormd die de keel van onze stad streelt. En die haar beveiligde en met schoonheid omringde al naargelang van de historische wisselvalligheden die jij onderging. Soms waren die jou gunstig gezind en soms behandelden ze je misprijzend.

Jouw noodzakelijke aanwezigheid en je directe betrokkenheid bij de geschiedenis van onze stad maken een geloofwaardige erfgename van onze omvangrijke historie van je. Op jou moeten we een beroep doen om de oorzaken te begrijpen die op geschiedkundig, sociaal en economisch gebied tot het ontstaan van onze stad hebben geleid.’

Door haar fraaie ligging behoort Ronda tot Zuid-Spanje’s mooiste steden. Tot 1485 was de stad in Moorse handen, Moorse poort en Moorse baden tonen het nog. De indrukwekkende, honderd meter diepe kloof ‘El Tajo’ is door Río Guadalevín uitgesneden. Hij scheidt de oude Moorse medina ‘La Cíudad’, het échte witte dorp, van het drukkere gedeelte van Ronda, ‘El Mercadillo’. De nieuwe Puente Nuevo is in de 18-e eeuw gebouwd om de stadsdelen te verbinden. Ongetwijfeld kom ik met Erna nogmaals op die brug te staan. In de oude binnenstad kunnen we bij Plaza del Campanillo naar beneden lopen, de kloof in, een hele kluif. Ik weet nu al wat Erna’s aandacht zal trekken: Palacio Mondragón, paleis met origineel Moors mozaïekwerk.

In het zuiden staat de 13-e eeuwse Puerta de Almocabar, die toegang tot Barrio (wijk) de San Francisco geeft, kortweg ‘El Barrio’.

De bevoorrechte ligging in de beschutting van de Taag met zijn vijfhonderd meter lange en 170 meter diepe, natuurlijke ringgracht heeft van Ronda een stad gemaakt die op drieduizend jaar geschiedenis terugblikt. Haar monumenten behoren tot de best bewaarde en belangrijkste van Spanje. Van de menukaart met Stadsmuren uit de 11-e eeuw, Arabische baden uit de 13-e eeuw, Mondragón-paleis uit de 14-eeuw, Kerk van Padre Jesús uit de 15-e eeuw, die van Santa Maria uit de 18-e eeuw, net als Puente Nuevo en Plaza de Toros, en van het Huis van Don Bosco, het hangende huis in modernistische stijl uit het begin van de 20-ste eeuw, gaan wij ook volop smullen.

1 Reactie

  1. Marijke:
    27 november 2017
    Zo te lezen heb jij veel meer herinneringen aan Ronda dan ikzelf, toen jij daar ooit rondbanjerde. Weet dat ik die kloof bewonderde, dat ik rondliep in de arena en dat al die Moorse uitingen in de bouwkunst me zeer aanspraken, wat trouwens ook gold voor Sevilla, voor Cordoba, voor Granada en welke steden nog meer?
    Gibraltar was duidelijk anders en Jerez de Frontera ook. In Malaga leefden we ons uit in het Picasso-museum. M.a.w in mijn hoofd zitten fragmentflarden, het is geen aaneengesloten precieze beeldvorming. Jouw info maakt e.e.a wel completer...