Bruisend Brazilië in vierkwartsmaat (13)

10 januari 2017 - Foz do Iguaçu, Brazilië

We hebben wandelend behoorlijke afstanden afgelegd om de magnifieke watervallen van alle kanten te bekijken. Ondanks opspelende vermoeienis beëindigen we ons bezoek aan Braziliaanse kant niet met de lift, waar zich lange rijen hebben verzameld. Die mensen beschikken niet over de puf die wij wel opbrengen om de trappen naar de parkeerplaats te beklimmen. Voor ons een ‘fluitje van een reaal’, zo’n opgave is dat niet. Chauffeur Silvio staat al klaar en houdt galant de deur van zijn bolide open. Instappen betekent lui onderuitzakken, zonder zorgen als de weg terug naar het hotel zoeken. Sterker, Silvio zet ons net om de hoek van ons onderkomen in Foz af, bij het door hem geadviseerde ‘Restaurante Seletto’ aan Rua Jorge Sanwais. Een goede keuze, geen kg-restaurant, maar voor weinig geld kunnen we een menu van drie gangen genieten.

Zaterdags hebben we een Braziliaans binnenlandse reisdag voor de boeg. Bestemming is Rio de Janeiro met Latam Airlines. Het ‘Bilhete Eletrônico’ schrijft twee vluchten voor. Begin van de middag van Cataratas in Foz naar luchthaven Congonhas, acht kilometer ten zuiden van Sâo Paulo, daar een kleine drie uurtjes geduld uitoefenen, vervolgens van São Paulo naar vliegveld Santos Dumont, een van de luchthavens in Rio, genoemd naar luchtvaartpionier Alberto Santos-Dumont. Ik zie ons nog landen boven de baai van Rio, op een landtong op slechts twee kilometer van het stadscentrum. De landingsbaan is een van de kortste, waarop vliegtuigen als Boeing 737 of Airbus A320 kunnen landen.

Gids Silvio, die ons naar vliegveld Cataras zal brengen, stelt voor om de ochtend nuttig te besteden. Hij heeft twee opties. Dam van Itaipu (indiaans voor ‘zingende steen’), een gigantische betonnen muur die ongelooflijke watermassa’s van Itaipu Lake tegenhoudt. Een vorm van megalomanie die bijna dertig procent van de Braziliaanse en 95 procent van de Paraguayaanse behoefte aan elektriciteit oplevert. Technologisch en ecologisch een mirakel, gebouwd in de jaren 1970, 1980 onder supervisie van het militaire regime. De tweede keuzemogelijkheid betreft Parqe das Aves, een zeventien hectare groot tropisch park vol vogels als toekans, ara’s, nandoes, casuarissen, kolibries, gieren, arenden, rode ibissen en roze flamingo’s. Bovendien een massa vlinders in een park waar het in bijna natuurlijk kader aangenaam wandelen moet zijn.

Wij verkiezen het gevederde kleurenspektakel, mede omdat de ingang vlakbij het vliegveld ligt. Geen stress om tijdig in te checken, geen wachttijden met autobus, die ons naar de verder weg gelegen Dam moet brengen. In beide gevallen verdient onze gids een gelijkwaardig extra centje, dus is hij ook tevreden. 

Zo gezegd, zo gedaan, het ‘Espetáculo de Cores’ (kleurenspektakel) lokt ons. Hoewel het in het Bird Park warm is, zelfs af en toe regent - Silvio staat klaar met paraplu -, is het plezierig toeven tussen de honderden vogelsoorten. In het semi-tropische ‘Atlantic Rainforest’ zijn ook boa constrictors, alligators, schildpadden en iguanas gehuisvest. Drie struisvogels huizen in een pas geopend ‘African-desert Avifauna’, waar zij wellicht eens hun reuze eieren zullen leggen. 

Dierenliebbers: weet dat Parque das Aves veel in de échte natuur gewonde vogels redt.

(wordt vervolgd)

1 Reactie

  1. Marijke:
    10 januari 2017
    Zo dagboekgedetailleerd je blogverslag is, zo 'gevuld' is jullie reis ook zelf. Noem het maar níét gevuld: een reisdag met twee vluchten én een tropisch park, plus alles wat daarbij hoort als eten, drinken, drie uur luchthaven-wachten enz.