Cimitero Monumentale en Parco Sempione

12 november 2017 - Milaan, Italië

In een ochtendwandeling bezoeken we ‘Cimitero Monumentale’, de meest artistieke begraafplaats van Milaan. Het reusachtige kerkhof ligt naast Stazione Porta Garibaldi, waar wij uit de metro stappen. ‘Monumentale’ blijkt een toeristische attractie, die zelfs in het rijtje met musea staat vermeld. Autobussen, die geen begrafenisgangers maar toeristen uitspuwen, stoppen voor de toegangshekken van de enige begraafplaats van Italië die officieel als museum wordt beschouwd. Het gigantische terrein lijkt met mooie grafzerken, kapelletjes en monumenten op een openluchtmuseum. Beelden van belangrijke Italiaanse beeldhouwers staren ons aan, net als alle denkbare bouwstijlen. 

Van de twee grote Milanese kerkhoven is Cimitero Monumentale voor de rijken en Cimitero Maggiore voor de ‘gewone’ burgers. Het ‘Monumentale’ ontwikkelde zich tot het grootste beeldenpark van het land. Achter het toegangsgebouw van 250 meter lang en vijftig meter hoog, in 1866 geopend, rusten beroemde, illustere Milanezen, zoals dichter Salvatore Quasimodo. Het kerkgebouw is zwart-wit in neoromaanse stijl, het park staat vol levensbomen. Het enige criterium om hier te worden begraven, betreft geld. Rechts in de hoek bij de ingang is ook een plekje voor niet-katholieken, in de linkerhoek een voor de joden.

Grote kunstenaars als Giacomo Manzù mochten grafmonumenten voor kunstminnende nabestaanden ontwerpen en uitvoeren. Ik heb de biografie van Jan Wolkers net gelezen. ‘Het litteken van de dood’. Toeval bestaat niet, toch kwam ik hierin de door Wolkers bewonderde Manzù tegen. Wij lopen langs bizarre beelden, gebouwen en levensbomen, en houden even stil om naar een gids te luisteren, die zijn groep toeristen in het Engels uitleg geeft. “Griekse tempel, daar een piramide, een sfinx en een Christusfiguur”.

We luisteren niet lang mee, vervolgen ons pad en botsen op het versierde mausoleum van de familie Toscanini. Naast de zestig jaar geleden overleden grote dirigent liggen zijn dochter en schoonzoon Horowitz, de pianist waar wij ooit op de Kurfürstendamm in Berlijn tegenaan liepen. Dat was nog voor de val van de Muur. Vladimir Horowitz is op 5 november 1989 overleden, de zondag waarop ik in de twintigste editie míjn eerste marathon van New York liep. Met Erna zag ik op de televisie in ons hotel de ‘Muur’ onderuit gehaald worden. Een burgerwens à la ‘Dio ti vuole’?

Na de begraafplaats bezichtigen we een van de grootste en populairste parken van Milaan. Door de Chinese wijk komen we bij de ‘Arena’ in Parco Sempione, waar naast natuur ook cafés en kunst zijn te vinden. Het meer dan veertig hectare grote stadspark ligt tussen Castello Sforzesco en Arco della Pace. We lopen eerst langs de Arena. Een enthousiaste portier probeert ons binnen te praten. Ons wacht ander moois. De Vredesboog uit 1807, eerbetoon aan Napoleon en een van de mooiste triomfbogen in Europa. Bovendien Palazzo della Triennale , daarna Castello Sforzesco.

Het enorme Castello Sforzesco, in de 14-e eeuw als burcht gebouwd, trekt veel publiek. Het archeologisch museum herbergt 15-e eeuwse fresco’s en Michelangelo’s laatste, onvoltooide beeld. Op het imposante binnenplein zijn ’s zomers openluchtconcerten, maar dan hebben wij mooie stad Milaan - helaas - achter ons moeten laten.

Foto’s

1 Reactie

  1. Marijke:
    12 november 2017
    Pralende praalgraven, groots, meeslepend kijkende engelen en daar heb je zowaar Pietro Engl, een verre voorvader?
    Ook het stadspark praalt, Milanese groots-en schoonheid. Wat een stad!
    Zelfs met Chinese opschriften op Chinees snoepgoed (?), wat eigenaardig overkomt na al het bezichtigde verhevene.