Marrakech, wetsteen voor mijn fantasie

22 februari 2018 - Marrakech, Marokko

Ik ben pas 72 geworden, mijn gedachten slaan op hol. Toen mijn vader die leeftijd had, voltooide ik de marathon van Berlijn, kort daarna die van New York. Drie decennia geleden, snelheid van tijd is niet bij te houden. Mijn debuut op 42 kilometer rennen ligt bij de Brandenburger Tor, doorkruist duizenden anderen door West-Berlijn. De poort naar Oost-Berlijn is nog gesloten. In voormalig Nieuw-Amsterdam verbeter ik - stoere PS, geen Peter Stuyvesant - mijn zwaar bevochten Duitse eindtijd van iets meer dan vier uur naar ruim daarbinnen. Bruggen van de Big Apple trillen onder stampende sportschoenen, heuvelen in Central Park houden huis. Een kleine maand daarna valt de ‘Muur’ onder fanatieke mokerslagen.

Via de poorten van een Noord-Afrikaanse metropool bewandel ik met Erna mythisch Marrakech. Van de ene open deur naar de andere poort. Onze wereld, in beweging …

Ik loop niet meer hard, maar onze wereld beweegt nog altijd. Reizen, indrukken opdoen, cultuur snuiven, sfeer proeven, verjaardagen vieren. Joggen is er niet meer bij, wandelen des te meer, door natuur, langs architectuur. Een inkijk in voor ons onbekend terrein in Marokko vouwt poorten en deuren naar stad, woestijn en Atlasgebergte open. Eerst betreden we de mirakelse medina door een van de talloze stadspoorten. In Riad Dar Ikalimo duiken we onder via troosteloze toegang. Drukte en chaos om de hoek, vasthoudende bedelaars en opdringerige verkopers irriteren. Uitgestoken lege handen, of gevuld met zonnebrillen, papieren Kleenex-zakdoekjes. Handkarren met rokende gepofte kastanjes of andere etenswaren overheersen de stoepen van het stadsleven. Parken en pleinen ogen overbevolkt. 

‘Jemaa al Fna’, wereldberoemd en meest bezongen, biedt grootse verbeelding. Op het megaplein zonder weerga kijken we onze ogen uit, geloven we onze oren niet. Onze neuzen snuiven geuren, onze monden proeven kruiden. Boven op een terras met panoramisch uitzicht werkt het indrukwekkende sprookje - bij daglicht en avonddonker - op ons in. Het meest mysterieuze mondiale plein heerst. Vanuit de verte staart de Koutoubia-moskee-toren ons aan. Wij mogen niet binnen. Alleen moslims. Wel mogen we de paardenkoets beklimmen, tientallen staan ingespannen voor een rondrit. De koetsiers blijven aandringen …

Nadat schaatstopper Sven Kramer in Zuid-Korea Olympisch goud op de vijfduizend meter heeft gewonnen, prijzen wij onze Zwart(e) taxi uit Heiloo met een zilveren plak. Ruim op tijd levert hij ons op druk bevolkt Schiphol af. Alles loopt op rolletjes, onze handkoffertjes zijn voorbeeldig. Onze schoenen hoeven niet uit, de riemen niet af. Tube tandpasta en stick vol deodorant mogen zich ongezien in de bagage verstoppen. Dat hebben we wel eens anders meegemaakt. Onze paspoorten worden via een camera op onpersoonlijke wijze gecontroleerd. Op enige afstand kijkt een douanier toe.

Erna’s pasfoto ondergaat langere bewondering dan de mijne. “Hij heeft moeite mij te herkennen”, concludeert zij.

De man in uniform achter het glas is wakker.  “Heersema”, ziet hij op zijn scherm. “Dat is een Friese naam”, beweert hij. “Noorderlingen worden strenger gecontroleerd”. Hij grijnst gemoedelijk, om zijn grap te relativeren. 

“Fries?”, vraag ik mijn reisgenote. “Ik dacht dat jij Groningse roots had”.

Foto’s

2 Reacties

  1. Marijke:
    22 februari 2018
    Wervelend wervend bruisend reisblogbegin!
    Ma als achterstuk is Grunnings, stra is Fries, het zij gezegd!😉😜
  2. Cor:
    22 februari 2018
    Ja, dat plein, het is inderdaad bijna een wereldwonder. Men hing mij daar ongevraagd een slang om mijn nek en hoopte zo dat we foto's zouden maken zodat wat geld te vangen was. Dat laatste was geen probleem maar de slang wel. Dat terras deden we ook en dat koetsritje (naar het hotel, zo hoefden we niet te lopen haha) ook.