Nederlandse geschiedenis en Indonesië (deel 2)

15 september 2017 - Bandung, Indonesië

Ereveld Pandu is op 7 maart 1948 ingewijd. Tijdens de plechtigheid is herdacht dat zes jaren tevoren op diezelfde datum de Tjiaterstelling was gevallen en de capitulatie van Nederlands-Indië had plaatsgevonden. Op het ereveld rusten niet alleen vele militairen van het KNIL, die omkwamen in de strijd tegen de Japanners, maar ook vele burgers uit de interneringskampen in en rond Bandung.

Op de zeven Nederlandse erevelden op Java liggen bijna 25.000 slachtoffers van de strijd in Nederlands-Indië begraven, militairen zowel als burgers. Oorspronkelijk lagen hun graven op 22 erevelden verspreid over de hele archipel. Tussen 1946 en 1950 zijn deze door de gravendienst van het KNIL aangelegd. Na de souvereiniteitsoverdracht worden in de jaren 1960 op verzoek van de Indonesische regering de graven op het eiland Java geconcentreerd.

Op het ereveld Pandu vinden in de jaren 1960 herbegravingen plaats van de stoffelijke resten van oorlogsslachtoffers, afkomstig van de erevelden Muntok (1960), Palembang (1967) en Makassar (1968). Op Pandu liggen thans meer dan vierduizend oorlogsslachtoffers begraven.

We passeren de hoge smeedijzeren toegangshekken en raken direct onder de indruk. De brede oprijlaan, aan weerszijden geflankeerd door coniferen, leidt naar het algemeen monument. Het staat op een platform, gesteund door acht pilaren die in een vijver staan. De tekst luidt: ‘Opgericht ter gedachtenis aan hen die vielen als offer in de strijd om vrede en recht’. Tussen twee tombes op het plateau vóór het monument ligt een granieten plaat, waarin in reliëf de Nederlandse leeuw is aangebracht. De linkertombe is gewijd aan de ‘onbekende soldaat’, aan de bovenkant voorzien van zwaard, helm en lauwerkrans. Op de rechtertombe, gewijd aan de ‘onbekende burger’, ligt een flambouw met lauwerkrans.

Ik herinner mij dat ik als klein jongetje met mijn ouders in het Limburgse Margraten de enige Amerikaanse begraafplaats in Nederland heb bezocht, waar ruim achtduizend militairen liggen begraven. Het merendeel daarvan is tijdens de bevrijding van het zuidoosten van Nederland in WO II en de opmars door Duitsland gesneuveld. Dat indrukwekkende plaatje van al die witte kruisen heb ik nooit vergeten. Hetzelfde geldt voor de ervaring op mijn oude dag op de erebegraafplaats nabij Bandung.

Aan geschiedenis ontbreekt het ons dit eerste weekeinde op Java in het geheel niet. Op zondag staan we om zes uur op. Gids Ajus en chauffeur Ragil wachten ons om half acht voor het hotel op om ons in twee uurtjes over vijftig kilometer afstand zuidwaarts naar theeplantage Malabar bij het plaatsje Pengalengan te brengen. Het verkeer is op dit tijdstip al verbazingwekkend druk. Naast veel bedrijvigheid - handel in stalletjes langs de weg - zien we net als bij ons op zondagmorgen sporters vooral op sportfietsen aan het werk, hier lekker ongezond tussen de uitlaatgassen van gemotoriseerd verkeer.

De plantage van achthonderd hectare met thee en vierhonderd hectare met groenten is schitterend gelegen ten zuiden van Bandung, in het hart van de Preanger hooglanden. Hij ligt op een hoogte van 1.800 meter aan de voet van de vulkaan Malabar. De plantage is in 1890 door Ru Kerkhoven tijdens de Nederlandse koloniale tijd opgericht. Zijn leven was voor schrijfster Hella Haasse een inspiratiebron voor haar roman ‘Heren van de thee’. In een rondwandeling naar een heuveltop genieten we van panoramische uitzichten, gevolgd door een kijkje in het dorp, waar we kinderen op de foto zetten en gids Ajus lollies uitdeelt.

Uiteraard brengen we een bezoek aan het praalgraf van Karel Bosscha (1865-1928), de theeplanter die verantwoordelijk is geweest voor het tot bloei brengen van de plantage tot de grootste en meest efficiënte van Nederlands-Indië. In zijn woning in koloniale stijl gebruiken we eerst een kopje thee en laten we ons vervolgens voor de lunch aan tafel geschoven meer dan vorstelijk bedienen.

De terugreis naar Bandung neemt daarna bijna drie uur in beslag. Het verkeer is heel chaotisch, waarbij we ons blijven verbazen geen ongelukken te zien. Gelukkig hebben we ook nog wat tijd om in de oude stad van Bandung rond te wandelen om ons onder meer aan art deco-gebouwen te vergapen.

Foto’s

2 Reacties

  1. Reggy:
    15 september 2017
    Het doet me goed dat jullie deze 'ontdekkingsreis' in mijn geboorteland met zoveel interesse en plezier beleven.
  2. Marijke:
    15 september 2017
    Hadden jullie vanuit huis al geregeld dat jullie naar Ereveld Pandu en naar theeplantage Malabar zouden gaan? Of was dat op initiatief van jullie gids ter plekke?
    De foto's op de blog zijn (vooral mensgerichte) juweeltjes. Toch niet alleen met de Samsung mobiel genomen?