Terugblik op fietstocht naar Frankrijk (deel 3)

22 juni 2017 - Châlons-en-Champagne, Frankrijk

In Varennes-en-Argonne bevindt zich - voor mij te vroeg - een camping op het terrein van een voormalig klooster. Boven dit plaatsje staat een pompeus monument ter nagedachtenis aan de Amerikaanse overwinnaars uit de Eerste Wereldoorlog. Varennes lag net achter de loopgravenlinie en is in die oorlog totaal aan puin geschoten. Verder naar het oosten woedde de slag om Verdun, waar in het najaar van 1918 de Amerikanen door het Duitse front braken en de oorlog tot een einde kwam. In het voorjaar van 2017 doorkruis ik echter de dichte bossen van de Argonne - op een heuvelrug - en daal af naar de Aisne.

Dan kom ik opeens voor Hans te staan, een typisch Frans plattelandsdorp, waarvan de sporen teruggaan naar de Gallo-Romeinse tijd. Als mijn broer dat had geweten - hij heet Hans - zou hij er beslist opgravingen hebben verricht, zoals hij in Spanje heeft gedaan. 

Châlons-en-Champagne is na Maastricht de eerste grote stad, het noordelijk centrum van de Champagnestreek. Eeuwenlang legden pelgrims hier aan. In het stadshart staan prachtige in vakwerk gebouwde koopmanswoningen, die voor deze streek karakteristiek zijn. De stad heette in de Romeinse tijd ‘Catalaunum’ en heeft een beslissende rol in de geschiedenis gespeeld. West-Europa liep hier te hoop tegen Atilla de Hunnenkoning met zijn verwoestende legers op snelle paarden.

Het is zaterdag 13 mei 2017, de dag dat Nettie en Peter ’s morgens vroeg naar hun bestemming in Montaigut-en-Combrailles willen vertrekken. Gelet op de afstand die ik nog moet overbruggen om in hun verblijfplaats te arriveren, besluit ik een snel renpaard van de Franse spoorwegen te nemen. Met fiets vol bagage kan ik om kwart voor twee met de trein naar Dijon Ville mee, die daar rond half vijf aankomt. Vervolgens kan ik op hetzelfde station rond vijf uur in de trein naar Nevers stappen, aankomst half acht n.m.

Ik laat even in het midden hoeveel moeite het soms kost om van het ene perron naar het andere te komen. Als ik geluk heb, is er een lift van minimale afmetingen, waarin ik mijn bagagefiets schuins kan plaatsen dan wel enigszins ophangen. Dat is in ieder geval beter dan het zware, logge vehikel op spierkracht de ene trap op, de andere af (of andersom) te sjouwen. 

Dat Fransen zich af en toe onaangenaam kunnen gedragen, bewijst een oudere dame, die zich met haar koffer na mij naast me in het liftje wil proppen.

“Dat gaat niet lukken, madame”, zeg ik nog enigszins vriendelijk.

“Maar ik moet mijn trein halen”.

“Moi aussi”, maak ik haar duidelijk. “In één minuutje is de lift bij u terug”.

“Mais non, ik móet m’n trein halen”, blijft ze mopperen.

“OK, ik blijf wel wachten tot u uit de lift stapt. Voor mij is dat behoorlijk lastig met m’n fiets”.

Enfin, om een lang verhaal wat in te korten: uiteindelijk legt zij zich bij haar nederlaag neer en blijkt nadien heel gemakkelijk haar trein te kunnen halen, dezelfde als waar ik mee naar Dijon spoor. Ik stap alleen een ander compartiment binnen, namelijk dat voor fietsen, die in Frankrijk aan het voorwiel verticaal worden opgehangen. Ook zoiets, want echt handig voor een zwaar bepakte en bezakte fietsbezitter is dat niet.

Ondertussen ben ik op de hoogte ge-app-t van de problemen die Nettie en Peter tijdens hun vertrek van huis hebben ondervonden. Hun Tom-Tom weigerde dienst, reden en aanleiding om deze eerst te (laten) herstellen en een dagje later te vertrekken. Dat biedt mij de kans om gelijktijdig in Montaigut aan te komen, hoewel dat niet mijn bedoeling is.

2 Reacties

  1. Marijke:
    22 juni 2017
    Alle onverwachte hobbels vormden behoorlijk wat uitdagingen tijdens die 'monsieur, vous êtes fou' tour van je.
    Na weken heelhuids terugkeren...wat een overwinning op jezelf! Je hebt het 'm toch maar mooi gefikst!
  2. Tineke:
    22 juni 2017
    Dat heb je hem toch maar even geleverd! Ondanks het feit dat je stempelkaart niet is vol gekomen vanwege enkele treinreisjes. Niet alleen een hele prestatie vanwege de kilometers, de hellingen en afdalingen, of vanwege het afzien en zoeken naar eten en slaapplaatsen, maar ook vanwege het lef om zovele kilometers te trappen over Franse wegen met volop langsrazend tegemoet- en achteropkomend verkeer. Alleen dat al doe ik je niet na!
    Jou lokte Châlons-en-Champagne, maar wist je dat het tot 1997 officieel Châlons-sur -Marne heette? Het brengt mij nog altijd in de war.
    Volgend jaar Mont Ventoux? Dat mag je niet missen en als je alleen maar de berg wilt beklimmen: met de tgv ben je zo in Avignon.............:-)))