Tromgeroffel in tuin, tegeltjes in tombe

18 november 2017 - Marrakech, Marokko

Mocht de hitte in Marrakech verzengend zijn, kunnen we daaraan in de tuinen van Menara ontsnappen. De tuinen van meer dan zeven eeuwen oud bieden op bijna honderd hectare volop rust en schaduw onder tientallen olijf- en fruitbomen. Samen met de ‘medina’ van Marrakech staan zij op de lijst van Werelderfgoed. Het enorme ‘Bassin de la Menara’, via een uitgekiend 12-e eeuws ondergronds aquaduct gevuld door water uit de bergen van de Hoge Atlas, dient als zoetwaterreservoir voor irrigatie. Het verhaal gaat dat het stuwmeer ooit is aangelegd om Marokkaanse soldaten te leren zwemmen, noodzakelijk om Andalusië te veroveren. Binnenkort in zuidelijk Spanje toch eens navragen.

In het midden van de tuinen staat een prachtig paviljoen met dak van groene tegels, geliefde plek van Saädische Sultans. Het ‘Menzeh’ ademt mystieke romantiek in de sfeer van sprookjes uit duizend-en-één nacht. Sultans ontmoetten hier hun geliefden, vaak beschreven in romantische, oude verhalen en legendes. Naar verluidt zou onder het paviljoen een schat begraven liggen. Vanaf het balkon van het paviljoen kunnen we een adembenemend uitzicht over de tuinen en plantages genieten. Met een beetje geluk - helder weer - ontwaren we zelfs de besneeuwde toppen van de Hoge Atlas. Tegenover het paviljoen nemen we vast plaats op de tribune. Als muzikanten optreden willen wij de zonsondergang onder tromgeroffel in de typisch islamitische tuin beslist meemaken.

Naast de Kasbahmoskee bij de historische ‘Poort van de Gnawa’ bevinden zich aan Rue de la Kasbah in een smalle doorgang de Saädische graven. Bijeen vormen zij de afgelegen rustplaats van 66 koninklijke leden van de Saädische dynastie. De tombes dateren uit het eind van de 16-e, begin 17-e eeuw. In het mausoleum liggen bijna 4.500 leden van zestig generaties van de Saädi-familie. Een nieuwsgierige Franse ambtenaar onthult de graven omstreeks 1920, nadat ze eerst verloren waren gegaan. Rond een kleine tuin liggen drie grote grafkamers, een gebedsruimte en een hal met twaalf zuilen. De attractie is met Italiaans marmer in glorie hersteld, de graven zijn met mozaïeken bedekt.

De graven liggen iets uit de buurt van ‘La Place’. Met de Hop-on-Hop-off bus komen we er in een paar minuutjes lopen. Wetende dat het kleine complex snel vol is, gaan we er vroeg in de ochtend of laat in de middag heen. Hoe bescheiden van omvang ook, en hoe lastig via smalle gangetjes te bereiken, eenmaal in Marrakech mogen wij de goed bewaarde en prachtig in Alhambrastijl versierde bezienswaardigheid niet missen. Erna zal gesneden cederhouten deuren, hoefijzerbogen van filigraan, gipsfriezen, gestuukte plafonds en de kleurrijke tegeltjes ongetwijfeld tot in het kleinste detail fotograferen.

In een van de hallen valt op dat de met Arabische inscripties versierde sarcofagen niet allemaal dezelfde kant - in de richting van Mekka - op wijzen. Verspreid over het terrein liggen zo’n honderd graven die geen naam dragen. Ze zijn echter wel versierd met tegeltjes met allerlei kleurige patronen. Ook hier kan Erna haar hart ophalen. Ik weet dat tegeltjes in het Arabisch zellije heten, ook wel zellingen.

1 Reactie

  1. Marijke:
    18 november 2017
    Jullie komen schromelijk tijd tekort, wil je al het genoemde bezichtigen. Zelfs een hele maand ronddwalen in Marrakech betekent vast nog steeds veel verborgen mysterieuze ongeziene schoonheden en dan bedoel ik niet de welgevormde en welgeklede schone dames.
    Boeiend om te lezen over de Saädische dynastie, was dat brok historie gans vergeten! Zou eigenlijk een Marokko-vakantie-herkansing moeten overwegen...