Winterse betovering door Andalusië (3)

We overnachten in Jerez de la Frontera, met tijd om een Flamenco-bar te bezoeken. Gaat mijn optreden in de Flamenco-academie niet door, kan ik proberen met de echte ‘Canto Jondo’ mee te zingen, volkslied waaruit de flamencodans is ontstaan. Draagt de Koninklijke Andalusische School voor Hippische Kunst bij aan de grote naam in de paardenwereld van deze schitterende stad - Andalusische paarden zijn bijzonder gewild exportproduct -, Moorse burcht ‘Alcazar’, Villavincia-paleis, kathedraal en oude binnenstad met barok-kerken en statige herenhuizen slaan we evenmin over.

Dag vier gaat over 120 kilometer naar de hoofdstad van Andalusië. Met ruim 700.000 duizend inwoners is Sevilla de vierde grote stad van Spanje. Unieke bouwwerken, schilderachtige wijken, prachtige parken en de Guadalquivir kennen we van eerder dit jaar. Herinneringen weken zich los in een door twee nachten omgeven hele dag ter plaatse.

Op de zesde dag liggen 140 kilometer voor ons, met als bestemming Córdoba. Onderweg stoppen we mogelijk in Carmona, dorpje met oude Romeinse begraafplaats en Alcazar. Ook in de warmste stad van Europa - Córdoba registreert regelmatig meer dan 35 graden - blijven we een hele dag om het echte Moorse karakter van het oude stadsdeel met smalle straatjes, mooie patio’s en witte huisjes te verkennen. De beroemde ‘Mezquita’, voormalige moskee uit de 8-e eeuw, in 1236 tot katholieke kathedraal gewijd, is een van de grootste buiten het Midden Oosten, tevens een van de mooiste exemplaren van Islamitische bouwkunst en voorbeeld voor de Spaanse moslimarchitectuur. Door de lange bouwtijd van de moskee zijn meerdere bouwstijlen te ontdekken. De unieke zuilengalerij telt het imposante aantal van 856 zuilen.

We gaan te voet de stad verkennen en uiteraard aanleggen in een van de vele restaurantjes en wijnbarretjes. We dwalen stellig eindeloos door de straatjes van de oude Joodse en Islamitische wijk en staan ongetwijfeld in de schilderachtige Joodse wijk ‘La Juderia’ even stil bij de enige overgebleven synagoge in Andalusië, daterend uit 1315.

Op dag acht gaan we verder naar Granada, dat uniek aan de voet van de Sierra Nevada ligt. In de loop van de tijd is de stad door het ‘Alhambra’ een van de meest bezochte van Spanje geworden. Dit middeleeuws paleis wordt als een van de beroemdste monumenten van Spanje gezien. Naast toeristen komen er veel kunststudenten vanwege grote kunstschatten, waaronder bijzondere islamitische kunst. Ook de grote kathedraal uit de renaissancetijd, met onder andere Koninklijke graftombes, is trekpleister.

In Granada, een van de meest exotische steden van Spanje, wanen we ons door vele Moorse invloeden in de sprookjes-van-duizend-en-één-nacht. Waren de paleizen van het Alhambra niet ooit bezit van Islamitische sultan Muhammed III en andere Moorse heersers? Granada heeft nu een kwart miljoen inwoners, toch voelt het niet aan als een grote stad. In knusse historische wijken als ‘Albaycin’ en ‘Sacromonte’ kunnen we heerlijk verdwalen in oude smalle straatjes, die tegen een heuvel op liggen en soms spectaculaire uitzichten bieden. Daarna zullen we vermoeid maar voldaan op een terrasje in het bruisende stadshart ‘Plaza Bib-Rambla’ neerstrijken.

(wordt vervolgd)