(110) SAM69+, over city-break in vibrerend Bilbao

5 april 2015 - Bilbao, Spanje

Zondag 5 april 2015

Tulpen, txikito en tapas

Voor liefhebbers beschrijf ik onze stadstrip naar Baskenland nog eens. Het verhaal is met foto’s ook geplaatst op de website, onder deze tekst vermeld. Op deze site zijn meerdere city-trips beschreven, ook enkele waarvan wij verslag hebben gedaan.

Aan de noord-Spaanse kust volgen wij de museale architectuur van Bilbao, de stad iets westelijker van de Spaans-Franse grens dan San Sebastián. De opwindende metropool Bilbao vibreert met onnavolgbare gastronomie en geeft je bovendien een avant-garde gevoel in een taal van mysterieuze oorsprong. Die oorsprong was industriestad, nu is het een internationaal referentiepunt voor stedelijke design met allure.

Wie de stad bezoekt, kan niet om het vlaggenschip heen, dat Guggenheim Museum heet. Het adembenemende ontwerp uit kalksteen, glas en titanium van Frank Gehry is het icoon van Bilbao’s nieuwe werkelijkheid. Binnen zijn niet minder dan negentien expositieruimtes, de grootste is 130 meter lang en dertig meter breed, zonder pilaren uitermate geschikt voor kunstwerken van de grootste afmetingen. Voor je naar binnen gaat, stuit je bij de entree op de museummascotte. Een bloemrijke creatie van 12,5 meter hoog – ‘Puppy’-, die per definitie om een foto vraagt. Het kunstwerk van Jeff Koons was bedoeld voor de inwijding in 1997, zou daarna naar Sydney verhuizen voor de Olympische Spelen van 2000, maar is bij Bilbao-ers zo populair dat het als bewaker voor het museum is blijven staan. Er zijn mensen die de waakhond interessanter vinden dan het ‘hondenhok’, een begrip dat voor het museum als belediging klinkt. Zowel van binnen als rondom aan de buitenkant is museum Guggenheim verre van een dierenverblijf, ook al staat er een bronzen reuzenspin Mamá vlakbij, onder wiens poten je door kunt lopen. Jeff Koons is ook de artiest achter de kleurrijke bos Tulpen in groot formaat aan het water. Wij kijken onze ogen uit en treffen het geluk, na een voorgaande week met slecht weer, van een stralende februarizon aan een magnifiek blauwe hemel.

Ook de omgeving rondom het Guggenheim trekt toeristen uit de hele wereld. Bilbao toont zich een grootse stad met een kosmopolitische uitstraling. Kijk alleen al naar de metro-ingangen – ‘Fosteritos’ –, genoemd naar ontwerper Sir Norman Foster. Wij stappen die aan Plaza Circular binnen, het plein waar de stichter van Bilbao Diego López de Haro met het handvest van de stad in zijn rechterhand over waakt. Of neem de unieke creativiteit die Phillipe Stark aan de dag heeft gelegd om ‘Alhóndiga’ van een voormalig wijnpakhuis na tientallen jaren leegstand in een grandioos verrassend multicultureel centrum te veranderen. Hier balt alle energie van Bilbao zich samen. Torenhoog zijn de Isozaki Towers van de Japanse architect  Arata Isozaki en de Iberdrola Tower uit 2012 – geesteskind van de Argentijn César Pelli – die met 165 meter en 41 verdiepingen de hoogste wolkenkrabber van Baskenland is.

Een wandeling door de stad vraagt om de rivier Ria de Bilbao over een van de bruggen over te steken.  Veel van de bruggen vertellen hun eigen verhaal. La Salve Bridge past uitstekend bij het Guggenheim, La Ribera behoort tot ‘historisch Bilbao’. De Vizcaya Bridge is in 2006 door UNESCO tot ‘Monument of Humanity’ uitgeroepen. De witte Zubi Zuri is een fraai ontwerp van Santiago Calatravo. Hij heeft ook een ander meesterwerk gerealiseerd, de luchthaven van Bilbao, die bekend staat als La Paloma vanwege de gelijkenis met een wegvliegende duif.  Aanbevelenswaardig is ook een bezoek aan het Bellas Artes Museum (Schone Kunsten), in 1914 voor publiek geopend. In 2001 kreeg het stadsjuweel een opknapbeurt naar zijn huidige profiel. De gerenommeerde collectie omvat zo’n tienduizend kunstwerken vanaf de 13e eeuw tot het heden, waaronder schilderijen van El Greco, Goya, Murillo, Sorolla, Gauguin, Bacon, Appel en vele anderen. In de vierkante vijver naast het museum staat de Muze van Arriaga, gewijd aan musicus Juan Crisóstomo de Arriaga.

Zeer populair is bar-restaurant Victor Montes aan Plaza Nueva, in de buurt van Puente del Arenal. Het Nieuwe Plein is in 1850 ontworpen met 64 diepe neoklassieke arcaden. Onder die arcaden zijn winkels en kroegen, en iedere zondag een markt. Ook het Iruña Café en café La Granja zijn twee van de vele adressen om een glas txikito (rode wijn) of crianza (Rioja) te drinken en wat pintxos (tapas) te nuttigen, terwijl je de kunstzinnige inrichting vol bewondering in je op kunt nemen. Zij bevinden zich vlakbij het spoorwegstation Estación Abando, dat met schitterend gebrandschilderde ramen in de gevel met ronde boog en grote klok opvalt. Van hier rijdt de populaire Tren de La Robla, van belang voor de groei van de stad. Ook de stationsgevel van ‘FC de Santander a Bilbao’ ziet er fantastisch en kleurig uit. In hun eigen taal – het Baskisch – noemen de locals het bar-hoppen ‘txikitear’, voor ons moeilijk uit te spreken, maar de authentieke ervaring hebben we wél opgedaan.

Nog wat winkelen in de stad? Het vernieuwde Casco Viejo (oude stadsdeel) herbergt meer dan vierhonderd winkels in alle stijlvormen, zoals barok, neoklassiek en art nouveau. Rondwandelen door de ‘Siete Calles’ (Zeven Straatjes), rondkijken en kopen, en vervolgens ook hier wat pintxos en een glaasje aan de toog van vele kroegjes. Wij kregen er in ieder geval geen genoeg van, want het oude hart van Bilbao zit nog altijd vol leven.

Wat wij evenmin nalaten is een bezoek aan het splinternieuwe stadion San Mamés van Athletic Club de Bilbao, een bijzondere voetbalclub met uitsluitend spelers uit de eigen regio. Niet minder dan 55.000 fervente socio’s moedigen in deze ‘Kathedraal’ hun favoriete roodwitte ‘Leeuwen’ vurig aan. Ook een visite aan Mercado de La Ribera, een overdekte markt met fraai glas-in-lood en vooral een keur aan vlees, vis, groenten en fruit, staat op ons programma. Drie verdiepingen huisvesten186 smetteloos witte stalletjes. Op de oever van de Riá in het begin van de 20ste eeuw (1929) gebouwd, claimt hij de grootste indoormarkt van Europa te zijn. Het lijkt ons een tikje overdreven, al heeft de restauratie in 2010 met prachtig glas-in-lood tot een fraai gebouw geleid.

Met de metro maken we een uitstapje naar de oude haven van Algorta, ons aanbevolen door een ‘Sopa de Sapo’-uitbaatster van vooral kinderboeken. Het strandje en de haven zijn populair, de kleine visserswoningen vertonen schoonheid en charme.  Voor ik het vergeet, in zonnig weer maken we een tochtje met de Artxandan funicular railway, een treintje dat ons in steile klim ruim tweehonderd meter boven Bilbao brengt. De Funi maakt zijn eerste rit een eeuw geleden, in 1915. Op de top hebben wij naast de carbonstalen sculptuur ‘Vingerafdruk’ – La Huella - een panoramisch uitzicht over rivier en gebouwen, waaronder wolkenkrabbers. Zij staan in het ‘Gat’ dat Bilbaínos zelf ‘el Botxo’ noemen. Het levert een spectaculair perspectief van deze fraaie, compacte stad, omringd door bergen met hier en daar met poedersneeuw belegde toppen. Maar we zijn niet naar de meer dan zeven eeuwen oude stad gekomen om te wintersporten. Dat doen we een andere keer, even verderop in de Pyreneeën.

Zie ook www.romantische-steden.nl