(146) SAM69+, over grote wandelreus en zijn kleinere broertje

Maandag 11 mei 2015

Blarenkoning en Ruïnekerk

Ze verschillen niet alleen in leeftijd, ook in omvang. De een wordt volgend jaar honderd, de ander pas tien. Ik doel op de Vierdaagse van Nijmegen en op de Wandel4Daagse Alkmaar. Het oudje is groots en imposant, monument op zich. Het jonkie vertegenwoordigt inmiddels ook een belangrijke waarde in wandelland. Niet dat ik meehobbel, ondanks mijn opgave om – waar joggen niet gaat – te pogen dagelijks een uurtje de benen in looptempo te strekken.

Met zesduizend deelnemers is Alkmaar de tweede vierdaagse van Nederland. De Nijmeegse trekt het zevenvoud, ruim 42.000 wandelaars. Van de kaasstad reiken de afstanden van 8,5 tot veertig kilometer, bij de stad aan de Waal is sprake van dertig, veertig en vijftig kilometer. Ik moet er niet aan denken om mij daartussen te bewegen. Zo’n vijftien kilometer lukt me zonder probleem, maar bij voorkeur maak ik mijn hoofd solo leeg. Hooguit gaat Erna als wandelmaatje mee, dan houden wij het op om en nabij de kortste Alkmaarse afstand, zeven tot acht kilometer maximaal. Meer dan genoeg om prettig gezond bezig te zijn, als je het maar langer dan vier dagen blijft volhouden.

Het grappige van de Nijmeegse Vierdaagse is dat elke dag een dorp centraal staat. Eerste dag Elst, dan Wijchen, vervolgens Groesbeek en ten slotte Cuijk. Met de Nijmeegse app 4Walker beschikken deelnemers over routekaarten per dag, met de Blarenkoning kunnen zij hun aantal blaren bijhouden. Toeschouwers kunnen volgen met app 4Follower. De grootste uitdaging ken ik nog uit de Zevenheuvelenloop, die ik eens aflegde. Op dag 3 moeten de wandelaars de beruchte Zevenheuvelenweg bestrijden. Eenmaal de hele tocht voltooid volgt hun beloning: gladiolen en Vierdaagse-kruis.

In Alkmaar zijn er elke dag monumenten waar de deelnemers dwars doorheen mogen lopen en is er één locatie waar alle afstanden langs komen. Op de eerste dag is dat de Ruïnekerk in Bergen, op de tweede de Broekerveiling in Broek op Langedijk, op de derde winkelcentrum ’t Loo in Heiloo en op de laatste dag de Alkmaarse binnenstad. De Wandel4Daagse Alkmaar loopt voor een deel over onverharde paden, wat hier de grootste uitdaging is. Twee van de vier dagen voert de route over het strand. Dan is het altijd afwachten of het zand hard of mul is. Aan het eind van de tocht ontvangen de (uit)lopers een zonnebloem om mee over de rode loper naar het Waagplein te lopen, waar de medaille op hen wacht.

De Alkmaarse Vierdaagse streeft er niet naar om te worden zoals de Nijmeegse. Het wil die andere zijn, met korte en lange afstanden, met unieke passage door historische gebouwen. De grote reus uit Nijmegen ziet zijn kleinere broertje als een gevestigde waarde in het populaire wandeldomein. Een prachtig wandel- en publieksevenement met strakke organisatie en gemotiveerde mensen achter de schermen. Bovendien met de ambitie en potentie om steeds te vernieuwen, door te groeien en wie weet, internationaal te gaan. Als ik niet in Waterloo vertoef, wandel ik in juni wellicht even naar Alkmaar. Om te kijken.