(148) SAM69+, over stoeipartij op oude, nieuwe land

13 mei 2015 - Egmond aan den Hoef, Nederland

Woensdag 13 mei 2015

Stoeipartij op oude, nieuwe land (deel 2, slot):

Kees fietst vaak langs Egmonds strandafgang. Op ‘De Werf’ staat een gebronsd boegbeeld: bronzen Jaepie-Jaepie. Van alle Egmonders die bij de reddingsbrigade zaten, is Jacob Glas de bekendste. Hij is tientallen jaren roeier en schipper, met collega’s redt hij vele schipbreukelingen. Zijn beeld is in 1999 onthuld, Kees was er niet bij. Zíjn verhaal gaat niet over de gevaarlijke zee, het gaat over zijn polderland.

… In de overgang van 10e naar 11e eeuw wordt Berger- en Egmondermeer moerassig. Men verdedigt het droge land door het op te hogen of met dijk of wal te omgeven. Ieder dorp is op eigen veiligheid uit. De Abdij legt de Zanddijk aan, dan de Limmerdam. Dijken en jonge duinen verstoren de waterhuishouding. Bestaat vanuit het zuiden geen gevaar, komt het water wel uit het noorden. Bij stormvloeden reikt het tot Alkmaar, ook tot Egmonder- en Bergermeer. De abt van Egmond laat de Hogedijk aanleggen in zijn domein en in Egmond aan den Hoef. De Abt en de Heer van Egmond  zijn (nog) niet in onderlinge twist verwikkeld.

Kees schrijft ‘nog’ tussen haakjes. De Abt en de Heer verschillen van mening. De Heer wil droogleggen, de Abt kiest voor visserij, wil niet droogmalen.

… De vroegste berichten over water uitmalen dateren van 1408. De abt van de Abdij werkt mee aan de bouw van een watermolen om het land droog te houden. De droogmakerij van Berger- en Egmondermeer tussen 1562 en 1565 is een project van de Heer van Bergen en de Lamoraal van Egmond.

Kees leest over knikkers van klei uit de polder. Sommige klasgenoten knikkeren met glazen knikkers.

… Berger- en Egmondermeerpolder stamt uit ondiep brakwater, daarop is zware zeeklei afgezet. Pik- of katteklei, alleen geschikt voor grasland. Nat ‘pikt’ de taaie klei aan de schep, droog is het keihard. Kinderen maakten er knikkers van. Vanaf de 10e eeuw voeren overstromingen de pikklei af. Laagste delen met kwelwater vormen Berger- en Egmondermeer. Het water is visrijk, hogere delen zijn hooiland. ’s Winters staan de laagste delen blank. Windbemaling wordt in 1533 verboden. De abt van Egmond is bang om visserij en vrije vaart naar de abdij te verliezen.

Heer en Abt, ruziezoekende kemphanen. De Lamoraal – nu strijdbaar standbeeld voor de fundamenten van zijn stamslot – kiest partij voor de Heer van Egmond. Kees fotografeert het beeld in kleur.

… In 1564 beginnen Lamoraal van Egmond en Hendrik van Brederode hun klus. Ringvaart en scheisloot graven, kadijk aanleggen en molens plaatsen. Alles loopt tijdens Allerheiligenvloed in 1570 weer onder water. Pas in 1578 worden de meren definitief drooggelegd.

In 1578? Hoezo 450 jaar? Tijd om het uit te zoeken ontbreekt Kees. Hij print zijn tekst, de Lamoraal ingekleurd. Kees is klaar.

De meester oordeelt. “Kees, wil jij je opstel voorlezen?”

Kees kleurt, maar kluistert zijn klas.

“Er schuilt een schrijver in je”, pluimt de meester. ”Waarom heb je de ‘Gesp van de Spaanse soldaat’ er niet in?”

Kees: “Bewaar ik voor mijn boek, meester. Ik word schrijver!”

Onrustige jaren van schavend schrijven wachten Kees. Tijdens ‘BEM460’ moet zijn roman ‘Hoge heren op laag water’ verschijnen. Dat gaat hem beslist lukken.