(152) SAM69+, over boeken, boeken en nog eens …

17 mei 2015 - Castricum, Nederland

Zondag 17 mei 2015

Avontuurlijk navelstaren

Soms sta ik in trance voor mijn boekenwand om in de fictieve wereld van honderden auteurs weg te dromen. Zij hebben mijn portemonnee geplunderd en varen er wel bij. Mijn verslavende hobby is kostbaar – boeken zijn duur -, maar waardevol. Bibliotheekganger ben ik nooit geweest. Kopen, verzamelen, op een rijtje zetten tot het niet meer kan. Dan dwars, ernaast, ervoor, volle bak, nog voller. ‘Idioot. Je leest ze één keer, sommige zelfs niet eens’.

Boeken vol avontuurlijke reizen spreken mij het meest aan. Dat begint in mijn jeugd met de Londense slagerszoon Daniel Defoe (1660-1731), die als sokkenverkoper Europa bereist en als politiek pamflettist in de gevangenis zit. Zijn baanbrekende fictieboek The Life and Strange Surprising Adventures of Robinson Crusoe schrijft hij op 59-jarige leeftijd. Het verslag in ik-vorm van een schipbreukeling op een verlaten Caraïbisch eiland wordt als de eerste Engelse roman beschouwd.

Jonathan Swift (1667-1745) laat zich door Defoe’s Robinson Crusoe inspireren tot de satirische roman Gulliver’s Travels. Het verhaal gaat over een zeeman die bij dwergen, reuzen, monomane wetenschappers en wijze paarden terechtkomt. Een avonturenroman, waarvan de eerste twee delen als kinderboek al eeuwenlang onverminderd populair zijn.

Van Robert Louis Stevenson (1850-1894) staat Treasure Island in mijn kast. Slechte gezondheid drijft de schrijver naar warme landen en vormt zo de basis voor zijn reisverhalen. Schateiland schrijft hij in Amerika. Het gaat over een jongetje dat op een schip vol piraten naar een schateiland in de Caraïben reist. Van dezelfde auteur staat in het Engels The Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde op de plank. Daarin ben ik ongeveer tot de helft gekomen.

Het pseudoniem Mark Twain staat voor Samuel Langhorne Clemens (1835-1910), immens populair door humoristische verhalen en satirische reisbeschrijvingen. Ik vrat vroeger The Adventures of Tom Sawyer en meesterwerk The Adventures of Huckleberry Finn. Hemingway stelt dat de hele Amerikaanse literatuur uit Huckleberry Finn voortkomt: “There was nothing before. There has been nothing as good since”.

Over Ernest Hemingway (1899-1961) gesproken, de schrijver uit het Midden-Westen van Amerika was zelf zijn succesvolste personage. De baardige tweehonderdponder leidt een leven op het scherpst van de snede. Hij raakt gewond in de Eerste Wereldoorlog, spioneert in de Tweede, vecht mee in de Spaanse Burgeroorlog en pleegt zelfmoord als hij zich te oud voelt om het leven vol ‘grace under pressure’ te leiden. De wereld kent hem als drinker, jager, visser, vrouwenverzamelaar, bovenal als journalist-schrijver. Ik heb een bundel romans in het Engels van hem op de plank, waaronder For Whom the Bell Tolls over de Spaanse Burgeroorlog. Natuurlijk heb ik zijn epische man-tegen-de-natuurnovelle The Old Man and the Sea in één adem tot mij genomen. Hoewel Hemingway als twintiger al op het toppunt van zijn kunnen als schrijver is, ontvangt hij pas als 55-jarige de Nobelprijs voor de Literatuur.

Het is zondagochtend. Zo dadelijk ga ik volgens vaste gewoonte naar VPRO’s Boeken kijken. Morgen mijmer ik verder, dinsdag ga ik op avonturenreis. Naar Beverwijk, de navel van Europa.