(156) SAM69+, over forten in de Franse Ardennen

21 mei 2015 - Hierges, Frankrijk

Donderdag 21 mei 2015

Plunderaars, Prinsdom

‘Route des Fortifications’ vormt van Maasdal tot plateau van Rocroi een waar openluchtmuseum. Uitgestrekte bossen en weilanden van Lotharingen bestrijken de streek al zo’n tweeduizend jaar. In de Romeinse oudheid, als de Maas de grens vormt met het toenmalige België, wordt in de 3e eeuw aan de zuidelijke grens met het Frankische rijk het ‘Castrum’ van Vireux gebouwd. De vesting dient om het keizerrijk tegen Germaanse plunderaars te beschermen.

Inmiddels zijn de houten vestingwerken uit de tijd van Clovis, Pepijn en Karel de Grote, die hun stempel op de Ardenner geschiedenis hebben gedrukt, volledig verdwenen. Van burchten uit de late Middeleeuwen is veel overgebleven, zoals resten van het kasteel dat in de 11e en 12e eeuw is gebouwd door het huis Montcornet en dat in de 15e eeuw wordt herbouwd door Antoine de Croy. Een prachtig voorbeeld uit die late Middeleeuwen is de uitbreiding van de befaamde burcht van Sedan, in 1424 uitgevoerd door Everhard van der Mark. Nadat Bouillon aan de graven Van der Mark is verpand, wordt Sedan in de 16e eeuw een prinsdom en toevluchtsoord voor protestantse vluchtelingen. Daarom wordt de stad wel het ‘kleine Genève’ genoemd.

Lang geleden logeren wij in Hierges, waar een rond 1560 gebouwd kasteel staat. Hoewel dit bouwwerk tijdens de Renaissance een vreedzamer karakter moet dragen, blijft het door religieuze en politieke onrust in die tijd een feodale vesting. De uit dezelfde periode stammende kastelen Charlemont in Givet en Rocroi, respectievelijk opgetrokken door Karel V en Hendrik II, zijn moderner van uiterlijk. Mézières, in 1521 tegen de Habsburgers door de befaamde ridder zonder vrees of blaam Bayard verdedigd, wordt in 1590 met een grote citadel uitgebreid.

Na een rustige periode onder Hendrik IV volgen de Dertigjarige Oorlog en de onlusten van de Fronde. In 1643 behaalt Hertog van Enghien – de toekomstige grote Condé – de overwinning in de slag bij Rocroi. Vervolgens loopt Turenne, in Sedan geboren, over naar het Spaanse kamp en verovert Rethel. Vauban, door Lodewijk XIV tot inspecteur-generaal der vestingwerken benoemd, neemt de modernisering van de Ardenner vestingen ter hand. Die van Rocroi behoudt haar stervorm. Ook Charlemont, Mézières, Mouzon en Carignan worden door Vauban versterkt.

Daarna maken de vestingen nog verschillende oorlogen door. Sommige overleven, andere zoals Mouzon en Carignan, worden geheel of gedeeltelijk vernietigd. Alle dragen de sporen van beschietingen en belegeringen. Charlemont herinnert aan het verzet van luitenant-generaal Bourke, die Givet voor Frankrijk behoudt in de dagen volgend op het Napoleontische epos. Maison de la Dernière Cartouche in Bazeilles nabij Sedan is gewijd aan het heldhaftige verzet van een handjevol mannen die de stad tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870 tot de allerlaatste patroon verdedigen.

Het duurt tot 1939 vóór men met de bouw van een nieuwe vesting begint, het fort van Villy-la-Ferte. Tijdens de Duitse invasie in 1940 is dit een van de weinige forten in de Maginot Linie, waar ten koste van vele levens strijd met de vijand wordt geleverd.

Ik stam uit 1946: “Vive les Ardennes Françaises!”