(176) SAM69+, over het Keulse brouwhuis

10 juni 2015 - Keulen, Duitsland

Woensdag 10 juni 2015

Bloedworst en bierviltjes

Binnenkort kijken we ‘scheel’ naar Keulen, dat geen reputatie als de mooiste stad van Duitsland heeft. Toch valt in de tweeduizend jaar oude stad veel te ontdekken. Naast de ogen houden wij ook onze oren open voor het lastig verstaanbare Kölsch. Keulenaren voelen zich één met hun stad. Uit volle borst zingen zij ‘Hey Kölle, du bes e Jeföhl’, met als refrein:

‘Hey Kölle – do ming Stadt am Rhing,

He wo ich jross jewode ben.

Do bes en Stadt met Hätz un Siel,

Hey Kölle, do bes e Jeföhl!

(Hey, Köln - du meine Stadt am Rhein, hier wo ich groß geworden bin,
Du bist eine Stadt mit Herz und Seele, Hey, Köln - du bist ein Gefühl!)

Keulenaren zijn direct en zitten vol humor. Als zij merken dat je van elders komt – van buiten de stad tot uit het buitenland – schakelen ze snel over op ‘begrijpelijk’ Duits. Onlosmakelijk met hun stad verbonden zijn talrijke brouwhuizen – Brauhäuser -, waar we ook voor typisch Keulse gerechten terecht kunnen. Bij een bezoek moeten we ons realiseren dat met de bediening niet valt te spotten. We moeten ons zo gedragen dat de ober zich goed voelt. Hij heeft namelijk een bijzondere status en wenst alleen aangesproken te worden als ‘Köbes’. Doen we dat niet, lopen we gerede kans te worden genegeerd. Bovendien weet hij pas dat je genoeg hebt gedronken, als je je viltje op het glas legt. Anders blijft hij steeds aankomen met een nieuw gevuld glas bier!

Erna zal niet snel het bierviltje optillen. Zij drinkt geen gerstenat. Of ze de menukaart wil benutten, is eveneens de vraag. Schotels als ‘Himmel un Äd’ (hemel en aarde), bestaande uit aardappelpuree met appelmoes, bloedworst, uien en bacon, behoren niet tot haar keuze. Ik beoordeel dat anders. ‘Kölsche Kaviar’ (bloedworst met uien) kan mij wel aanspreken, al was het maar omdat ik het thuis nooit eet. Ik vermoed dat ‘Rheinische Soorbrode’ (kalfsgebraad met aardappel en appelcompote) Erna’s voorkeur heeft. Vanzelfsprekend wens ik haar ‘Zum Wohl’ met  een Kölsch, een biertje van hoge gisting, licht van smaak. Mijn viltje houd ik zo lang mogelijk onder mijn glas.

Nu ik het toch over het verorberen van een Kölsch heb: het loont de moeite bij ‘Früh em Veedel’ op de Chlodwigplatz naar binnen te stappen, een biertje te bestellen en laten gebeuren wat gebeurt. Goed mogelijk dat de Keulse cultband ‘Bläck Fööss’ met zijn melancholische hit En uns’rem Veedel (‘In onze wijk’) het Severinsviertel voor ogen heeft. Het Veedel is in Keulen bijna een heilige aangelegenheid. Men zegt wel eens dat wie in de ene wijk woont, de andere nooit bezoekt – tenzij het moet. Wij moeten dus, want nergens anders dan bij ‘Früh em Veedel’ kunnen wij het karakter van het oer-Keulse Severinsviertel beter ‘proeven’. Alsof we in de levendige, oorspronkelijke wijk van de Altstadt – in het Keuls ‘Vringsveedel’ - tussen ras-Keulenaren en immigranten, tussen arbeiders en intellectuelen, tussen kunstenaars en studenten thuishoren.

“Köbes, noch einen Kölsch bitte”.