(179) SAM69+, over rondje ‘Olympia’-nostalgie

13 juni 2015 - Amsterdam, Nederland

Zaterdag 13 juni 2015

Stadion, Swift, Schiphol

In de afgelopen week heb ik mijn fietslust weer eens tot boven de honderd kilometer op één dag gebracht. Om precies te zijn 101 kilometer, zonder direct doel of routeplanning. Fietsen op de bonnefooi, à la la bonne voie, noem ik dat. Met oostelijke zijwind trap ik zuidwaarts langs Uitgeest, Krommenie, Assendelft, Zaandam. Langs oude ‘AH-Erlebnis’. Via de pont steek ik over, een cruiseschip van rechts voorrang gevend, en vervolg mijn weg tegen de wind in door het westelijk havengebied van Amsterdam. Ga ik het overbevolkte centrum in? Nee, ik besluit om via ‘West’ naar ‘Zuid’ te koersen. Om de Zuidas in levende lijve te zien.

‘Oud-Zuid’ schudt mijn kleuter- en kinderjaren wakker. Olympiaweg 35 huis, toen een winkel van Appie, nu een makelaar. Nog altijd bekende omgeving met Olympia- en Hygieaplein, Van Heutzmonument en sportvelden van Swift. Zestig jaar geleden ravot en voetbal ik hier, nog weinig auto’s in onze straat, die zijn bakstenen ruit en asfalt uitrolt. ‘Luilak’ herinner ik mij, met luilakbollen en een potje voetbal in de vroege morgenstond.

De lokroep van het nabije Olympisch Stadion kan ik niet weerstaan. Ik ga de hoofdpoort binnen, zie sportende jeugd, en fiets een rondje om de tempel van weleer. De vergelijking met mijn staanplaats voor een dubbeltje (of voor niks als het binnenglippen lukt) onder het hoge scorebord dringt zich op. De Marathontoren staat nog steeds fier overeind.

Ik parkeer mijn fiets tegen de sculptuur van Prometeus. Ene Remco spreekt mij aan. “Lekker aan het fietsen?”. De vriendelijke voorbijganger blijkt sportminded, vraagt nieuwsgierig waar ik vandaan kom en onze verrassende babbel begint. “Limmen. Daar heeft Toon Gerbrands gewoond, de algemeen directeur van PSV”. Remco is supporter van de Eindhovenaren en werkt met de 2.01 meter metende oud-volleybalcoach samen.

“Weet ik”, zeg ik, “ik zag het lange lijf vaak bij ons langs sjokken, ogenschijnlijk als joggen bedoeld. Zijn huis staat nog te koop, bijzondere architectuur”.

Ik vervolg mijn weg langs de Milletstraat over de Parnassusweg – wortels uit het verleden - naar de ‘Zuidas’, het zakendistrict in ontwikkeling. Het krioelt er van de harde werkers, die hun middagpauze in het zonnetje koesteren. Drankje, hapje, praatjes. Als fietser ertussendoor ben ik een vreemde eend in de bijt. Ik voel mij er ook niet thuis, loop vast in Station Zuid, dat zich in het midden bevindt. Hoe anders was het hier vroeger, veertig jaar geleden, toen ik wegens een verkeersovertreding voor de rechtbank moest verschijnen.

De opzet van de Zuidas, tussen de rivieren Amstel en Schinkel, is vergelijkbaar met die van La Défense in Parijs en de Docklands in Londen. Het hele project, in het buitenland bekend als de ‘Financial Mile’, beslaat 225 hectare. Station Amsterdam Zuid moet uitgroeien tot een soort tweede Centraal Station voor bestaande trein- en metrolijnen, met haltes voor onder meer de Noord/Zuidlijn, HSL-Zuid en Hogesnelheidslijn naar Duitsland. In een eerder stadium zijn hier de hoofdkantoren van ING Bank en ABN-Amro voltooid, en het in 1985 gebouwde World Trade Center gerenoveerd en uitgebreid. De planning zegt dat de complete Zuidas rond 2035 klaar moet zijn. Ik hoop dat feestje niet mee te maken. Doorfietsend naar het ‘Amsterdamse Bos’ krijg ik al kippenvel van de (on)georganiseerde drukte om mij heen. Met de bouwsels van het VU Medisch Centrum rondom mij als fabrieksgruwelen.

Buitenveldert is Buitenveldert niet meer, het doet me beseffen dat ik oud(er) word.

Het Amsterdamse Bos – oorspronkelijk Boschplan – ligt ten zuidwesten van de hoofdstad, tussen de ringvaart bij Schiphol en Amstelveen. Het ligt op grondgebied van Amsterdam, Amstelveen en Aalsmeer. De inspirator bij de aanleg was Jac. P. Thijsse, een naam die mij als jeugdig straatschoffie niet bekend is, hoewel ik het bos dan wel bezoek. Met name de karpervijvers trekken speciale belangstelling van mij en mijn vriendjes. Nu ik er doorheen fiets, zie ik de hoeveelheid oude(re) bomen, waterpartijen, bruggetjes en de slingerende paden. Her en der flink verwaarloosd wegdek. ‘Geitenkaas’, zou een Amsterdammer uit Oost zeggen.

‘Boschplan’ is eigenlijk een kruising tussen een zeer groot park en een bos, waar jaarlijks zo’n zes miljoen bezoekers komen. Voor de cijferaars onder ons: 137 km voetpad, 51 km fietspad, 16 km ruiterpad, 14 km autoweg, honderd bruggen. Ik was altijd matig tot slecht in plant- en dierkunde, maar een stop in de Boswinkel maakt me wat wijzer. Het Amsterdamse Bos herbergt 150 boomsoorten, 200 vogelsoorten en 700 keversoorten. Op mijn gemak trap ik dan ook een stief kwartiertje door een gebied dat ongeveer drie keer zo groot is als Central Park in New York. Hijgde ik daar kilometer na kilometer op weg naar de finish door het 341 hectare metende park, hier zoek ik over het fietspad rijdend uitgang Aalsmeer van een 935 hectare groot terrein met bos, grasland, water, oeverlanden en sportvelden. Bij Bovenkerk steekt de kerktoren eigenwijs zijn ‘neus’ boven een bruggetje uit, even verder is het bos exit.

O ja, ik heb ook nog even staan kijken bij de Bosbaan, de roeibaan uit 1937. Deze baan was bedoeld als alternatief voor de Amstel en de Ringvaart Haarlemmermeer, waar tot dan toe roeiwedstrijden plaatsvonden. In 1977 zijn de wereldkampioenschappen roeien op deze Bosbaan gehouden, ’s werelds oudste kunstmatig aangelegde roeibaan. Nadat hij in 2001 is verbreed tot 118 meter, goed voor acht wedstrijdbanen, zijn de wereldkampioenschappen hier vorig jaar opnieuw gehouden. Terwijl tot mijn verbazing de tribune, in mijn geheugen volgens mij vlak bij start en finish gelegen, is verdwenen.

Het is al royaal in de middag en ik heb nog wat kilometers af te leggen. Van Aalsmeer langs het indrukwekkend uitdijende Schiphol naar Haarlem. Niet te stuiten bedrijvigheid vanwege wegenaanleg brengt wegomleggingen met zich mee, die een routekaart overbodig maken. Ik houd zo goed mogelijk richting Haarlem aan en wil ook weer niet al te veel omrijden. Het kan altijd korter, denk ik, maar uiteindelijk vind ik mijn weg met nieuwe indrukken langs het Spaarne. Santpoort, Velsen en de pont volgen. Wijk aan Zee en het Noord-Hollands duin.

Vlak voor Erna ben ik thuis. Blij en vermoeid van 100 kilometer in 1.000 woorden!

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Tineke:
    13 juni 2015
    Oei, Peter, dat was een hele klus. Meer dan 100 kilometer fietsen en dan ook nog eens 1000 woorden. Je aversie tegen de Zuidas kan ik begrijpen, helaas is het wel mijn werkplek geworden. Rondom één grote bouwput, heiwerken zijn niet te stoppen en wat te denken van de toekomst (verkeer onder de grond, station Zuid uitgebreid). Dan toch is Buitenveldert nog een oase van rust met tussen de flats binnentuinen waar al het verkeersgeruis verstomt en waar je -helaas- de (door de zachte winters) in Nederland vertoevende kleine groene papagaaien schel hoort krijsen. Liever hoorde ik een groter aantal inheemse zangvogeltjes........
    Nog een keer die kant op? Voor ArtZuid?
    Ik doe het je niet na, de 100 km niet en de 1000 worden ook niet.........Altijd leuk om je blogreisverhaal te lezen.
    Groeten, Tineke