(184) SAM69+, over de uittocht en de intocht

18 juni 2015 - Heiloo, Nederland

Donderdag 18 juni 2015

Schipper en Schepper

De dag van gisteren kies ik voor een uittocht naar Maastricht. Helaas mag de voorgenomen trip naar de heilige Pietersberg niet doorgaan. Hogere machten op het spoor beletten dat. Vandaag beleef ik een intocht. Vriendin N., oud-schoolgenoot van Erna, komt op visite. In knalrode bolide met wegennetheilige ‘Bram’ bijna op haar schoot. De ‘dashboard’-gids wijst de weg. Onze gaste arriveert vroegtijdig, wat wij met koffie en gebak vol zomerkoninkjes vieren. Hemeltjelief, wie doet ons wat? Gezellig bijkletsen over van alles en nog wat. Het houdt ons van het alledaagse op de hoogte.

Nog voor de broodmaaltijd maken wij een vrome wandeling. Om de hoek ligt ‘Onze Lieve Vrouw ter Nood’, waar parktuin met vijver een oase van stilte en contemplatie vormt. Dit heiligdom is een bedevaartoord met lange historie. Hier is het Heiloo, geen Lourdes of Fatima. Toch vinden jaarlijks vele tienduizenden hun weg naar dit zes hectare grote oord. Zij komen voor de ‘Genadekapel’, voor de ‘Mariabron’, die Runxputte heet, en voor het omliggende bezinningspark. Wij zoeken op ons gemak onze eigen weg, de tienduizenden zijn vandaag thuisgebleven. De Eucharistieviering is gaande, slechts twee gevouwen handen vol belangstellenden volgen de dienst.

Onze Lieve vrouw ter Nood in het Noord-Hollandse Heiloo is de grootste Mariale bedevaartplaats van Nederland. Door de eeuwen heen is hij door vele honderdduizenden pelgrims bezocht. De geschiedenis gaat terug tot het einde van de 14e eeuw. In die tijd vindt een boer een Mariabeeld op zijn land. Hij neemt het mee naar huis, maar het keert op miraculeuze wijze terug naar de plaats van vinding. Rond dezelfde tijd raakt voor de kust, ter hoogte van Heiloo, een schip in nood. De schipper bidt in zijn nood tot God. Boven gebulder van de golven en geraas van de wind uit hoort hij een heldere vrouwenstem. “Als ge mij gaat eren, zal de wind gaan keren”. De schipper herkent de stem van de Godsmoeder en belooft zich voor haar verering in te zetten. Veilig aan land gekomen treffen beide verhalen elkaar en de plaats voor de bouw van de Genadekapel is daarmee gevonden.

Op een historische avond – 8 december 1713 – trekken katholieke boeren uit de omgeving van Heiloo naar de plek, waar zich ooit de kapel en de put bevonden. Een heersende veepest maakt dat de ziekte boeren van hun schamele inkomen berooft. Op het hoogfeest van Maria’s Onbevlekte Ontvangenis roepen zij de voorspraak van OLV ter Nood in om de rampspoed ten goede te keren. Op die avond gebeurt het dat met kracht water opwelt uit het puin, waarmee de put in 1637 is gedempt. Een koperen plaat op de rand van de huidige put herinnert hieraan. ‘De Runxput werd tot Mariabron in de nacht van 8 op 9 december’. Wonderlijk voorval. Vol vreugde en dankbaarheid wordt de put vrij gemaakt.

Allermooiste verhalen uit de wereldliteratuur staan in de fascinerende Bijbel. Met deel 2 van Guus Kuijer’s ‘De Bijbel voor ongelovigen’ zoek ik thuis mijn intocht in het onbekende.

 

1 Reactie

  1. Nettie:
    18 juni 2015
    Weer heel mooi opgeschreven en elke keer vind ik het weer knap dat je zoveel weet over van alles en nog wat:-)!!!!!
    Ga vooral door hiermee , ik geniet er steeds weer van , bijna net zo veel als ik bij jullie op visite ben!!!