(197) SAM69+, over hete wielerpiste en ijsjolijt

Woensdag 1 juli 2015

Oost, west ...

Het woord hittegolf doemt op, iedereen heeft het erover. Hoe ga je ermee om, hoe kom je er doorheen? Je moet je vooral niet opwinden, dat scheelt al een slok op een glas bier. Span je niet teveel in, ga niet te ver wandelen of fietsen, wis af en toe het verhitte hoofd af. Het antwoord op hitte heet altijd weer water. Gelukkig beschikken wij daar in onze drassige delta in voldoende hoeveelheden over.

Het organiseren van wielerrondes bij heet weer lijkt mij niet verstandig. Ik vraag mij dan ook af waarom ze dat juist in Frankrijk, Spanje en Italië ieder jaar opnieuw doen. Waarom start de Tour de France in Nederland als de temperatuur op het punt staat records te breken? Waarom haalt Utrecht dit evenement binnen zijn Dompoorten? Je hoeft geen helderziende te zijn om te beseffen dat er ondanks de hitte honderdduizenden op af komen. Juist op een moment dat de stad al één groot hitte-eiland is.

Buiten de stad koelt het ’s nachts nog wel een beetje af. In de stad blijft warmte langer hangen. Dat wordt urban heat island effect genoemd. Amsterdam geniet daarvan op een van steen vergeven plek als de Dam, bij oplopende temperaturen tot bijna veertig graden Celsius. Net als in drie andere grote steden – Den Haag, Rotterdam, Apeldoorn – legt men midden in de stad een zandbak als mini-woestijntje aan om een balletje over een net te kunnen meppen. Zonnetje erboven, stoeltjes naast elkaar ernaast, het urbane strandleven komt tot explosie.

Ik ben benieuwd wat er komende zaterdag in Utrecht gaat gebeuren. De ‘Tourfans’ die daar op af komen, zullen het woord Dom waarschijnlijk nooit meer vergeten. Utrecht wil laten zien dat het een unieke stad is. Bezoekers langs het parcours willen het festijn met renners en reclamekaravaan als een festival beleven. De Grand Départ van de Ronde van Frankrijk in de Utrechtse binnenstad is niet zomaar een feestje, de stad staat sowieso in het zonnetje. Wereldwijde aandacht is mooi, maar moet ook als een investering worden gezien. Het levert de lokale economie naar verwachting tientallen miljoenen euro’s op. Het merendeel door uitgaven aan eten en drinken in restaurants, cafés en winkels, voor overnachtingen en vervoer, en niet te vergeten aan ‘merchandise’. Alle hotelkamers in de stad, geraamd op zo’n vijftienhonderd, zijn al maanden geleden volgeboekt. Ook in de omgeving is geen enkele slaapplek meer te verkrijgen. Duizenden kampeerders slaan hun tent op vier speciale ‘Tour-de-France-campings’ op. Meer dan een feestje, groter dan op de Dam?!

Terwijl de mussen van het dak vallen, overvalt mij een prangende vraag. ‘Zal-ie ooit nog worden gehouden? Wielrenners doen ook vaak aan schaatsen (en andersom), daarom vraag ik me af of ooit nog een Elfstedentocht – de zestiende - wordt gehouden. De laatste dateert al weer van achttien jaar geleden. Met het geldende klimaatprobleem lijkt het mij een gerechtvaardigde vraag, al is het hoogzomer.

Mijn antwoord voor komende zaterdag: gewoon thuisblijven. Hoef je met niemand over het weer te praten.