(235) SAM69+, over mondiaal reisgedrag van bosjes mensen

8 augustus 2015 - Hongkong International Airport, China

Zaterdag 8 augustus 2015

Boete voor zwart plassen

Onlangs schilder ik iemand met mijn mond de massale toeristendrukte op het Domplein in Keulen. Met kennis van recreatiestromen reageert hij: “Zeker ook veel ‘spleetoogjes’?”. Ik beaam zijn inschatting. Horden Chinezen hobbelden in groepen achter hun telefooncamera aan, of is het cameratelefoon. Voor ons meer dan voldoende reden om ons versneld uit de voeten te maken.

Chinese toeristen ontdekken gaandeweg dat hun ‘Rijk van het Midden’ niet het centrum van de wereld is. Chinees toerisme is een jong fenomeen, een kwart eeuw geleden reizen slechts enkele tienduizenden Chinezen naar het buitenland. Vandaag de dag zijn dat meer dan honderd miljoen. Een klein deel - 3,5 procent - gaat naar Europa, bijna negentig procent blijft in Azië.

De behoefte om de wereld buiten eigen grenzen te verkennen, is bij veel Chinezen nog maar latent aanwezig. Hun land is zo groot dat de meesten de grens niet over hoeven om nieuwe landschappen of culturen te ontdekken. En vanuit hun traditie wordt reislust niet gestimuleerd. Confucius vond dat je beter niet kon reizen zolang je ouders nog leefden. De wijsgeer had makkelijk praten. Hij was zelf fanatiek reiziger, die vooral veel piepkleine koninkrijkjes bezocht die nu deel uitmaken van het moderne China.

De meeste Chinese toeristen gaan naar Hongkong of Macau, bestemmingen die zij eenvoudig kunnen bereiken. Ook Japan en andere landen in Zuidoost-Azië zijn goed op Chinezen ingespeeld. Nieuwe reismogelijkheden hebben hen nieuwsgierig gemaakt, en vooral hebberig. In 2014 gingen honderd miljoen Chinese toeristen naar het buitenland. Naar verwachting zijn dat er over vijf jaar vijfhonderd miljoen. Van alle toeristen geven Chinezen op vakantie het meeste uit. Dat is dus een goudmijn voor de toerisme-industrie, al zijn er rafelrandjes te melden. Want wie altijd met de bus van het ene dorp naar het andere rijdt, weet niet hoe reizen met een vliegtuig werkt. De Chinese overheid geeft dan ook instructies: ‘Dreig je je vliegtuig te missen, ren er dan niet achteraan!’.

Voor reizigers uit het ‘Rijk van het Midden’ blijkt informatie allesbehalve overbodig. Vaak genoeg gaat het mis. Vorig jaar verschenen berichten over vliegtuigpassagiers die tijdens het taxiën de nooduitgang openden ‘voor wat frisse lucht’. Europa staat nog het nodige te wachten, problemen houden niet op bij het vliegtuig. Chinese toeristen zijn als voetbalhooligans. Zij wassen hun voeten in eeuwenoude, heilige fonteinen en krassen hun naam in monumenten. Zij kopen voor duizenden euro’s aan horloges en andere merkartikelen, maar pissen in de bosjes omdat ze weigeren te betalen voor een openbaar toilet. Ik maak de vergelijking met hooligans niet zomaar.

De Chinese regering en veel onderdanen schamen zich voor landgenoten, die zich misdragen. De Chinees die op reis wil, moet leren dat China niet het centrum van de wereld is. Wie zich in het buitenland misdraagt, krijgt een hoge boete en komt op een zwarte lijst.

Op het plein van de Keulse Dom wordt de hemelse vrede danig verstoord. Niet door bosjes om te plassen, wel door bosjes Chinezen (en teveel andere struikrovers).