(247) SAM69+, over het niet te missen bootfeest
20 augustus 2015 - Assendelft, Nederland
Donderdag 20 augustus 2015
Daar is het feestje
Veertig jaar na de eerste editie glijdt op woensdag 19 augustus 2015 de vloot van het grootste nautische evenement van ons land over het Noordzeekanaal naar Amsterdam. Drie vrouwen aan het roer om SAIL IN 2015 te laten slagen. Honderden schepen trekken honderdduizenden naar wallenkanten en hoofdstad. Mooi weer na regendagen, fraai staaltje afgedwongen stuurkunst van de leading ladies.
Bezoekers is aangeraden per fiets, openbaar vervoer of lopend te komen. Ik neem het advies over, stap op mijn Giant en koers zuidwestwaarts. Het krachteloze windje tegen drukt mijn voorpret niet. Op weg naar Uitgeest zie ik veel auto’s met fietsen achterop. Meer Sailbezoekers dan huiswaartse vakantiegangers, schat ik in.
Voor Krommenie duik ik de polder van Assendelft in. Op Busch en Dam stijgt het aantal collega’s op de fiets. De golf van elektrisch aangedreven tweewielers draagt fietstassen met klapstoeltjes, weekendtassen vol flessen water en koffiekannen, en zelfs koelboxen op de bagagedragers. Ik pedaleer zonder brood en water, wil slechts een blik in het kanaal werpen. Up tempo passeer ik het ene na het andere fietsstel over de Groenedijk. Halverwege de dijk wordt het te druk. De massa kronkelt de Wijkermeerpolder in, ik ga de kaarsrechte Genieweg op om over Zevenmaat Assendelfts Dorpsstraat te nemen. Ik ‘ruik’ het naderende Noordzeekanaal, het wordt drukker en drukker met fietsers links, rechts en in het midden van de weg. Auto’s worden geweerd en naar parkeerweilanden verwezen, parkeerplaatsen in de straat zijn met roodwitte linten afgezet.
Even voorbij Stal Wendy stuit ik op de autoweg met belendend fietspad die langs het kanaal loopt. De ruim twintig kilometer lange verbinding tussen Amsterdam en de Noordzee - tien jaar graafwerk, in 1876 geopend - wordt aan mijn oog onttrokken door ondoordringbare bosschages. Auto’s mogen niet over het asfalt, de weg is gesloten, fietsers worden gedoogd. Ik trappel mij naar Veerpont Buitenhuizen, waar koffieposten goede zaken doen. Het veer is buiten functie, campers, brandweer- en politiewagens en horden toeschouwers blokkeren zicht op het water.
Volschip Stad Amsterdam, aanvoerder van de twaalf kilometer lange scheepsstoet, is in aantocht. Ik keer op mijn schreden terug in de richting van Holland op z’n smalst, het deel van Noord-Holland, waar in 1865 de aanleg van het Noordzeekanaal begon. Het is vrijuit fietsen over een autoweg zonder auto’s. Waar honderden rijwielen staan geparkeerd, hebben toeschouwers doorgang door de bush bush gezocht om hun klapstoeltjes langs de oever te plaatsen. Ik hoor getoeter en andere scheepssignalen, het kanaal draagt luidruchtige, afwisselende muziek over zijn wateren. Ik ontwaar masttoppen boven boomtoppen. Bemanningen bevolken de ra’s - hoe houden zij dat vol? Ik heb weinig behoefte om mij tussen de massa kijkers te begeven.
De vorige premier heb ik niet gezien, VOC-mentaliteit wel. Weilanden, erven en tuinen als parkeerplaats en horecaterras. Vijf euro per auto, een euro per fiets, een halve euro voor een plas of meer in het eco-toilet. Ik kijk door de onderweg uitgedeelde provinciale verrekijker en houd Noord-Holland op z’n breedst voor gezien.
Hm, wat zijn er toch veel van die VOC-mentaliteitlieden in dit Holland op z'n smalst, of zo je wilt, breedst.