(283) SAM69+, over symbool van hoop, vergeving, triomf

25 september 2015 - Cape Town, Zuid-Afrika

Vrijdag 25 september 2015

Hout en huiden

… Op Robben Eiland was eens een oude geesteszieke man - men noemde hem ‘Plaatjes’ -, die dagelijks langs het strand sukkelde. Hij zocht wrakstukken om een boot te bouwen. Uit gewoonte zat hij vaak op de plek waar Kaapstad op zijn netvlies brandde. Met hamer en zaag in zijn handen wilde hij hout bewerken alsof het de boezem van een geliefde was. Diep in overpeinzingen verzonken kreeg zijn boot vorm, klaar om over zee uit te varen. Tot verplegers de schuit versplinterden en het hout verbrandden. Plaatjes’ hoop en liefde gingen in vlammen op …

Omgeven door een bitter koude, woelige zee vol mensenhaaien geniet Robben Eiland de reputatie van onneembaar fort, vanwaar slechts een enkeling erin slaagt om met succes te ontsnappen. Met behulp van kisten, planken en allerlei soorten bootjes zijn vele pogingen gedaan, zelfs proberen de moedigsten er zwemmend vandoor te gaan.

In 1658 verbant Jan van Riebeeck zijn Khoikhoitolk Autshumato - door de Hollanders gemakshalve Harry genoemd - met zijn vrienden Jan Coo en Boubo naar Robben Island. Tijdens de oorlog tussen Hollanders en Khoi hebben zij de prijs voor vee opgedreven om hun mensen te steunen. Daarmee zijn ze de eerste politieke gevangenen op het eiland en ook de eersten die, ondanks de verraderlijke stromingen, erin slagen om per roeiboot naar het vasteland te vluchten. Bronnen wijzen immers uit dat Harry in 1660 weer in dienst van de Hollanders is.

De meeste ontsnappingen gaan per boot. Omdat er een overvloed aan robben en schapen op en rond het eiland is, zijn huidboten het meest gewild. In 1731 gaan zeven mannen in een boot, die van huiden is gemaakt, de zee op. Gouverneur De la Fontaine geeft daarop het bevel om de kust van Blouberg tot Groenekloof te doorzoeken. Vier doordrenkte vluchtelingen worden gevonden. Hun boot is omgeslagen nog voor zij de kust bereiken. Drie hunner zijn verdronken.

Ook ene Makanna heeft geen geluk. De leider van de Xhosastrijders die in het vierde grensconflict met de Engelsen tienduizend man aanvoert die naar Grahamstown optrekken, wordt in 1819 naar Robben Island verbannen. Samen met twee blanke gevangenen organiseert hij een massaontsnapping. Het lukt dertig gevangenen in drie boten de zee op te gaan. Door de huizenhoge golven slaan ze echter alle drie om. Slechts vier mannen bereiken het bevrijdende strand. Makanna klampt zich bij Blouberg aan een rots vast. Hij moedigt de andere uitbrekers in hun verwoede struggle for life aan tot hij zelf verdrinkt.

Voor veel Xhosa’s heet Robben Eiland nog altijd Makanna’s Island. Hij is voor hen het blijvend symbool van verzet. In de daaropvolgende periode zijn steeds opnieuw Xhosa-leiders naar Robben Island verbannen. 

Uiteindelijk is het eiland blijvend eerbetoon voor de veerkracht van de menselijke geest geworden.

… ‘Plaatjes’ bleef langs het strand van Robben Island voortsjokken, steeds maar uitkijkend naar wrakhout om zijn droomboot te bouwen. Psychiatrische patiënten, gevangen zittend op het eiland, mochten echter niet dromen. Waar voor velen ontsnapping werkelijkheid is geworden, is ‘Plaatjes’ op het eiland gestorven …

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Marijke:
    25 september 2015
    De boot die de hedendaagse belangstellenden naar Robbeneiland overvaart is genoemd naar die eerste banneling: Autshumato. Misschien varen er meer boten, maar wij zijn toentertijd met de Autshumato van Kaapstad naar Robbeneiland gebracht, terwijl onderweg het verhaal van de tolk 'Harry' verteld werd.
    Op jouw foto's straalt de eenzaamheid van Robbeneiland af...