(299) SAM69+, over Kanne en zijn kanaal

11 oktober 2015 - Riemst, België

Zondag 11 oktober 2015

Bruggen en bunkers

Wandelend door Zuid-Limburg geniet ik niet alleen van rivier de Jeker. Op zoek naar verdieping kom ik erachter dat het grensgebied tussen Maastricht (NL), Riemst (B) en Lanaken (B) mede door zijn geschiedenis uniek is. Belangrijke gebeurtenis is de aanleg van het Albertkanaal in de jaren 1930. Dit kanaal verbindt de Maas in Luik met de Schelde in Antwerpen. Hierdoor kunnen steenkool uit Limburgse mijnen en andere goederen over water worden vervoerd. Tussen Vroenhoven en Lanaken vormt het kanaal bovendien een belangrijke ecologische, beschermde verbinding.

De aanleg van het Albertkanaal heeft tevens een militair doel. België vreest immers een inval vanuit Duitsland. De diepe insnijding in het landschap aan de oostgrens van België moet een onneembare hindernis realiseren. In Eben-Emael, iets ten zuiden van Kanne, wordt het grootste fort van die tijd in de kalkstenen ondergrond uitgegraven. Samen met de bunkers bij de bruggen van Kanne, Vroenhoven en Veldwezelt moet dit fort de agressor voldoende lang tegenhouden, zodat geallieerde Franse en Engelse troepen het Belgische leger te hulp kunnen snellen.

De Belgische vrees blijkt niet ten onrechte. In het Duitse aanvalsplan is de verovering van de Maas- en Albertkanaalbruggen op 10 mei 1940 van cruciaal belang. Om een bliksemsnelle opmars mogelijk te maken willen de Duitsers het fort Eben-Emael en de drie Albertkanaalbruggen (Kanne, Vroenhoven, Veldwezelt) snel en ongeschonden in handen krijgen. Dit lukt door de inzet van luchtlandingstroepen met zweefvliegtuigen, die in Kanne de grootste moeite ondervinden om te landen. De steile hellingen vormen hier een veel moeilijker landingsplaats dan die in Vroenhoven en Veldwezelt.

De bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven komen onbeschadigd onder Duitse controle. Bovendien wordt het modernste fort van Europa snel buiten gevecht gesteld. Alleen in Kanne slaagt het Belgische leger erin om de brug tijdig te laten springen. Belgische militairen, in de rug aangevallen, weten tijdelijk stand te houden in bunkers en loopgraven, ten koste van tientallen slachtoffers.

In dit oorlogsgebied sneuvelen in de eerste oorlogsdagen zeshonderd Belgische soldaten. Dat is tien procent van het totale aantal Belgische militaire slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast vallen er ook honderden burgerslachtoffers. Ook is een aantal Duitsers bij de slag om het Albertkanaal rond Kanne omgekomen.

Op het militaire kerkhof aan de voet van de Zusserdel staan de grafmonumenten van meer dan honderd gesneuvelde Grenadiers van het tweede regiment. In 1974 zijn de laatste resten van de gesneuvelden naar de begraafplaats in Veldwezelt overgebracht. De Duitsers zelf hebben voor hun omgekomen landgenoten een groot kruis langs de Zusserdel opgericht. Dit kruis is op de dag van de bevrijding verwijderd. Tussen het struikgewas moet het fundament van dit kruis nog te vinden zijn.

Mij is duidelijk geworden dat grensdorpje Kanne een bewogen geschiedenis heeft, met een dramatisch hoogtepunt aan het begin van Wereldoorlog II. Deze geschiedenis is sterk verbonden met het landschap, waarin mergel alom tegenwoordig is. Bij een volgend bezoek ga ik naar oriëntatieplaats Grootberg om de markantste items van deze omgeving nog eens te overzien.

 

1 Reactie

  1. Marijke:
    11 oktober 2015
    Wel in west-België vorig jaar enorm veel overblijfselen van WO1 bekeken, zeer indrukwekkend en triest makend, nog nooit in oost-België resten in welke vorm dan ook van WO2 opgezocht.België heeft het loodzwaar te verduren gehad, zo te lezen. Oorlogen...afschuwelijk.