(31) SAM69, over koekhappen bij fietsvrienden

16 januari 2015 - Hoorn, Nederland

Vrijdag 16 januari 2015

Mijn Hoornsche Broeder

Met ‘Vrienden op de Fiets’ vond ik na een lange fietstocht vaak  bed en ontbijt. Op ieder adres kwam een stevige basis voor de volgende dag op tafel. De VodF-adressengids 2015 besteedt extra aandacht aan het ochtendonthaal dat aangesloten fietsers na gedane arbeid ontvangen. Elke provincie een specialiteit, een stimulans om mooie plekjes te ontdekken.

In Groningen ga ik op zoek naar stoethardbrood. Dat blijft onderweg lang goed. Het was ideaal voor turfstekers die vroeger dagen achtereen in het veen vertoefden. In Friesland trap ik tegen Friese kruidkoek aan. In de 17e eeuw konden alleen rijkelui zich kruidkoekspecerijen veroorloven, tot de VOC in beeld kwam. De zeevaarders naar Oost-Indië zorgden ervoor dat Nederlanders gemakkelijker aan specerijen konden komen. Vroeger ook duur: het Drentse galletje, dat roomboter bevat. Voor arme inwoners van Drenthe niet weggelegd. Dominee, pastoor en notaris aten het op zon- en feestdagen. En notabelen op de eerste rang tijdens dorpsfeesten.

Werd een kind geboren, kregen de ouders in Twente, Overijssel, krentenwegge ten geschenke. Het baksel van twee meter lengte werd op een ladder naar het geboortehuis gedragen. De Urker dikkoek is een goede basis voor zwaar werk, bijvoorbeeld fietsen naar Flevoland. Toen Urk nog eiland was, werd de koek speciaal gebakken voor arbeiders van het vasteland die de Urker weilanden maaiden. Een echt Achterhoeks zondagskoekje is het kaneelbeschuitje, Gelderland dus. Heel geschikt om in de thee te soppen, het liefst achter gesloten deuren. Soppen is lekker, maar volgens de etiquette niet netjes.

Vloertarwebrood komt oorspronkelijk uit de Lopikerwaard, Utrecht, waar veel molenaars en bakkers zijn. Het deeg schroeit op de hete, stenen vloer van de oven snel dicht. De korst is knapperig, de binnenkant lekker luchtig. Noord-Holland heeft in de omgeving van Hoorn al 150 jaar de Hoornsche Broeder op de kaart. Rond rozijnen-krentenbrood met roomboter, basterdsuiker en kaneel. Ook hier was het een kraamcadeau. ‘Voor de kraamvrouw een presentje, voor de vader ook een endje’. In Zuid-Holland is het recept van Duivekater al een eeuw hetzelfde. Van oudsher een langgerekt en uitbundig versierd feestbrood met knobbels aan de uiteinden. Midwintertraditie, vroeger alleen in de maand december gebakken.

Echte Zeeuwen eten in Zeeland hun Schouws palingbroodje. Overdwars, want de palingmoot bevat graatjes. Van oorsprong is het een traktatie op verjaardagen, maar het wordt ook gewoon bij de thee gegeten. Het deeg lijkt een kruising tussen saucijzenbroodje en kadetje. De Zeeuwse paling gaat in het deeg en wordt afgebakken. Langzaamaan een luxe product, omdat de paling verdwijnt. In Noord-Brabant eten Brabanders worstenbroodjes van witbrooddeeg, in plaats van saucijzenbroodjes. Vooral tijdens carnaval en met kerstmis. Limburg heeft zijn Nonnevotten. In de volksmond heet de bips van een kloosterzuster ook wel ‘nonnevot’. Franciscanessen uit een Sittards klooster deelden broodjes van die naam uit aan mensen die lompen en vodden brachten.

Het water staat mij in de bidon. Ik trappel om onze Twaalf Provinciën te doorkruisen. Ik begin met een retourtochtje naar Hoorn, ontbijten met een stuk Hoornsche Broeder, flinke veeg roomboter aan de rand!

 

 

Foto’s