(312) SAM69+, over in de wolken geraken

24 oktober 2015 - Fajã Grande, Portugal

Zaterdag 24 oktober 2015

Flores na Faial

Nog betrekkelijk kort geleden reizen wij in de richting van Amerika naar een aantal eenzame voorposten van Europa. Halverwege steken uit de diepte van de Atlantische Oceaan negen speldenknoppen boven het blauwe kussen uit. Negen bewoonde, vulkanische puisten vormen met acht onbewoonde pukkeltjes een archipel van Portugese Azoren die ons meer dan bekoren. Centraal liggen Faial, Pico, Sao Jorge, Graciosa en Terceira. Alleen Graciosa slaan wij over, hoe dichtbij we daar ook komen. Tot de oostelijke eilanden behoren Sao Miguel, als laatste bezocht, en Santa Maria. De westelijkste eilanden zijn Flores en Corvo, op zo’n vijfhonderd kilometer van het zuidoostelijkste - heilige Maria. Deze laatste twee in het verre westen hebben wij tot onze spijt niet met een bezoek vereerd. Vijf parels uit negen betreden stemt ons tevreden.

Hoeveel indruk het gevarieerde kwintet ook maakt, eiland Flores blijft aan ons knagen. Ik doel op het Azoreneiland, waar dorpje Faja Grande met een paar honderd inwoners de uiterst westelijke plaats van Europa is, op bijna 1.900 kilometer van Spanje. Dit Portugese bloemeneiland kent bergen en heuvels die steil naar de kust aflopen. Zeven kratermeren produceren er een constant geruis van watervallen die zich naar beneden storten en naar zee stromen. Flores is Portugees voor bloemen, Azorenparel Flores hult zich vooral in blauwe hortensia’s. De benaming is ook van toepassing op het juweel in Indonesië. Soenda-eiland Flores in de Indonesische Timorarchipel is ook zo’n sterk geaccidenteerd eiland, met bergketens van dode en nog werkende vulkanen, waar vele bloemen te bewonderen zijn. 

Zelfs voor Azorianen vormen Flores en zijn imposante buurvulkaan Corvo een verre uithoek. De andere zeven eilanden van de archipel liggen op minstens een uur vliegen in oostelijke richting, heen en weer te ver voor veerdiensten. Ondanks grote aantrekkingskracht van Flores als wandelparadijs in the middle of nowhere kom je er niet zo gemakkelijk als de vroegere zeerovers. Waar het eiland sinds de 15-e eeuw is bevolkt, plunderen piraten er een paar eeuwen lang. Niemand die hen een strobreed in de weg legt, laat staan tot straffen overgaat.

Toch houden de 3.800 inwoners van Flores zich aan hun reddingsboei vast: toerisme. Faja Grande is een attractie, waar Amerikaanse golven op de oude wereld inbeuken. Het dorp figureert in een decor van torenhoge kliffen met klaterende watervallen. Een steil, glibberig pad leidt naar een wit kruis boven de nevel van het zeedorp. Op de parkeerplaats wacht een snackwagen op klandizie. Als je eenmaal op dit Flores bent, bekruipt je een gevoel van nietigheid. Niet alleen bijna tweeduizend kilometer ver van zowel het Europese vasteland als van het dichtstbijzijnde Canadese Nieuw Foundland, maar je staat op een speldenknop van slechts twaalf bij zeventien kilometer bijna duizend meter boven de zeespiegel. 

Hoewel ruw van aard is het eiland goed te bewandelen langs kuddes blaarkoppen die tussen overvloedige hortensia’s grazen. Op de hoogvlakte met zijn kratermeren laat de zon zich soms zien, soms niet. Als ik me hier nog eens vertoon, ben ik in de wolken.