(354) SAM69+, over stuifzand en piramide

5 december 2015 - Driebergen, Nederland

Zaterdag 5 december 2015

Eerste wandelhelft

Enkele dagen voor Sint’s verjaardag wacht mij een pre-sinterklaas-presentje. Het blijkt droog weer, zelfs de zon schijnt te gaan schijnen. Donderdag 3 december 2015 vertoont ons klimaat opgewarmd najaarsweer. Het motto is NS-wandelen, van Driebergen-Zeist via Austerlitz en z’n piramide naar Maarn. Over de rug van Utrechtse heuvelen. Niet alleen in Parijs verandert het klimaat van top tot teen, ook in uitgestrektheid van bos, hei en zandheuvels stijgt de zeespiegel. Soms ploeter ik springend van links en hinkelend naar rechts langs flinke plassen op drassige paden voorwaarts. De doordrenkte bodem laat me af en toe zakken. Chic sinterklaasvoordeel: met m’n tenen in de blubber kom ik hier geen mens tegen. In de verte spot ik vanmiddag slechts een eenzaam stoempende mountainbiker, die zijn eigen spoor door de spuitmodder trekt. En halverwege mijn trail, volstrekt onverwacht, half achter een den, verstijft een geschrokken hert dat zijn habitat besnuffelt. Zien twee reebruine ogen een mens, verstapt het virtuele feestmaal racend zijn veilige, groene pits binnen. Weg is Bambi. Jammer, geen schijn van kans op een finishfoto van deze flitsende bosbolide. Verder is het de hele middag stil en nog eens stil.

Driebergen wordt voor het eerst in 1159 genoemd, als Thriberghen. Het dorp vormt sinds tien jaar met Amerongen, Doorn, Leersum en Maarn de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Driebergen-Zeist is een gecombineerd station van niks met veel autobussen voor de deur. Ook de plaats Zeist - in het bosrijke ‘Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug’ - heeft een groen karakter. Vanwege het kasteel wordt wat voor mij Saestum is, ook wel ‘Slotstad’ genoemd. Ik open de poort van Slot Zeist niet, maar hef een witte slagboom om natuurgebied Bornia binnen te komen. Een echtpaar van mijn generatie staat de tekst op toegangsbord ‘Het Utrechts Landschap’ te bestuderen. Het duo loodst mij naar binnen. Zijn wandelnet-A-viertje beschrijft dezelfde route als het mijne, haar wandeltempo ligt beduidend lager. Dat van hem dus ook. Beiden willen voor duisternis invalt zijn uitgewandeld, ik een paar lichtuurtjes eerder. Ons alledrie staat op papier in totaal ongeveer vijftien kilometer zand en modder door fraaie natuur te wachten. Halen we dat?

Utrechts Heuvelrug is een zandrug tussen randmeren in het noordwesten en de Rijn in het zuidoosten. De rug loopt van Huizen tot Rhenen, zijn contouren tekenen zich overal duidelijk af met meerdere ‘toppen’ van boven de vijftig meter, zoals de zuidelijkste, de Grebbeberg (52 meter). Hoogste top is de Amerongse Berg met bijna zeventig meter boven zeeniveau. Na de Veluwe is de Utrechtse Heuvelrug het grootste bosgebied van Nederland. Het landschap strekt zich van het Gooimeer tot aan de Nederrijn in totaal over een lengte van vijftig kilometer uit, de oppervlakte bedraagt 23.000 hectare. Naast veel bos tref ik een aantal heidegebieden en wat stuifzanden aan.

Om te beginnen betreed ik ‘Landgoed Bornia', dat op de grens van Driebergen en Zeist ligt. Bornia betekent ook grens. Het was vroeger in bezit van een familie, die op ‘Bornia State’ in Leeuwarden woonde. Waar ik loop wonen in de ijstijd al mensen. Het is een van de meest ongerepte stukken duingebied van de Utrechtse Heuvelrug. Zonder gereedschap ben ik niet geneigd om oude nederzettingen en grafheuvels op te graven. Zonder tools wil ik alleen van rust en natuur genieten. Dat moet lukken, want in begrazingsgebied ‘Heidestein’ zijn hondse viervoeters niet toegestaan, ook niet als zij aan de lijn hangen.

Ik kom een stalen brug tegen, waar een in het brugvlak gegraveerde tekst is weggesleten. Bij een klaphek met overstap stap ik Landgoed ‘Heidestein’ binnen. Hier graast een kudde Drentse heideschapen, hier huist een grote populatie zandhagedissen. Ik ontmoet die fauna jammer genoeg niet, wel vennetjes en bruggetjes. Het theehuis uit 1906 bovenop een ijskelder loop ik mis, naar ik vermoed door de provisorische padomlegging. Ik volg een beekje en passeer een houten boogbruggetje, gevolgd door een idyllisch vennetje. Ik moet wateren. Spa met bubbeltjes. Verderop moet ik nog een keer bij een hek overstappen. Een poel met ingeslapen kikkers kwaakt zijn gifgroene kleur. Schreeuwend lelijk, verbijsterend mooi. Er is geen leven te horen.

De onverklaarde omleiding ontneemt mij ook een ontmoeting met de betonnen fundamenten van een tuinhuisje. Onder lage begroeiing zouden restanten van een oud perron als muurtje moeten liggen. Dat perron was ooit deel van een smalspoorbaan tussen de zandput op Heidestein en een kalksteenfabriek bij het Haagje. De eigenaar liet tussen 1920 en 1924 een personenrijtuig bouwen. Hij geeft het de naam ‘De Bornia’.

(wordt vervolgd)

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Marijke:
    5 december 2015
    Een foto-apperatiefje had ik al mogen genieten, nu een modderwandelhoofdmaaltijd, een pre-sint-gerecht en zoals elke blogmaaltijd weer een present-gerecht. Die verorberen in een warme huiskamer lijkt in het stormweer van deze 5de december een betere plek dan wandelen van Driebergen-Zeist naar Maarn...