(355) SAM69+, over stuifzand en piramide

6 december 2015 - Austerlitz, Nederland

Zondag 6 december 2015

Tweede wandelhelft

Een zandverstuiving en berkengroepje kunnen mij niet stuiten. Het wandelt een tikje zwaarder in het mulle woestijntje, maar het diep wegzakken van mijn stappers ken ik van het strand. Op zoek naar een beukenlaan tref ik ten slotte de Waterlooweg, waar de eerste woningen van Austerlitz (gemeente Zeist), een dorp in de provincie Utrecht, mij begroeten. Mensen zijn hier ook nauwelijks voorradig. Via de Oude Postweg - een in de 16-e eeuw ontstane postweg door ons land - kom ik bij het fietspad naar Maarn, waar een bord ‘Landgoed Den Treek-Henschoten’, Maarnseberg aangeeft.

Austerlitz is een bescheiden dorpje met 1.525 inwoners, genoemd naar de beroemde ‘Pyramide’. Het ligt midden in de uitgestrekte bossen in het hart van de Heuvelrug. De 36 meter hoge piramide van aarde is in opdracht van Auguste de Marmont in 1804 door zijn soldaten gebouwd, op een van de hoogste punten van de Heuvelrug. De ‘Pyramide van Austerlitz’ staat op het grondgebied van Woudenberg. Boven op de piramide staat een stenen obelisk uit 1894. Het voormalige koetshuis langs de provinciale weg is tot een klein bezoekerscentrum met expositie over de Franse tijd gebombardeerd. Het is nu - in de winter -, net als de piramide zelf, gesloten.

De geschiedenis van Austerlitz gaat terug naar 1804, wanneer De Marmont als generaal van Napoleon Bonaparte de helft van zijn troepen op een kale heide, nu bosgebied, op deze plek laat samenkomen. In wat toen het ‘Kamp van Utrecht’ wordt genoemd, verzamelen zich zo’n achttienduizend manschappen. Bij het legerkamp strijken handelaren neer om met de soldaten handel te drijven. De Marmont wordt nadien naar oorlogen elders weggeroepen, maar de handelaren blijven. Zo ontstaat een nederzetting die het begin van Austerlitz vormt. De piramide heeft model gestaan voor de grotere ‘Leeuw van Waterloo’, de heuvel die koning Willem I opricht als monument voor de Slag bij Waterloo, Napoleons ondergang.

Ik steek de provinciale weg weer over en arriveer tamelijk snel bij een stenen koepel. Deze wordt de ‘Koepel van Stoop’ genoemd, naar een Amsterdamse bankier die het bouwwerk in 1840 laat neerzetten. De pilaren zijn afkomstig van de voormalige Koopmansbeurs in Amsterdam, die in 1836 is afgebroken. Vroeger diende de koepel als theehuis, tegenwoordig is hij een atelier (op afspraak). 

Mijn voettocht schiet nu op, hij loopt op zijn einde. Een weiland in Landgoed ‘De Hoogt’ met twee paarden laat ik rechts liggen. Aan de einder staat een op het oog verlaten kapitaal pand. Een lange rij rododendronstruiken houd ik aan mijn linkerhand. Er valt uiteraard geen tuil te plukken. Bij autoweg Amersfoort-Doorn is het opletten geblazen voor de rechte oversteek, om dan het met een afsluitboom geblokkeerde bospad in te slaan. ‘Peppel-Enk’ luidt het opschrift.

Ik kom vervolgens door de ‘Koeheuvels’, een open zandverstuiving met heideplantjes en jeneverbesstruiken. Dit gebied is een restant van een veel groter stuifzandgebied met heide en eeuwenoude schapencultuur. Het is in hoog tempo dichtgegroeid, maar al de nodige jaren probeert men het open en gevarieerde heide- en zandstuifterrein weer te herstellen.

Op weg naar het station wandel ik in Maarn door de Raadhuislaan en over het 5 Mei-Plein. Het dorpje aan de voet van de Heuvelrug in het zuidoosten van provincie Utrecht telt iets minder dan vijfduizend inwoners. Het schijnt over een bijzonder dorpsgezicht te beschikken, want het ‘Tuindorp’ is in 1921 gebouwd voor de arbeiders, werkzaam in de zandafgraving van de Nederlandse Spoorwegen. De relatief kleine huizen hebben elk een enorme tuin. NS vond dat de arbeiders naast hun karige loon zelf groenten op eigen grond moesten kunnen verbouwen. Ik ben niet gaan rondschoffelen, bots tegen het station en klim met ietwat stramme spieren de trap naar perron 1 op. Het is bijna 14.00 uur, ik heb 3 1/2 uur de benen gestrekt, na eerst een half uur van huis naar station Heiloo te hebben gelopen. Red ik dat half uur terug naar huis straks ook nog? Een uitstapje naar het centrum van Utrecht zal ik maar laten voor wat het is.

Vrij snel is het boemeltje daar dat mij via Driebergen en Bunnik naar Utrecht CS brengt. Een trits vervelende schooljochies verveelt zich in de instaphal. Zij strooien - vooruitlopend op hun heerlijk avondje? - stoute jujubes door de schuifdeuren de coupe in. In de richting van giechelende schoolmeisjes. Het gangpad ligt bezaaid, niemand reageert, ik houd mij ook in. Waar hun school staat, weet ik niet, maar gelukkig stappen ze in Driebergen-Zeist uit. Daar horen ze thuis. 

Ik stap in Utrecht intercity over in de volle trein via Amsterdam CS naar Alkmaar. 

In Heiloo schijnt geen zon meer, Limmen ligt drie kilometer zuidelijker …

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Marijke:
    6 december 2015
    Zoekt en gij zult vinden...
    Wat vinden?
    Wel, stilte. En dat in Nederland. Je hebt al kuierend bewezen dat dat nog bestaat, zelfs urenlang. Kleine wondertjes in dit Hollandse 2015.