(404) SAM69+, over potje zwemmen in de Seine

24 januari 2016 - Parijs, Frankrijk

Zondag 24 januari 2016

Vive le vélo

Fietsend op mijn worldtraveller raak ik in Parijs verzeild. M’n vélo torst vier tassen aan zijn wielen, tent op de bagagedrager. Mijn schouders torsen een rugzak. Na een partijtje ploeteren door de Dordogne stap ik in het zadel om huiswaarts te keren.Ins Blaue hinein de terugweg aanvaarden, ik raad het niet aan. Routes met vrachtverkeer maken fietsen tot linke bezigheid, binnenwegen slingeren nogal. Fietspaden schitteren in absentie. Op de bonnefooi heuvel op, heuvel af, windschering van zoevende camions schudt mijn lijf dooreen in een poging me van het asfalt te blazen. Tergend langzaam, dorpje voor dorpje, zadelpijn naakt.

Een afgelegen boerderij staat onderdak toe aan mijn tentje onder de bomen. Geen potje, geen pannetje bij me, alleen slaapzak en isolatiematje. Trui in handdoek gevouwen vormt hoofdkussen. In de gastvrije hoeve kom ik bij. De boer schenkt wat in, hij neemt zelf een tweede neut.

“À la votre”, heft hij zijn glas.

Ik neem een slokje, verslik me. De boer giet zijn glas in één teug leeg. Ik nip opnieuw, verslik me weer. De boerin brengt stokbrood met plakken rauwe ham. Ik sla toe en verorber een belegde baguette. Onder tafel likkebaardt een hond. Z’n staart kwispelt tegen mijn benen, ik laat niets merken. Dan likt hij mijn bezwete kuit, zilt smaakt hem ook. Ik sta op, per ongeluk op zijn staart. Het dier jankt en druipt af. Tevreden neem ik nog een laatste slokje.

“À votre santé”, bedank ik het echtpaar.

Verzadigd zoek ik mijn tentje op. Van douchen komt vandaag niets.

Na een paar dagen rondzwerven geef ik mijn noordwaarts gerichte trip terneergeslagen op. Met hebben en houden op twee wielen betreed ik het perron van een klein station. Een uurtje later komt een boemeltje dat me in slakkengang verder brengt. Na enkele overstaps arriveer ik uiteindelijk in Parijs. Ik wurm mij zonder stratenplan op goed geluk door de mondaine lichtstad. Gare du Nord, waar hang je uit?

Parijs is eigenlijk wandelstad, waarin je hooguit de metro neemt. Op de fiets is het een mierennest vol rondtoerende Citroëns, Peugeots, Renaults. Vuil uitlaatgas spuwend en herrie schoppend. Nagelnieuwe limousines pronken in glanzende showrooms op de Champs-Élysées. In mijn gele shirt rijd ik een ereronde en stop voor het Lido, het spraakmakende revuepaleis uit mijn geboortejaar. Geïnspireerd op het beroemde ‘Lido di Venezia’, lees ik in de vitrine. Bluebell-girls werpen synchroon lange benen een voor een omhoog, speels genot om te bewonderen. Weg zadelpijn.

Een Bluebell komt naar buiten, repetities zijn afgelopen.

“Bonjour”, comment ça va?”, verbaast zij mij. “Hoe is het met jou?”.

Frans én Nederlands. Opeens herken ik haar. Ze komt uit Heemskerk en is in Parijs een van de elite-ballerina’s. Ik heb haar eens achter de Lido-coulissen voor een lokaal sufferdje geïnterviewd.

“Ken je Piscine Joséphine Baker? Dagelijkse oefening. Tu m’accompagnes?”.

Surprise, surprise. Met een Bluebell baantjes trekken in een bak in de Seine. Zonder morren fiets ik nog een rondje om. Joséphine, mag ik …?

 

1 Reactie

  1. Marijke:
    24 januari 2016
    PPP? Parijs Potje Piscine en dan zeker TT, Tijdje Terug?
    Met de fietspaden is het nog altoos treurig gesteld in la douce France, hoewel enige fietspadverbetering ook te constateren valt. Zou zeggen: maak TT tot heden en wie weet of de (een)Bluebell aan het end van je véloronde nogmaals samen met jou een Seineduik waagt.