(410) SAM69+, over ‘Wat ik nog wilde zeggen …’

30 januari 2016 - Neurenberg, Duitsland

Zaterdag 20 januari 2016

Meister und Monika

Berlijn of Bonn? Karlsruhe, Keulen, Koblenz? Ruim een halve eeuw geleden meandert onze pa zijn Simca 1000 met achterwielaandrijving langs hellingen vol wijnvelden aan de ene en rivier de Moezel aan de andere kant. Mijn moeder naast hem geniet. Zij neuriet voortdurend haar favoriete vakantievitamine: ‘Ja, zo’n reisje langs de Rijn … Rijn … Rijn’.

Mijn broertjes en ik hangen op de achterbank, knieën opgetrokken, voeten op opgerolde slaapzakken, wijsvingers op de uitgevouwen wegenkaart.

“Hou eens op, mam, dit is de Moezel. Die stroomt straks pas de Rijn in”.

We proberen zwarte letters op witte nummerplaten te adresseren. M is München. Of Mannheim? Volgens onze moeder pareltje Monschau.

Langs de route staat vaak ‘Heilige Messe’. We lezen dat hardop, so plat-Amsterdams as ’t maar ken. ‘Heilige Messé', met het accent op de laatste é. Weten wij veel. 

De jongste van ons drietjes jengelt: “We gaan toch naar de Bodemsee?”. 

Zijn hoog-Duits is minder dan het mijne, dat op een jaartje middelbare school leunt. 

“Bodensee”, reageer ik, “en dat staat niet op die auto’s, want het is geen stad”.

“Maar de see is van ons, kijk maar”, wijst hij op de kaart.

“Mensch”. Ik raak geïrriteerd. “See is Duits voor meer. En se segge Meer as se see bedoelen. Boden-meer, geen Bodemsee!”.

Aan de Bodensee mogen we met onze rubberen Gemini het water op. 

“Wel voorzichtig, hè”, krijg ik als opdracht mee. “En niet ver weg, langs de kant blijven”.

Vanuit het riet verschijnt een zwanenechtpaar. Vader zwaan stuift verontwaardigd op ons af. Ik trek met alle macht aan twee peddels om ervandoor te gaan. Net op tijd ontspringen wij een dans.

“Ha, ha”, lacht onze jongste. “Lagen we bijna op de seebodem van de Bodemsee”.

“Nooit meer Zwanenmeer”, sputter ik.

Van de camping herinner ik mij Monika, mooi meisje uit Mainz. Met jongere broertjes op je lip is het helaas moeilijk minnekozen. Monika is niet van de mannensport die voetbal heet. Wij lusten daar pap van, het ronde monster kleeft ons altijd aan.

“Tschü-üsch, Monika, wij gaan een potje pingelen”.

Mijn twee welpenbroertjes dagen mij uit. Übung macht den Meister. Monika trekt zich terug.

Over Fussball en Meisterschaft - ‘Die wichtigste Nebensache der Welt’ - gesproken. Duitsers winnen altijd, al is het in de slotminuut. Winnen lijkt ons, Oranjehemden, niet gegund. Ook Monika raakt uit beeld.

Jaren later vertoef ik in Neurenberg, waar ik wat door de Altstadt slenter. Vol verbazing bekijk ik de ‘Ehe-Karussell’, het in de jaren 1980 opgetrokken controversiële kunstwerk, dat veel kijkers trekt. In een Kneipe zie ik, halve liter in de hand, de EK-voetbalfinale. Eindelijk grijpt Oranje een titel. Ik bestel nog zo’n halve aan de bar, waar een hübsche dame mij aanstoot en me een warm gevoel bezorgt door haar naam te noemen.

“Monika”. 

Europameister en dan dit. Ik krijg ik het heel benauwd en neem opnieuw een slok.

“Monika? Das darf doch nicht wahr sein … Was ich noch zu fragen hätte … Aus Mainz?”.

2 Reacties

  1. Marijke:
    30 januari 2016
    Von Monika zu Monika...dauert eine Cigarette und ein lets letztes Glas im Stehen?
  2. Marijke:
    30 januari 2016
    Was ich noch zu sagen hätte: Entschuldigung, ich meine Zigarette.