(416) SAM69+, over een eens desolaat vissersplaatsje

5 februari 2016 - Wijk Aan Zee, Nederland

Vrijdag 5 februari 2016

Haardsteden en haring

Beklemd door hoogovens van Tata Steel ligt Wijk aan Zee naast een natuurgebied dat inwoners van goed drinkwater voorziet. Het dorp heeft in de loop der tijden veel doorstaan, oude prenten uit 1740 tonen hoe desolaat het eruit zag. Toch weet het kustplaatsje zich steeds te herstellen.

‘Wijck op Zee’ of ‘Wijck ter Zee’ wordt voor het eerst schriftelijk vermeld in 1308. Als nederzetting voor vissersbevolking bestaat het eeuwen. De kust ligt dan meer naar het westen, het dorp westelijk van de huidige kerk, die in de eerste helft van de 15e eeuw is gebouwd.

Sinds 1936 is Wijk aan Zee deel van Beverwijk. Samen met Wijk aan Duin was het ooit als ‘Wijk aan Zee en Duin’ zelfstandig. Tot aan midden 19e eeuw is het een vissersdorp. Schilder Rijckaert Aertsz, rond 1482 in Wijk aan Zee geboren, is zoon van een visser. Zijn dorp heeft geen haven en verliest in de loop van de 19e eeuw de concurrentiestrijd met andere vissersdorpen in de regio. De visserij sterft in Wijk aan Zee een langzame dood, rond 1811 dwingt armoede de uitgedunde bevolking om dagelijks in Beverwijk te bedelen.

Wijk aan Zee - 2.222 inwoners - ligt tussen Tata Steel, Noordzee en Noord-Hollands duinreservaat. In zijn geschiedenis heeft het dorp veel meegemaakt. Rond 1395 bloeien zeedorpen door haringvisserij en koopvaart. In 1477 behoort Wijk aan Zee met 250 woningen (‘haardsteden’) tot de grootste dorpen in Kennemerland. De vloot bestaat in dat jaar uit 42 grote en kleine pinken. Tijdens oorlogsgebeurtenissen rond 1490 wordt ook Wijk aan Zee slachtoffer. Tien buizen raken aan de Fransen verloren, schepen vergaan. Het aantal haardsteden daalt naar 160.

Begin 19e eeuw bereikt verarming van het dorp een dieptepunt. Sinds 1845 ontwikkelt het zich als badplaats. Steeds zijn er stormen, soms stranden schepen, soms spoelen walvissen aan, de laatste in 1956. Soms fiets ik naar Wijk aan Zee om over de Zeeweg naar Beverwijk te gaan, waar de ‘Romerkerkweg’ van herberg naar kerk loopt. Langs Westerhout en Huis Duinwijk naar groene enclave Scheijbeeck.

Buitenplaats Scheijbeeck ligt in het zuiden van Beverwijk, tegen de grens met Velsen. Tot begin van de 20ste eeuw is het hier rustig, landelijk gebied. Nog steeds handhaaft het domein zich in steeds meer verstedelijkt gebied met drukke verkeersaders. ‘Prins der dichters’ Joost van den Vondel (1587-1679) verbleef regelmatig op Scheijbeeck om er te dichten.

O Hofsteé, lustprieel der wijzen

hoe heerlijk zien wij nu alree

Uw hoogh geboomt ten hemel rijzen

en kijcken over duin in zee

De klare Beeck, uit schorre duinen

gesproten, om uw achterkant

Uw vijvers, bosch en groene tuinen

langs oevers, dicht met ooft beplant

Te laven, met een lieflijck morren

tot datze valt in ’t Wijcker meer,

die magh verdrooghen en verdorren

door ongelegenheit van weer

Het gedicht kent nog meer strofen, maar deze eerste zijn voor mij voldoende om op Vondels sterfdag voldaan huiswaarts te keren, vijftien kilometer naar het noorden. Uiteraard rijd ik om door Noord-Hollands duingebied.

2 Reacties

  1. Truus de Vries:
    5 februari 2016
    Een heel mooi gedicht. Ik ken het gebied niet zo goed.
    Mijn voorouders woonden daar ook en er woont nog steeds een nicht.
    Ik fiets daar ook wel eens maar niet op Vondels verjaardag. Wat leuk.
  2. Marijke:
    5 februari 2016
    Het strand bij Wijk aan Zee ziet er momenteel vast iets appetijtelijker uit dan dat bij Egmond aan Zee, waar de zandsuppletie gepaard ging met het leegkieperen van vrachtwagens vol stenen.
    In Wijk aan Zee voert een lang plankier op het strand naar een restaurant, waarover wij met toestemming per auto naartoe mochten rijden in wintertijd. De toegangsslagboom werd voor ons geopend: superservice!