(417) SAM69+, over spektakel in de lichtstad (1)

6 februari 2016 - Parijs, Frankrijk

Zaterdag 6 februari 2016

Biertje in brasserie

In Frankrijk is levensgenieten een kunst, Parijs is de voedingsbodem voor de bohémien. Wonen op een zolderkamer, café-bezoek met liefde voor literatuur, schrijven op een terras. Tal van gerenommeerde schrijvers bezoeken de lichtstad. Wie cafés instapt, betreedt het literaire leven. Sartre, De Beauvoir en Café de Flore zijn onverbrekelijk aan elkaar verbonden. Waar elders schrijvers eenzaam op een achterkamer zwoegen, weet de literator zich in Parijs verzekerd van een vaste stek in zijn stamcafé.

In millennium-jaar 2000 hebben we nog geen voorstelling van het aangeslagen 2015. De opwindende sfeer van het caféleven heeft nog te maken met frisse kleuren en geuren die zich vermengen. De Amerikaanse schrijver Thomas Wolfe beschrijft die ‘vunzige en sensuele, subtiele en obscene’ bedwelmende mix die het Parijse caféleven bepaalt. Volgens hem bestaat de melange uit ‘wijn, bier of cognac, de scherpe geur van Franse tabak, gepofte kastanjes, café noir, geheimzinnige likeuren in felle kleuren en … het weelderige vlees van geparfumeerde vrouwen’.

Ernest Hemingway doet in ‘Dag en nacht feest’ verslag van zijn Parijse jaren. Hij loopt een café op Place St. Michel binnen, hangt zijn oude regenjas aan de kapstok, legt zijn verweerde vilten hoed op het rek en bestelt een café au lait. Hij begint te schrijven over jongens die in het koude noorden van Michigan aan het drinken zijn. Hemingway krijgt zelf ook dorst en bestelt een rum. Die verwarmt zijn lichaam en geest, de aanblik van een knap meisje aan een tafeltje bij het raam windt hem nogal op. Hij verwerkt dat in zijn verhaal. Als hij de laatste alinea overleest en opkijkt, is het meisje verdwenen. Hemingway voelt zich leeg en tegelijk bedroefd en gelukkig, alsof hij de liefde heeft bedreven. Hij bestelt een dozijn oesters en een halve karaf droge witte wijn. Het lege gevoel is hij snel kwijt.

In het najaar van 2000 zit ik in ‘Brasserie Lipp’, waar ik voor de prijs van één biertje een compleet overzicht krijg van wat zich in Parijs afspeelt. Bovenop de gebeurtenissen, om mij heen mensen die alles weten over de wereld, kunst en cultuur. Zo hoor ik dat een Nederlandse uit Noord-Holland als Bluebellgirl in het Lido aan de Avenue des Champs Elysées, vlakbij de Arc de Triomphe, optreedt.

Het Lido is het befaamde Parijse theater uit 1928. De revue van de nachtclub staat onder leiding van Christian Clerico. In de brasserie raak ik met hem aan de praat. Hij schetst de historie met zo’n 24 revues, waarin beroemdheden uit de hele wereld optreden. Grote vedetten als Laurel en Hardy, Frank Sinatra, Shirley MacLane, Sammy Davis jr. en Liza Minelli.

Clerico vertelt over zijn wervelende show ‘Bravissimo’, die mijn fantasie verleidt. Na het biertje dat mijn schrijversmoed schraagt, stel ik een gewaagde vraag.

“Is het mogelijk om mijn landgenote Wendy, een van uw Bluebells, te interviewen?”.   

Nooit verwacht en toch gekregen: vrijkaartje voor de show, inclusief fles champagne en de belofte om met de danseres te mogen spreken.

(wordt vervolgd)

1 Reactie

  1. Marijke:
    6 februari 2016
    Geschraagde schrijversmoed en een gewaagde vraag---mijn taalhart maakt een sprongetje: klankrijm, alliteratie en dan ook nog belofte van Bluebellbelevenissen!