(436) SAM70+, over besondere reis met mooi uitsig (11)

25 februari 2016 - Kruger National Park, Zuid-Afrika

Donderdag 25 februari 2016

Koddig, kaken, koeien en kalven

Iedereen denkt wat anders, maar leeuwen kunnen in bomen klimmen en zijn helemaal niet bang voor water. De leeuw is bijzonder snel. Hij loopt de honderd meter in ongeveer vier seconden, ruim tweemaal zo snel als de winnaar van het goud op de Olympische Spelen van Sydney. Z’n uithoudingsvermogen is niet bijster groot. Heeft een prooidier de eerste aanvalssprint overleefd, slaagt het meestal wel om te ontkomen.

Kruger Nationaal Park is het land van het grote wild. Op het oppervlak van bijna twintigduizend vierkante kilometer trekken leeuw, neushoorn en olifant traag en koninklijk door een landschap, dat eeuwenlang onveranderd is. Na de olifant is de witte neushoorn het grootste landzoogdier. Net als de zwarte neushoorn is hij eigenlijk grijs. Het is niet duidelijk waaraan ze hun naam hebben te danken, al slaat die van de zwarte neushoorn wellicht op zijn humeur. De zwarte leeft solitair en is agressief. Geen avances dus. Hij is kleiner dan de witte en heeft een puntige bovenlip, waarmee hij takjes vastgrijpt die hij van bomen eet. De witte neushoorn is bij de schouder wel twee meter hoog, heeft een brede, rechte bovenlip en is een grazer.

Het nijlpaard behoort ook tot de zwaargewichten. Een stier kan wel vijftienhonderd kilo zwaar zijn. Het grootste deel van het jaar leeft het nijlpaard zonder problemen samen met de krokodil in de rivieren. Krokodillen vallen echter soms pasgeboren nijlpaardjes aan. Gaat een jong geboren worden, verjagen omringende nijlpaarden alle krokodillen in de buurt. Hulp hebben ze daarbij niet nodig. Een interessante eigenschap van het dier is dat hij geen haar heeft, geen zweetklieren en een zeer dunne opperhuid over een dikke huid. Aangezien hun dikke huid gevoelig is voor hitte en zonlicht brengen nijlpaarden het grootste deel van de dag in het water door, meest diep water waarin ze onder water toevend voorkomen dat ze uitdrogen. 

Ondanks zijn ietwat koddige uiterlijk is het nijlpaard in het water een handige, sierlijke zwemmer. De koeien zogen hun jongen onder water, waarbij de jongen om de paar minuten boven water komen om te ademen. De enorme kaken van het nijlpaard, met angstaanjagende tanden, kunnen met gemak een krokodil in tweeën bijten, maar het nijlpaard is planteneter en slokt wel honderdtachtig kilo gras en rietschoten op in één nacht. Z’n gierst spreidt hij komisch in het rond.

Ook de buffel houdt ervan zich in waterpoelen te wentelen. Het is een trekkende soort, vaak in kudden van honderden exemplaren. Net als veel andere Afrikaanse dieren kwam ook de buffel vroeger wijdverbreid voor, van Kaapschiereiland tot de Limpopolaagte en noordelijker. Nu is zijn woongebied tot wildreservaten beperkt. Zijn ze aan het grazen, zien ze er vreedzaam genoeg uit. Toch zijn ze licht ontvlambaar en geduchte vechters. Als zij worden verstoord, snuiven ze meestal luid en stuiven ze naar de bush. Met koeien en kalveren bij zich nemen zij een verdedigende houding aan. De stieren stellen zich dan in een kring om de kudde op.

(wordt vervolgd)

2 Reacties

  1. Marijke:
    25 februari 2016
    Het Krügerparkleven is toch heel wat anders dan het leven in Artis, Blijdorp, Noorderdierenpark of noem maar op. Jammer dat dat Krügerdierenleven zo ver weg is...
  2. Tineke:
    25 februari 2016
    Leuke Zuid-Afrikaanse verhalen! Voor wie er niet was, interessant en beeldend om te lezen: "In de wildernis" van Kobie Krüger. "Het onvergetelijke, waar gebeurde verhaal van een gezin in het hart van Afrika".