(442) SAM70+, over koninklijke klasse en vervlogen tijden (2)

2 maart 2016 - Amsterdam, Nederland

Woensdag 2 maart 2016

Atlas, Bentheim, Capitool

Als Amsterdammertje leer ik op school dat het Koninklijk Paleis op de Dam is gebouwd op palen. Om precies te zijn 13.659. We kunnen het onthouden door de formule ‘aantal dagen van het jaar, een eentje ervoor, een negentje erachter’. De houten heipalen zijn inmiddels twee in aantal minder, verwijderd om te zien of de palen nog gaaf zijn. Dat zijn ze - onder water, afgesneden van zuurstof, door geen enkele rotting aangetast.

E. en ik vereren het paleis, dat tussen 1648 en 1655 als stadhuis is gebouwd, met een bezoek. Het bouwwerk, naar ontwerp van Jacob van Campen, geldt als Nederlands belangrijkste historische en culturele monument uit de Gouden Eeuw. Opvallend is het ontoegankelijke karakter van het gebouw, een monumentale ingangspartij ontbreekt. Wij laten de officiële entree aan de Nieuwezijds Voorburgwal onbenut en melden ons op de begane grond aan Damzijde. Uit de lokroep begrijpen we dat het paleis OPEN is, hoewel niet als vrolijke boel, met zware tralies voor alle beganegrondvensters. Alleen de Vierschaar heeft openingen, musketten zouden ons op afstand kunnen houden.

Het vorstelijke bouwwerk is opgetrokken uit oorspronkelijk licht gekleurd Bentheimer zandsteen, dat neigt naar zwartverkleuring. In het interieur is veel marmer gebruikt. Van Campen liet zich inspireren door Romeinse bestuurlijke paleizen. De burgemeesters van Amsterdam, die zich consuls van een ‘nieuw Rome’ wanen, laten als het ware een nieuw ‘Capitool’ neerzetten. In het Rijksmuseum is de zilveren troffel nog te zien, in 1648 bij het leggen van de eerste steen door de toenmalige burgemeesters gehanteerd.

Tot 1808 is het gebouw stadhuis gebleven. Daarna wordt het aan koning Lodewijk Napoleon als paleis aangeboden. Aan voorzijde komt een balkon, galerijen worden door houten wanden in vertrekken verdeeld. Uit Lodewijks periode stammen de fraaie empire-meubelen, de grootste collectie buiten Frankrijk. In 1810 - Nederland is bij het Franse keizerrijk ingelijfd - wordt het paleis zelfs tijdelijk keizerlijk.

Wij doen ons best indoor de weg te vinden, vriendin E. op haar museumkaart, ik na betaling van tien euro entree. Daarvoor ontvangen we een ‘mobiele gids’, die in alle vertrekken in gesproken woord uitleg verstrekt. Mijn voorkeur is om de geschiedenis beknopt op papier te ontvangen - brochure, vouwblad -, maar dat is er niet bij. Het valt mij op dat bijzonder veel mannelijke en vrouwelijke suppoosten op de been zijn om ons - ze doen dat vriendelijk gedienstig - te woord te staan en vragen te beantwoorden.

De uitstraling van dit Koninklijk Paleis vind ik indrukwekkender dan het armoedig ogende interieur van Paleis Soestdijk. Dat komt vermoedelijk mede door het gebruik voor officiële ontvangsten in de hoofdstad. Imposant groot is de centrale ‘Burgerzaal’ op de eerste verdieping. Rondom zijn de kamers gesitueerd, waarvan ik bij lange na niet alle namen heb onthouden. De ‘Schepenzaal’ is de grootste, het ‘Burgemeestersvertrek’ ligt naast de ‘Burgemeesterskamer’ en naast de ‘Vroedschapskamer’ ligt de ‘Weeskamer’ in de noordoostelijke hoek.

In het Paleis torst Atlas de wereld en staan bloemen er koninklijk bij. Buiten zwaaien wij naar de duiven op de Dam.

(The End)

Foto’s

1 Reactie

  1. Marijke:
    2 maart 2016
    Foto's vol warme allure illustreren jullie koninklijk bezoek op koninklijke wijze. Ben zelf volgens mijn herinnering nooit verder gekomen dan één zaal Paleis op de Dam. Dat doorkijkje richting Dam is naast al het paleishistorische gewoon duiviesachtig leuk.