(460) SAM70+, over romantiek achter een muur

20 maart 2016 - Boedapest, Hongarije

Zondag 20 maart 2016

Warm water en werelderfgoed

Boedapest, hoofdstad van Hongarije, komt nog wel eens in mijn hoofd op voor een stedentrip. Erna is daar al geweest, dus van een reisje naar de ‘Koningin van de Donau’ zal het niet gauw komen. Wat anderhalve eeuw geleden Pest-Boeda heette - nu dus andersom -, is een stad waar veel valt te beleven. Heuvelachtig Boeda aan de rechteroever van de Donau is rustig, het vlakke Pest op de linkeroever levendig. In beide stadsdelen zijn leuke winkeltjes, historische bezienswaardigheden en geweldige spa’s.

Op loopafstand van elkaar liggen historische bouwwerken en standbeelden tussen de winkels en restaurants in de binnenstad. Van Erna begrijp ik dat het voor de hand ligt om na een uitgebreide stadswandeling het heilzame water van de Gellért Spa in Boeda op te zoeken. Je kunt voor het vermoeide lijf ook totale ontspanning in Pest vinden, in de Széchenyi Spa. Beide zijn de oudste en meest authentieke thermale baden van Boedapest. Erna liep samen met vriendin B. warm voor de eerste om zich in water van boven dertig graden Celsius onder te dompelen.

Wandelen langs de grootste schat van de stad - de schitterende Donau - verveelt ook nooit. De rivier scheidt de delen Boeda en Pest van elkaar. Met de mooiste vergezichten waan je je er in een oud sprookje. Aan de Pest-zijde ligt het Parlementsgebouw direct langs de Donau, vooral ’s avonds een bijzondere blikvanger. Als eerste ontving dit deel van de stad de status van Werelderfgoed van Unesco.

Nog steeds is de wettelijke munteenheid van Hongarije de forint. De bedoeling is dat het land binnenkort overstapt op de euro. Wat de beide dames in Boedapest beslist niet nalieten, was lekker koffieleuten in stijl. De stad kent typisch Hongaarse koffiehuizen genoeg, waar je tegen een nostalgisch en weelderig decor koffie kunt drinken. Om dat in stijl te doen, koos het tweetal voor het beroemdste en sfeervolle café Gerbeaud, een geliefd ontmoetingspunt sinds 1858. Natuurlijk vergaten zij niet er een traditioneel taartje bij te nemen. De een nam een Rigó Jancsi, de ander een stukje Dobos-taart. Dat was pas echt ‘een bakkie doen’, zeggen ze nog steeds.

In het oudste stadsdeel Óbuda woonden vroeger de koningen. Hier ligt het Florianplein met enkele kleine kunstmusea, restaurantjes en terrassen. Op het plein staan beelden van vier vrouwen met een paraplu, gemaakt door kunstenaar Imre Varga. Ook bevinden zich in de buurt enkele belangrijke Romeinse ruīnes, die herinneren aan het Óbuda van eeuwen geleden.

In het midden van de Donau ligt een stadspark van 2,5 kilometer lang en - op het breedste gedeelte - vijfhonderd meter breed. Het park ligt tussen de Margitbrug en de Árpádbrug, men noemt het ook wel ‘Margaretha-eiland’. Je vindt er zwembaden, mooie tuinen, een openluchttheater en natuurlijke bronnen. Geen auto’s, alleen bussen, taxi’s en toeristenkoetsen. Dit wonderbaarlijke stukje natuur midden in de stad is natuurlijk niet bedoeld om vluchtelingen onder te brengen. Daarvoor heeft Hongarije een muur gebouwd met een lengte van Utrecht tot Maastricht. Magyar machtig middel.

3 Reacties

  1. Marijke:
    20 maart 2016
    Vanuit het Parlementsgebouw in Pest pest Victor Orbán met gretige graagte.
    Misschien zou er ook om hem een muur gebouwd kunnen worden?
  2. Truus de Vries:
    20 maart 2016
    Ik vind dat hij de vluchtelingen niet zo zou moeten pesten
  3. Reggy:
    20 maart 2016
    Ik heb nog steeds dat ik Hongarije en Puskas onlosmakelijk met elkaar verbonden vind.