(486) SAM70+, over Jeroen en geld van toen

15 april 2016 - 's-Hertogenbosch, Nederland

Vrijdag 15 april 2016

Blencken, brood en Bossche binnenstad

’s-Hertogenbosch viert gedurende geheel 2016 het ‘Boschjaar’. De laatmiddeleeuwse schilder Jeroen Bosch geniet tijdens zijn leven al grote bekendheid. Zijn fameuze schilderijen beelden helse taferelen met surreële gedrochten, monsters en duivels uit. De eigenlijke naam van Jeroen is Jheronimus van Aken. Zijn voorouders komen uit Aken en vestigen zich in Nijmegen. Grootvader Jan van Aken trekt naar Den Bosch om het schildersvak uit te oefenen. De Van Akens zetten de familietraditie hier van vader op zoon voort.

Als zoon van Anthonis van Aken ontwikkelt zoon Jheronimus zijn genialiteit in het verbeelden van de religieuze strijd tussen het goede en het kwade. Door met de welgestelde Aleid van de Meervenne te trouwen en door als gezworen broeder lid te zijn van de Lieve Vrouwe Broederschap verhoogt Jeroen zijn maatschappelijke status. Hij gaat tot de stedelijke elite van ’s-Hertogenbosch behoren, wonend en werkend in een groot huis aan de Bossche Markt. Van voorname burgers en adellijke personen ontvangt hij opdrachten tot schilderen.

Over het leven van Bosch is verder nauwelijks iets bekend. Van brieven, documenten en eigentijdse portretten, waaruit iets biografisch is op te maken, is amper een spoor te vinden. In augustus 1516 vindt in de Sint Jan de uitvaartdienst van Jeroen Bosch plaats in de kapel van de gezworen broeders. Waaraan hij is overleden, is niet bekend. In die tijd waart een besmettelijke ziekte door ’s-Hertogenbosch, maar of die hem velt? Na zijn dood blijven zijn verbeeldingen tot ver in de 17e eeuw razend populair. Honderden navolgers kopiēren er lustig op los, zij signeren zelfs met Jheronimus Bosch. Dat zijn dus met recht vervalsers te noemen, die op illegale wijze hun centen willen verdienen.

In de tijd van Jeroen Bosch verdient een ongeschoolde arbeider acht blencken per dag. Dat is naar de huidige tijd omgerekend 28 euro cent. Een maaltijd in een herberg kostte toen 14 euro cent. Voor 28 euro cent - acht blencken - kon je drie haringen of drie broden kopen. Bosch leefde van 1450 tot 1516. Toen konden die acht blencken in één klap minder waard worden, omdat de Hertog van Bourgondië zomaar een bevel tot waardevermindering kon uitvaardigen.

Ik ben benieuwd naar wat blencken, maar ook wat botdragers, halve plakken, snaphanen en witjes zijn. Daarom betreed ik het Jheronimus Bosch Art Center, waar de expositie ‘Jeroen en het geld van toen’ is te zien. De numismatische Kring Brabant toont hier hoe het geld in de tijd van Jeroen Bosch rolde. Tentoongestelde munten en penningen en ook andere monetaire zaken geven een goed zicht op de financiële wereld van die tijd.

Het JBAC is in een prachtige voormalige kerk in eclectische stijl van de architecten Jan Stuyt en Jos Cuypers gevestigd. Veel bekijks trekt de replica van het astronomisch kunstuurwerk, dat toentertijd in de stad stond. Het Art Center biedt vanuit zijn toren met glazen lift een geweldig uitzicht over de Bossche binnenstad, waar ooit blencken en botdragers rolden dat het een lieve lust was.

Foto’s

1 Reactie

  1. Marijke:
    15 april 2016
    Je B, B en B Blog is weer een mooi stukkie! Bosch, Jeroen bekijken betekent temidden van hordes andere kijkers kijken, zelfs al krijg je een blokkijktijd toebedeeld. Maar lopen door Bosch, Den is heel aangenaam.
    Je foto's: ook mooi!