(78) SAM69+, over inspiratie en papieren zak

4 maart 2015 - Sydney, Australië

Woensdag 4 maart 2015

Boomhutten en middelvinger

Het nieuwe onderzoeksinstituut van Sydney’s University of Technology heeft onlangs zijn deuren geopend. Gewoonlijk trekt zulk nieuws niet mijn aandacht, maar metropool Sydney dwingt mijn urbane interesse af. Als het bericht ook nog een lijntje naar Bilbao legt – de Spaanse metropool, waar ik net op bezoek ben geweest -, wil ik het onderste uit de kan weten. Of moet ik zeggen: het onderste uit de zak. Want mijn oog is op het nieuwe Chau Chak Wing Building van de universiteit van Sydney gevallen.

Voor de bouw van deze nieuwe ‘business school’ waren liefst 320 duizend bakstenen nodig, allemaal op maat gemaakt en met de hand gelegd. Het resultaat is een zandkleurig  gebouw in een krullende structuur. Het verleidt Sir Peter John Cosgrove, gepensioneerd generaal en 26ste gouverneur van Australië voor de Engelse kroon, tot de opmerking dat het de mooiste geplette bruinpapieren zak is die hij ooit heeft gezien.

Daar kan het bouwwerk, ontworpen door de Canadees-Amerikaanse architect Frank Owen Gehry (Toronto, 1929), – zijn eerste in Australië - het mee doen. Of juist niet, het is maar hoe je het bekijkt. Van zijn belangrijke bouwwerken noem ik de Walt Disney Concert Hall in Los Angeles, het American Center in Parijs, het ‘dansende ING-hoofdkantoor’ in Praag en het spraakmakende Guggenheim Museum in Bilbao. Het gebouw in Sydney is vernoemd naar Dr. Chau Chak Wing, een Australisch-Chinese zakenman, die twintig miljoen dollar voor de constructie doneerde.

Hoewel het nieuwe pand doet denken aan een papieren zak, haalt de 85-jarige ontwerper zijn inspiratie uit boomhutten. Daarin staat ook alles schots en scheef en lopen vertakkingen dwars door de ruimte. Gehry ziet dit als metafoor voor de gewenste interactie tussen de verschillende opleidingen die in het instituut aan zo’n 1.500 studenten worden gegeven. Het totale prijskaartje bedraagt 125 miljoen euro, de bouwtijd duurde vijf jaar. Vóór de bouw kon beginnen, waren meer dan 150 houten en papieren schaalmodellen nodig.

Bij de officiële opening kunnen journalisten vragen stellen. Een kritisch ingestelde nieuwsjager vraagt aan de architect of hij zijn gebouwen alleen voor de uiterlijke show ontwerpt. Gehry is van de vraag niet gediend en reageert met opgestoken middelvinger: “98 Procent van de hedendaagse nieuwbouw bestaat uit inspiratieloze troep”.

Gehry’s werk wordt tot het deconstructivisme gerekend, zijn eigen zelf geconstrueerde woonhuis in Santa Monica is wereldberoemd. Hij doorbreekt hiermee conventionele architectonische structuren en gebruikt sloopmaterialen voor de aankleding. Zijn grote succes volgt in de jaren 1990. Venice, een gebouw in Californië, heeft een staande verrekijker – ontwerp van beeldhouwer Coosje van Bruggen – als ingang. Het ING-hoofdkantoor in Praag wekt nog meer verwondering. Gehry plaatst twee torens zo tegen elkaar, dat ze met elkaar lijken te dansen. Hun bijnaam luidt dan ook ‘Fred and Ginger’.

De architect is nuchter over zijn architectuur. Over museum Guggenheim in Bilbao zegt hij: “Het ziet er prima uit”. Met het beeld van het Guggenheim Museum nog op mijn netvlies durf ik te stellen dat hem in ieder geval geen ‘inspiratieloze troep’ kan worden verweten.