Naar de Algarve, wel of geen Portugal (deel 3)

30 augustus 2018 - Aljezur, Portugal

In de Algarve kun je het hele jaar door genieten. ’s Zomers trekken duizenden toeristen naar de kust tussen Faro en Lagos, badplaatsen als Albufeira en Portimão zijn razend populair. Wij verblijven er in het najaar, proberen grote drukte altijd te vermijden. Zonder twijfel gaan we vanuit Carvoeiro ook westwaarts op verkenning, richting Sagres, over de weg op de klippen naar Cabo de São Vicente. Even diep ademhalen en het oceanische blikveld op me laten inwerken, staat mij voor ogen.

We zijn van plan via Vilo do Bispo over een onverharde weg de borden naar Praia do Castelejo te volgen. Achter dit enorme strand moeten hoge klippen staan, de zee is er ruw en koud, én de plek wordt weinig bezocht. Slechts volhardende surfers nemen de moeite. Het lijkt een puike plek om de ruige schoonheid van de westelijke Algarve te ondergaan. In het strandcafé kunnen we lunchen.

In het nabije Aljezur - ruim drieduizend inwoners - klimmen we via de oude wijk naar het ruïneuze Moorse kasteel uit de 10-e eeuw, om het prachtige panorama te absorberen. Het uitzicht over de Serra de Monchique moet bloedstollend zijn, natuurbranden en hun effecten buiten beschouwing gelaten. Deze vulkanische bergketen beschermt het milde klimaat tegen noordelijke invloeden. Hoogste berg is de Fóia (902 m.), minder bebost dan de op een na hoogste berg, de Picota (773 m.). Misschien gaan we hier wel een stuk wandelen langs kastanjebomen, door velden met wilde bloemen. Met de auto komen we trouwens ook door valleien met veelsoortige flora van rododendrons, mimosa’s, kastanjes, dennen en kurkeiken.

Over Napels luidt het gezegde ‘Eerst Napels zien en dan sterven’. Aljezur kent ook zo’n uiting: ‘Wie ten hemel stijgt, ziet allereerst Aljezur’. Hiermee wordt het oude deel van het uit twee delen bestaande stadje bedoeld. In dit deel liggen de achthoekige ruïnes van het door de Moren gestichte kasteel, die na de aardbeving van 1755 zijn overgebleven. Beneden aan de rivier ligt rond de Igreja Nova het in de 19-e eeuw ontstane nieuwe dorp.

Aljezur is door de Moren gesticht, hier ook leden zij in 1246 hun laatste nederlaag. Het verhaal gaat dat inwoonster Maria Aires verliefd werd op een soldaat van het Portugese leger. Zij vertelde hem dat de Moren de gewoonte hadden om op 29 juni - de nacht van São João - een middernachtelijk bad te nemen. Dat klopt dus niet helemaal, want dat feest van São João wordt in de nacht van 27 op 28 juni om 00.00 uur gevierd. Toch bestaat de traditie nog altijd om op 29 juni om middernacht een bad te nemen, ook al is op andere plaatsen de datum naar 29 augustus verschoven. Het blijft een mooi verhaal, want gedurende die nacht werden de Moren zonder wapens en kleren verrast en het kasteel ingenomen.

Portugezen adoreren verhalen rond grote liefdes. Nieuwsgierig als wij zijn, gaan we in deze omgeving op zoek naar een van de plekjes die naar deze Maria Aires zijn vernoemd. Hoe dit afloopt, valt te lezen als wij zijn teruggekeerd.

(wordt dan vervolgd)

1 Reactie

  1. Marijke:
    31 augustus 2018
    Een middernachtelijk bad nemen tijdens jullie vakantie is misschien wat veel van het romantisch goede, ook al weten jullie dat je hotel tijdens dat badderen niet door de Moren ingenomen zal worden. De achthoekige ruïnes bekijken is vast al romantiek genoeg!