Boterham met platte kaas in Jezus-Eik

30 januari 2020 - Jezus-Eik, België

Limit is een omgekeerde achtbaan in het Duitse Soltau. Een populair type, dat ook in het Belgische Walibi te Waver en het Nederlandse Walibi Holland te Biddinghuizen is te vinden. Wij zijn geen liefhebbers van deze zogeheten ‘Suspended Looping Coasters’, meer pret halen wij uit een meergangen maaltijd in een goed restaurant. Daarvoor zijn wij bij onze vrienden uit België in de goede omgeving. Overijse en Jezus-Eik liggen dicht bij elkaar, keuze genoeg. Voor restaurant-bar ‘the Limit’ hoeven wij niet naar het Ierse Ballyshannon af te reizen, aan de Brusselsesteenweg is ook een restaurant onder die naam gevestigd. Vroeger heette het ‘Au 3 Villages’. De Limit ligt immers op de grens van Overijse, Tervuren en Oudergem.

Linus, hoewel geen top-biertje, en Limit zijn namen die mij vanzelf naar ‘Lipsius’ leidden, restaurant in Overijse. Helaas blijkt dit sinds enkele jaren gesloten. Jammer, want door de ‘zeebereidingen’ van de top-chef stond het bekend als top-restaurant. Niet getreurd, gewoon verder oriënteren. In het centrum van Jezus-Eik was café Terminus een van de oudste, beter bekend als restaurant ‘Denaeyer’, naar uitbater Cyrille. Een halve eeuw geleden was hier van restaurants amper sprake. Het centrum was gevuld met cafés die in het weekeinde kleine restauraties opdienden. Klassieker was de boterham met platte kaas, die wij ’s middags nog net op tijd voor onze lunch langs het Zoniënbos konden bemachtigen. Pas na 1970 begon men meer en meer de restauranttoer op te gaan en werd een aantal cafés tot restaurants verbouwd.

Ontstaan en bloei van de horeca in Jezus-Eiks centrum was nauw verbonden met het bedevaartsoord. Vele pelgrims en bedevaarders die langskwamen, zorgden voor groei. Het bekendste café was café ‘Luxemburg’. Binnen was een steile houten trap, die op de bovenverdieping uitkwam. Hier speelde zich het verenigingsleven van Jezus-Eik af in een oud zaaltje. Brandveiligheid speelde geen rol. De enige nooduitgang was een steile zoldertrap achter het podium. Gerookt en gedronken werd er niettemin duchtig tijdens de toneelopvoeringen. Ik las ergens dat cafébaas Leon Hendrickx zijn Suzanne later meenam naar de ‘Bosuil’, waar het duo de rol van eerste cafetariauitbaters op zich nam.

Waren vroeger processies in Jezus-Eik schering en inslag, de beruchte naam ‘Den Bosuil’ doet mij als voetballiefhebber denken aan de Hel van Deurne, voetbaltempel in Antwerpen. Hier werd zo’n 35 keer de ‘Derby der Lage Landen’ gespeeld. Match tussen Rode Duivels en Oranje Leeuwen, oftewel België contra Nederland, voor het laatst in 1977. Zijn wij aan de wandel, met lekkere trek op zoek naar een restaurant, kom ik toch weer op dat vermaledijde voetjebal uit. Daarvoor heb ik een excuus, want in het Belgische loop ik tegen een krantenkop aan: ‘Rensenbrink, la légende n’est plus!’. Generatie- en bijna leeftijdgenoot Robbie (72) - Rolls Royce onder de Nederlandse linksbuitens - overleed in zijn woonplaats Oostzaan, waar ik lang geleden eveneens enkele jaren heb gewoond. De vedette van onder meer DWS Amsterdam, Club Brugge en het Brusselse RSC Anderlecht, ook wel ‘Slangenmens’ genoemd, stierf aan een agressieve spierziekte.

(wordt vervolgd)