Bravo, Bruisend Brussel (1)

2 november 2018 - Brussel, België

Wij gaan onze zuiderburen omarmen! In Vlaanderen of Wallonië? Zijn het Vlamingen of zijn het Walen. Neen, het zijn Brusseleirs! Over welk Brussel spreken wij dan? Het kleinburgerlijke van Jacques Brel of het surrealistische van René Margritte? Het romantische van Liesbeth List of het levendige van Johan Verminnen? Het geheimzinnige van Francois Schuiten of het koninklijke Bruxelles van Hergé?

In Brussel schreef Karl Marx met Friedrich Engels ooit het Communistisch manifest. De Franse auteur Baudelaire schreef er zijn vernietigende ‘Arm België’. Auguste Rodin woonde jarenlang in Brussel. Dat deden Alexandre Dumas en Victor Hugo ook. Hendrik Conscience leefde en schreef er met plezier, hij hield van Brussel. Zo ook de Nederlandse schrijvers Willem Frederik Hermans en Multatuli, die er zijn Max Havelaar schreef.

Het Hilton Hotel biedt prachtig uitzicht op de ingang van de Egmonttuinen, waar enkele citaten in steen zijn gehouwen van schrijfster Marguerite Yourcenar, hier geboren en later lid van de Koninklijke Académie. Ook Audrey Hepburn en Jean-Claude van Damme zijn in Brussel geboren. Art Nouveau-architect Victor Horta, baron Jean Toots Thielemans, het duizelt in ons hoofd om het echte Brussel te ontdekken. De groene parken bij het Koninklijk Paleis of het nachtcafé Le Petit Blanc met calvadosgeneugten? Zittend op ons achterste niksen op de trappen van de Beurs of mosselen verorberen in de Korte Beenhouwersstraat?

Als uitvalbasis nemen wij logies in Koningslo. Niet in een super-de-luxe hotel in Belle Epoque-stijl, maar in het gerieflijke, gastvrije onderkomen van vriendelijke Vilvoorders Sabine en Serge, die wij in het Marokkaanse Marrakech hebben ontmoet. Brussel zien wij niet als kortstondige flits uit het televisiejournaal, de stad lijkt ons gewoon een aangename plek om eens een weekeinde door te brengen. Wij zullen er vast glimlachen om wandelaars die keurig voor het rode stoplicht wachten, terwijl nergens auto’s zijn te zien. Als het goed is, komen in de namiddag paarden naar de stad, wordt Place de Brouckère plots met koetsen gevuld en trekt langs het Paleis van de koning een stoet rijtuigen.

In de Kart(h)uizerstraat staat het beeld van de hond Zinneke, met zijn pootje omhoog, van beeldhouwer Tom Frantzen. Een Zinneke - kruising van rassen - is een sterke hond, die zonder complexen nieuwsgierig naar de wereld kijkt. Symbolisch staat hij voor dé Brusselaar, meestal ook een kruisbestuiving van de vele volkeren en culturen die de geschiedenis in Brussel passeerden. De Brusselaar is gastvrij en vooral geen ‘dikke nek'. Typisch voor zijn stad is de Zinneke Parade, uitgegroeid tot een bijzondere manifestatie.

Van welk Brussel gaan wij houden? Europees Brussel met al z’n duizenden ambtenaren, die ’s ochtends in de treinen naar de stad komen? Neen, want het is weekend wanneer wij er zijn! Van het Brussel met alle in ieder geval voor glazenwassers te grote gebouwen? Zij kuisen vast niet op zaterdag! Van magistraal Brussel, overgeërfd van Leopold II, met de hoofdstadallures gebombardeerd tot iets wat niemand wil zijn? Of van artistiek Brussel van de Art Nouveau, waar het slanke silhouet van koningin Elisabeth als engel over waakt?

(wordt vervolgd)

Foto’s