Brussel bruist, in volle gloria (2)

4 december 2018 - Brussel, België

Aan het Atomium, van zestig jaar geleden, valt te zien dat Brussel meer grootstedelijke allure heeft dan onze eigen hoofdstad, ook wel dorp genoemd. We say I AMSTERDAM, hoewel de reuzenletters op het museale plein zijn verdwenen. Being in Brussel we see: Adembenemend Atomium. De atomaire bezienswaardigheid naar aanleiding van Expo 1958 is - terecht - nooit afgebroken. Hij vertoont gelijkenis met de Parijse Eiffeltoren, men staat er ook op zaterdagochtend in de rij. Alleen al de trappen aan de buitenzijde ontnemen ouderen de moed om de bollen te bestijgen. Een ticket voor een lift vergt eindeloos geduld. Derhalve zakt onze ijzeren wil in en begeven wij ons naar Brussels hart, waar de kerstsfeer al in aantocht blijkt. Marktje hier, marktje daar, en Grote Markt natuurlijk allerdrukst.

Hét kleine ‘Manneken’, ook druk gevisiteerd, staat in schril contrast tot elk van de negen glimmende atomen. Wij kennen de urinerende mascotte, slaan het waterende zaakje dit keer over. De aanblik van evenknie Jeanneke, achter tralies met twee slotjes, staat op zijn beurt weer in contrast met zicht op ‘Zinneke’, het vrijelijk plassende hondje, dat in de Kartuizerstraat zijn achterpootje schaamteloos tegen een paaltje tilt. Het huisdier is op straat toonbeeld van gecertificeerde wildplasserij sans gêne. Goed voorbeeld doet goed volgen, hoewel … hoe miezer, hoe viezer. Geen levende hond in de buurt, geen auto om de hond te verjagen, laat staan een paaltje te rammen.

Zinneke gezien, cafédeurtje open. In de gezellige Vlaams/Waalse drukte nuttigen we een kopje koffie. Flinke, heerlijk belegde stokbroden die voorbijkomen, doen ons het water in de mond lopen. Amai, amai, da’s een maaltijd, hé. Wij wachten onze beurt als bescheiden Bourgondiërs nog af. Een frietkot kan niet ver weg zijn. We zijn niet voor niks in België, vindt ook onze gids, die ons in de rij voorgaat, waar klein formaat fritten met mayo ons opwachten. Bewuste keuze, want vanavond gaan we met ons viertjes nog uit eten, chips of geen chips. Gastvrouw Sabine gaat mee, gips of geen gips.

We wandelen wat af, vol energie, zonder plu, met interesse rondkijkend. Of het nu naar de vele restaurants in de Beenhouwersstraat is, door de overdekte Koninklijke resten uit de 19-e eeuw, oftewel Sint-Hubertusgalerijen, of uiteindelijk die Grote Markt, waar een woelige menigte zich verzamelt. We passeren het BELvue Museum, dat in 2016 volledig is vernieuwd. Inpandig belicht dit museum België aan de hand van zeven hedendaagse thema’s en een galerij van tweehonderd Belgische objecten. Aan buitenzijde ontwaren wij een prachtig gebouw, dat zich naast het Koninklijk Paleis staande houdt. BELvue dompelt ons onder in alle fascinerende facetten van België.

Ooit werd Brussel door het enorme Coudenbergpaleis gedomineerd. Keizer Karel en het kruim van Europese adel verbleven hier tussen 12-e en 18-e eeuw. Tot een brand het mooie gebouw in 1731 verwoestte. We gingen niet naar binnen, beseffend dat we daarmee een ontdekkingsreis zijn misgelopen. Het netwerk van gewelfde gangen, zalen en verborgen kamers vormt een betoverende archeologische site. Ons ontbrak tijd om ondergronds verstoppertje te spelen.

(wordt vervolgd)