Enkele reis per trein naar Jogjakarta
19 september 2017 - Jogjakarta, Indonesië
Na een paar reisdagen per auto over West-Java reizen we - is het ‘kelas satu’ (1e klas) of toch ‘kelas dua’ (2e klas) - per ‘kereta api’ (trein) over het spoor dwars door Javaanse natuur van Bandung naar Jogjakarta (Jogja-City). De tocht gaat langs smaragdgroene rijstvelden en kleine dorpjes. We zijn blij met onze particuliere begeleider, gids Ajus, die in alles de weg kent en behendig onze kaartjes regelt voor de gereserveerde plaatsen. De trein beschikt ook over een ‘kereta restorasi’ - restauratiewagon -, waarin wij de lunch kunnen gebruiken. Overstappen is er in deze rit niet bij, wel bij toerbeurt de vraagstelling ‘Waar zijn we nu?’ (‘Di mana kita sekarang’) en ‘Hoe lang stopt de trein hier?’ (Berapa lamanya kereta api berhenti di sini’).
Ajus weet, soms via de borden, waar we zijn gearriveerd en meldt steeds op welke hoogte wij ons bevinden, een gegeven dat in meters op de plaatsnaamborden staat aangegeven. Meestal duurt een stop vijf minuten, waardoor we de kans hebben om de coupé even te verlaten en de benen te strekken. Beslist niet langer, want de perrontemperatuur overstijgt dertig graden Celsius.
In de trein lees ik adviezen voor tijdens de reis, alsof wij in een vliegtuig zijn gestapt. Vijf regels leggen de ‘Prosedur Evakuasi’ uit, gevolgd door zes regels ‘Informasi’. Echt in mij opnemen doe ik de raadgevingen niet, slechte nalatigheid die ik ook vaak in de lucht toepas. Voor wij met ons drieën naar de restauratie wandelen, passeren we achtereenvolgens Cipeundeuy, Tasikmalaya (+349 m.), waar een bord richting Jakarta aangeeft (288 km.) en andere kant op Surabaya (581 km.). De derde stop is Banjar, vlak vóór onze maaltijd, die uit rijst, kip en cola bestaat.
Ajus deelt, anders dan anders, deze keer de tafel met ons. Hij buit het voordeel van overgelaten etensresten op ons bord ten volle uit. Gewoonlijk betrekt hij tijdens de dagelijks geprogrammeerde lunch in een restaurant een tafel terzijde van de onze, samen met chauffeur Ragil, die - anders dan achter zijn stuur - graag een sigaretje voor en na de maaltijd rookt. Beetje ongezellig, tikje koloniaal, maar wel zo prettig voor ons. Sigarettenrook háten wij, ook en vooral bij het eten.
Weer in onze stoelen teruggekeerd, boemelen we langs Kroya (+11 m.), Kutoarjo (+16 m.), waarna Jogjakarta (+113 m.) in zicht komt. Als in een vliegtuig komt een consumptiewagentje langs, terwijl op het tv-scherm een film wordt vertoond. Gelukkig beschikt de coupé over air-conditioning en is de beenruimte dubbel zo groot als in een reis door de lucht. Beveiligers en schoonmakers lopen met grote regelmaat heen en weer.
Bij aankomst op het station van Jogjakarta heerst opnieuw een enorme drukte. Het is een verademing om door Ragils Toyota te worden opgepikt en zonder eigen sores voor de deur van het Grand Quality Hotel te worden afgeleverd, een onderkomen dat niet onderdoet voor het verblijf in Jayakarta Suite & Hotel in Bandung.
In Jogjakarta staan ons opnieuw indrukwekkende hoogtepunten te wachten. Van wereldberoemde Borobudur-tempel met zijn prachtige boeddhabeelden en vele stoepa’s, vervolgens het Hindoe-Javaanse tempelcomplex Prambanan tot een workshop Batik schilderen. Dan moet ik natuurlijk een bezoek aan het paleis van de Sultan en aan een zilverwerkplaats van Kota Gede niet vergeten, evenmin als de gezellige winkelstraat Jalan Malioboro.
Ook in Jogjakarta vragen wij de hotelreceptie om ons om zes uur in de ochtend te wekken. Veel in en van Indonesië zien en beleven blijft werkvakantie.
Over onder water ingetoetst, hebben jullie nog iets gemerkt van het verontrustende feit dat Jakarta aan het zakken is?