We gaan naar … Rio … de Janeiro (9)

16 november 2016 - Rio de Janeiro, Brazilië

Wanneer wij vanuit Foz do Iguaçu voet op de bodem van Rio de Janeiro zetten, zijn de Olympische Spelen 2016 ruim achter de rug. De stad, waar inwoners werken om te leven - anders dan New York, waar het omgekeerde geldt - biedt een decor met alles dicht bij elkaar. Een zoektocht langs overdonderende natuurpracht van het regenwoud en door de miljoenenstad met favela’s en betere wijken moet ons ‘geluk en plezier met veel bossa nova’ opleveren.

Voor het zover is, hangen we opnieuw twee etappes in het Braziliaanse luchtruim. Van Foz’ vliegveld Cataratas zoeven we in anderhalf uur naar Congonhas, naast het internationale Guarulhos en Campo de Marte een van de drie luchthavens van São Paulo. Vliegveld Congonhas ligt midden in stedelijk gebied, op acht kilometer van het stadscentrum. Het is in 1936 geopend en vanaf 1985, toen Guarulhos in gebruik kwam, alleen bestemd voor binnenlandse vluchten. Voor binnenpretjes maken wij graag gebruik van dit vluchtje, uitmondend in een ruime pauze voor ons aansluitend luchttripje naar Rio. De tussentijd biedt gelegenheid om te constateren dat Congonhas - vrij korte landingsbanen - de drukste luchthaven van Brazilië is wat aantal vliegbewegingen betreft. Guarulhos is het enige vliegveld van Brazilië met meer passagiers dan Congonhas.

In de namiddag stappen we over op een van de vele andere binnenlandse vluchten, om naar Rio’s Aeroporto Santos Dumont, opgericht in de jaren 1937-1944, te vliegen. Deze luchthaven is naar luchtvaartpionier Alberto Santos-Dumont genoemd, de Braziliaanse 'Albert Plesman’. Rio heeft nog enkele luchthavens, maar deze - alleen voorbehouden voor regionaal luchtverkeer - ligt op een landtong op slechts twee kilometer van het stadscentrum. Ook hier is de landingsbaan erg kort, een Boeing 737 of Airbus A320 kunnen er net landen. Spannend, indrukwekkend neerdalen boven de baai van Rio.

Op een zaterdagse namiddag staat, als het goed is, een chauffeur van Rio Transportes op ons te wachten om ons naar het Majestic Hotel te brengen. Dicht bij het strand van de Copacabana gelegen, we kunnen ’s avonds meteen gaan stappen. Het beroemde strand is zo breed, omdat ooit een Nederlandse baggeraar het opspoot. Als Hollandse strandliefhebber ga ik er echter geen kuil spitten, want de baggeraar ligt hier begraven. Onze lekkere trek kunnen we met gemak stillen, bergen eten komen langs. Gekookte maïskolven, kroepoekdonuts, manden met ananas en witte kaas die ter plaatse op een draagbaar kacheltje wordt geroosterd.

Misschien ook wandelen we naar de baai, waar Nederlandse (plank)zeilers tijdens de Olympics te zien waren. Daar heeft een Nederlander een restaurant, dat goed loopt, in eigendom. Knappe prestatie voor een buitenlandse ondernemer in een land, waar corruptie en wanorde hoogtij vieren. In brasserie ‘Julius’ staan chorizosteaks met chimichurri saus, magret de canard, en ook appeltaart en bitterballen op de kaart. Je moet het durven, de voormalige ict’er deed het. Hij startte zijn zaak nadat hij door de wijk fietste en zag dat in die buurt bijna geen restaurants waren.

Laten wij uitgerekend op onze vrije zondag in Rio de Janeiro een bike-tour op ons programma hebben staan …

(wordt vervolgd)

1 Reactie

  1. Marijke:
    16 november 2016
    Jullie vliegen wat af, hebben jullie dat allemaal door een organisatie laten uitzoeken, of heb je het zelf geregeld of is het een bestaand arrangement?