Een (Heiloo-er) bos vol mooie plaatjes

26 oktober 2014 - Heiloo, Nederland

Herfstige zondag 26 oktober 2014, de wandelplicht roept. De zon laat verstek gaan, gelukkig net als de regen. Onze wandelkeuze voert naar Heiloo, dat net als Limmen op een oude strandwal ligt. In het Heiloo-er bos wandelen we door rijke historie. In de middeleeuwen was de strandwal rijkelijk van natuurlijke bossen voorzien. In 1573 veegden de Spanjaarden alle bosbegroeiing echter van het toneel. Na 1700 werd de hofstede ‘Nijenburg’ gebouwd. Hiermee begon ook de herbebossing, die statige bomenlanen volgens het schoonheidsideaal van de Franse stijl liet zien.

Jammer dat het geen voorjaar is. Dan is de kans groot dat we de volle zang van de nachtegaal kunnen horen. Deze zangvogel laat zich in bossen met dichte ondergroei graag horen, maar zelden zien. Bij nachtegalen draait het om geluid: ze zingen mooi, opvallend en luid. De steeds harder wordende, herhaalde fluittonen zijn goed herkenbaar. Hun verenpak is onopvallend, daar moeten zij het niet van hebben. Nu het herfst is, is er helaas geen nachtegaal te horen.

Nog zo' n bijzonderheid: een weiland loopt licht omhoog naar bosrand en struikjes. Dat maakt het tot een heerlijke plek voor konijnen om op zomeravonden te zonnebaden en te fourageren. Op zo'n zelfde avond kun je ook vleermuizen zien vliegen, op jacht naar insecten. Tja, zomeravonden. Ik meldde het al: het is nu herfstmiddag. Geen konijnen, geen vleermuizen, wel loslopende honden, die uitgelaten dartelen. Bovendien zeer veel paddenstoelen in verschillende vormen, maar wij zijn geen kenners. We zijn niet de enigen. Andere wandelaars maken ook foto's zonder te weten waarvan. Een echtpaar neemt alle tijd voor detailopnames. Man en vrouw gaan voor goud, zilver of brons met een wedstrijdmentaliteit, die zij naar eigen zeggen via Facebook uitspelen. Paddensmoelenboek gaat onze schimmelsporen te boven. Erna wijst de bankjes aan, ik neem plaats en knip voor mijn blog. Vooral gouden plaatjes voor 'mijn supporters'. 

Veel bomen zijn in dit bos zeer grillig van vorm. Op ongeveer zes kilometer van zee bevat de wind nog zoveel zout dat hij op de bomen hier bijna hetzelfde effect heeft als een snoeischaar. Sommige zijn zelfs met de windrichting - meestal zuidwest - meegegroeid.

In het vroege voorjaar moet de bosbodem hier volop bezaaid zijn met het frisse geel bloeiende speenkruid. Ook is de wilde hyacint dan aanwezig. Als gezegd, in het najaar zijn het vooral de vele paddenstoelen die dit bos speciaal maken. Zij voorzien het van een typische herfstgeur.  Zoals in veel bossen in Nederland laat men ook in het Heilooërbos omgevallen bomen liggen. In deze dode bomen leven allerlei insecten die op hun beurt voedsel zijn voor vogels en andere dieren in het bos.

Te midden van het enige stukje dennenbos is het altijd de moeite waard om naar goudhaantjes te zoeken. Dat lukt het best met de oren. Goudhaantjes zijn immers maar vier centimeter. Zij maken geluid dat tegen de bovengrens van ons gehoor aan ligt. Dat zoeken wordt een klusje voor een volgende wandeling door dit fraaie bos. Net als de zoektocht naar kamperfoelie, een bijzondere plant die ’s nachts bloeit en ’s avonds overheerlijk ruikt. Een plant die als een feestslinger alleen op de vruchtbaarste stukjes grond over de struiken heen gedrapeerd ligt.  

Wij keren zeker terug in deze wereld vol mooie, feestelijke plaatjes.

 

Foto’s