Hippies op het plein, biertje in El Pinar

Ons is bekend dat de hippiemarkt op Plaza Sotomayor in vlakbij Los Llanos gelegen Argual op zondagochtend van half elf tot een uur of twee behoorlijk druk is. Uit de streek tussen Tijarafe en Puntagorda komen de troglodieten zondags vroeg uit de veren, verlaten hutten, holen en grotten om in Argual hun kraam op te bouwen, teneinde zelfgeknoopte armbandjes aan de man te brengen. En aan de vrouw, discrimineren van toeristen is doodzonde. Dood zonde zelfs, want na afloop gaan de meesten naar het strand van Tazacorte om van verdiend geld een biertje te drinken of een patatje te eten.

Op de markt staan ook Palmero’s, die produkten als houtsnijwerk naast kruiden, honing, natuurzeep en handelswaar als sieraden en boeken aanbieden. Soms biedt een enkele West-Europeaan overbodig geworden spullen aan. Minder op toeristen mikkend, eerder op arme lokale bewoners op zoek naar een buitenkansje. Aan ons is souvenirs kopen niet zozeer besteed. Genieten van de vrolijke, ongeorganiseerde bende tussen de gitaren, trommels en esoterische klankschalen door is voldoende. Achter op het plein had een Poolse glasblazer zijn atelier. Is hij daar nog steeds aan het werk, gaan we deze smaakmaker vast en zeker begroeten.

Nog even terugkomend op het drinken van een biertje. In warme(re) oorden laat ik mij zo’n gele rakker ook graag smaken. Wie lust dat nu niet, na enig rondwandelen in de zon? Het doet mij denken aan het geniale plan van Belg Dino en zijn Poolse Jolanta, die met hun kinderen naar La Palma kwamen om een bierbrouwerij te starten. Ze huurden een pand dat lang geleden als ballroomzaal fungeerde. Via internet bestelden zij vervolgens brouwketels, en voilá … in hun brouwerij met bar en terras kon huisgebrouwen donker en blond bier worden beproefd. Ook de keuken trad in werking. Daar bereidden Dino en Jolanta smakelijke tapa’s met klinkende namen als ‘Estofada de carne à la Danza del Diabolo’ oftewel duivelse stoofschotel. 

Mocht die brouwerij in El Pinar nog bestaan, ga ik wellicht even een kijkje nemen in het gele gebouw op Plaza de Jesús. Om wat flesjes van ‘Cerveceria Isla Verde’ in te slaan, om daar op thuisbasis de Plantage van te genieten. Met de auto moeten we immers nog de berg over om thuis te komen en verkeersboetes op La Palma zijn niet mals. Bovendien, of Erna zo’n bezoek ook goedkeurt?

Zij wil, hoop ik, in ieder geval mee op zoek naar sporen van de laatste piraten op La Palma. We moeten in Tijarafe goed zoeken in de Piratenkloof, die uitsluitend te voet is te bereiken. Op smalle terrasjes voor de steil tegen de bergwand gebouwde huisjes vinden we misschien broodkruimels, lege visblikjes en kaarsen. Op de kade en in de grot treffen we wellicht een verlaten sloep aan. Allemaal bewijzen voor de aanwezigheid van piraten op deze sinistere plek. Maar of de ontdekking ons lukt? Alleen al de rit erheen over een bijna verticale weg om naar de start van de wandeling te komen is duizelingwekkend. Of Erna daarin mee wil? …

(wordt vervolgd)