In historisch en monumentaal Sevilla (2)

18 februari 2017 - Sevilla, Spanje

In onze Sevillaanse voetvierdaagse verdienen wij een lintje voor het afleggen van tientallen kilometers. Anders dan het duo Hollandse echtelieden dat vliegtuig en hotel met ons deelt. Wij komen het kwartet enkele keren tegen, wij wandelend, zij op een terras, voorzien van koffie en bier. Zouden ze speelkaarten bij zich hebben?

Wandelend door Sevilla ontdekken wij de mythen die bij de stad horen, zoals water bij de Guadalquivir hoort. Sevillanen vertalen hun geschiedenis naar eigen inzicht. Neem de verweerde torso uit de Romeinse tijd, die halverwege Calle Hombre de Piedra in een nis tegenover Convento de Santa Clara staat. Een versiering van een eerst Romeins, later Arabisch badhuis dat spoorloos is verdwenen. Volgens de volksmond dankt deze ‘stenen man’ zijn bestaan aan een pauselijk decreet. Iedereen, zelfs de koning, moet tijdens processies voor de allerheiligste knielen. Dit voorschrift staat nog altijd in Iglesia del Salvador op de hoek met Calle Villegas gebeiteld te lezen. Linke soep, want wie het gebod negeert, wordt daarop door de goddelijke bliksem voor eeuwig versteend. 

Knielen is niet onze tak van sport. Als een regenbuitje ons overvalt, betreden we de kerk. Gratis schuilplaats, want onderdeel van het toegangskaartje voor Catedral de Sevilla. Via het ticket haal ik mijn Spaans wat op: ‘Conserve este ticket, es obligatorio mostrarlo en la iglesia del Salvador para poder realizar su visita gratuita’. Aansluitende printletters melden dat ‘openingstijden en plekken die we mogen betreden onverwacht anders kunnen zijn’. Ons is het rond het middaguur toegestaan om waar dan ook een schietgebedje te doen.

Deze Salvador-kerk blijkt ook een pareltje. Toen de Christenen de stad op de Arabieren heroverden, stond op de plek van dit barokke Sevillaanse bouwwerk een van de mooiste moskeeën van Al-Andalus. Na die van Córdoba is het de enige die het langst bewaard is gebleven. Nadat de eerdere moskee door een aardbeving erg beschadigd was, begon een islamitische architect rond 1172 met de bouw. De Arabische Patio de las Abluciones aan Calle Córdoba is voor een deel bewaard gebleven.

De christelijke veroveraars gebruikten de moskee onmiddellijk voor hun eigen geloof. Toen hij in 1678 werd afgebroken, ontving Estebán García de opdracht een nieuwe barokkerk te bouwen, die in 1712 door Leonardo de Figueroa is voltooid. Wij zijn geen vaste kerkgangers, maar vinden het wetenswaardig om te lezen dat het hoofdschip het werk is van José Granada, architect van de kathedraal van Granada.

Na het reliëf ‘Het lijden van Christus’ in de sacramentskapel komen we door een deur in het noordwesten van de kerk in de kapel van de hulpelozen, aangegeven als ‘Capilla de los Desamparados’. We voelen ons niet echt thuis, vluchten naar de Arabische achtertuin. We lopen een half rondje om de kerk en horen bij de hoofdingang de klok in de klokkentoren, bovenop de resten van de minaret, het juiste uur slaan, niet ons laatste. Anders dan op zondag is het uitgestrekte plein voor de barokgevel niet druk bezet. We stappen dan ook vol goede moed een van de chique tapasbarretjes binnen.

(wordt vervolgd)

1 Reactie

  1. Marijke:
    18 februari 2017
    Ik begrijp dat jullie niet geknield hebben voor de geërodeerde torso en desondanks niet door de goddelijke bliksem tot eeuwig stenig onleven verdoemd zijn. Bliksemwerend engeltje op jullie schouders?