In historisch en monumentaal Sevilla (4)

20 februari 2017 - Sevilla, Spanje

De zuidelijkste stad van Spanje, tevens van het Europese vasteland, heet Tarifa. Dit oude stadje ligt slechts veertien kilometer van Marokko, dat duidelijk aan de Afrikaanse kant van de Straat van Gibraltar is te zien. Tarifa is tot wind- en kitesurf hoofdstad van Europa uitgegroeid, waar het eerder een rustig vissersstadje was. Bijna vijf eeuwen geleden, in 1518, onderneemt de eerste markies van Tarifa een grand tour die hem naar verschillende Europese landen en uiteindelijk naar het Heilige Land brengt.

Gefascineerd door de bouwkunst van de laat-Italiaanse renaissance introduceert deze Don Fadrique een nieuwe kunstvorm in Spanje met de bouw van Casa de Pilatos. Op ons gemak wandelen wij naar Plaza de Pilatos 1 en kopen een ticket (acht euro per persoon) voor toegang tot begane grond van ‘Fundacion Casa Ducal de Medinaceli’. Hadden we het hele gebouw, waarvoor de residentie van Pontius Pilatus in Jeruzalem model stond, willen zien, hadden we meer euro’s moeten neertellen. Hadden we gratis naar binnen gewild, hadden we op woensdagmiddag langs moeten gaan. 

Als je alles van tevoren weet … 

We hebben geen enkele spijt van ons bezoek, het paleis is een architecturaal juweeltje. Alleen al de gevel aan het gelijknamige plein ‘Pilatos' is zo opgetrokken, dat hij grote schoonheid toont. De bouw is in enkele decennia gerealiseerd, overwegend in mudejarstijl, maar afgewisseld met flamboyant gotische en renaissancistische elementen. Het is een stille getuige van de gouden eeuw van Sevilla. Dankzij het immense fortuin en luxueuze smaak van de eerste markies van Tarifa en zijn opvolgers, de hertogen van Alcalá, wordt het gebouw een voorbeeld van mudejarkunst. Zij brengen hier uitzonderlijke collecties beeldhouwwerken, meubelen en schilderijen uit heel Europa samen.

Casa de Pilatos beslaat met patio’s en tuinen een oppervlak van tienduizend vierkante meter - twee voetbalvelden - en is daarmee het grootste stadspaleis van de Sevillaanse adel. De zuilengalerij op de begane grond is door de boogvormen in het stucwerk in mudejarstijl opgetrokken. In 1529 is het marmeren hoofdportaal van het paleis ingebouwd, rechtstreeks per schip uit Genua aangevoerd. Uit die havenstad komt ook de fontein in het midden, die door vier godheden wordt omringd. Voorbij het eerste binnenplein komen we via een smeedijzeren poort, versierd met azulejos, op de grote, centrale patio. Geciseleerd stucwerk en azulejodecoraties met subtiele metaalkleurige effecten geven het geheel de aanblik van een Moors paleis.

Onder de vele beelden zijn de kopie van het Griekse standbeeld van godin Athene en borststukken van koningen, patriciërs en keizers, van Romulus tot Karel V, de blikvangers. In de hoek van de grote patio is een marmeren trap bezet met azulejos. Ondanks ons toegangsbewijs klauteren we naar de eerste verdieping, waar de booggewelven duidelijk op de Italiaanse renaissance zijn geïnspireerd. De markies wist raad met Italië. Het koepelvormige plafond lijkt op dat van de Ambassadeurszaal in het Real Alcázar.

Zoals gezegd blijft de deur op de eerste etage voor ons gesloten. Derhalve kunnen we niet op de koffie bij de grafelijke familie Medinaceli, die hier tegenwoordig huist. 

Dan maar elders een bakkie doen.

(wordt vervolgd)

2 Reacties

  1. Marijke:
    20 februari 2017
    Moest natuurlijk wel weer even opzoeken wat de mudejarstijl inhoudt. O ja, die combinatie van Spaanse en Moorse kunst. De Moren, dus de moslims brachten toentertijd naast waarschijnlijk barre overheersingsellende dus ook iets moois wat kunstzinnigheid betreft. Daarvan in deze tijden mogen genieten doet afvragen of de hedendaagse verschuivingen op onze aardbol naast oorlog, verwarring, weerstand, lijden, óók net als toen, tot kunstvormen leiden die generaties na ons grote vreugde brengen...wat denk je?
  2. Cor Kluijtmans:
    25 april 2017
    De vraag die Marijke stelt houdt mij ook al een tijdje bezig. Onze generatie zal het nooit weten denk ik, maar het is iets dat weinig aandacht krijgt in onze tijd.