Lapland, mysterieuze rafel van Europa (6)

7 maart 2019 - Enontekiö, Finland

Vroeger lag in mijn Gooise woonplaats wel eens een dik pak sneeuw in de straten. Dat nodigde uit tot avontuurlijk sleetje rijden. Lang niet overal werd toen sneeuw van de weg geschoven of met pekel bestrooid. Auto’s hadden moeite om vaart te maken, waar mijn vriendjes en ik gebruik van maakten om te ‘bumperkleven’. Beslist niet als enige lefgozer uit onze buurt waagde ik het om achter voorbijkomende heilige koeien aan te haken. Als uitlaatsnuivers lieten we ons meesjorren, stoer lachend en gevaar negerend. Tot een té hoge snelheid of een linke bocht werd bereikt. Tijdig loslaten, was de kunst. Klaarmaken voor een nieuwe ‘aanpak’, de opdracht.

Staande op glijplanken van een Finse hondenslee dacht ik aan die jeugdtijden terug. Andere ‘stiel’, andere ondergrond, andere outfit. Maar toch. Dit keer met ons tweeën, op leeftijd, fris en fruitig lachend koude, schone lucht insnuivend. Het allergrootste verschil: uitgelaten ‘chauffeurs’, die niets liever wilden dan gezwind voortrazen in de sneeuw, met vereende krachten vaartmakend alsof hun leven ervan af hing. Blindelings kenden de husky’s de route, de ene slee na de andere. Soms een tussenstop, om een gele wegmarkering aan te brengen, dan wel voedselrestanten uit te stoten. Nee, ik moest mijn handen aan de stuurstang blijven houden, terwijl Erna volledig ingepakt de wildplassers en -kakkers gadesloeg. Trouwens, we hadden niet eens plastic zakjes bij ons.

Wat een feest is zo’n tocht van een kilometer of zes. Ons koppel van vijf branieschoppers vormde een ijzersterk team, goed op elkaar ingespeeld en qua gesproken woord vrij koest. Andere slee-ploegen oogden losbandiger, klonken luidruchtiger. Venijnig hapten sommige viervoeters naar elkaar, hieven bovendien hoog- en laagtonige klaagzangen aan. Het hoorde er allemaal bij. Het was onmogelijk - ook niet toegestaan - om in te halen. Wat ik jammer vond, want nu moest ik met grote regelmaat op de rem trappen. En daar vroeg ons hondenspan niet om. Als we stilstonden, zag je hen omkijken met een blik van ‘komt er nog wat van?’. Het kleurrijke schouwspel in de witte sneeuw, her en der geel gemarkeerd, onder een hemels blauwe lucht, was een vorstelijke ervaring.

De tocht per hondenslee werd daags daarna door een ritje achter de rendieren gevolgd. Opnieuw bijzonder, maar toch minder spectaculair. Slechts een handvol sledes waren voorhanden om een grote groep liefhebbers aan het tochtje van nog geen vierhonderd meter in de rondte te laten bevriezen. Het ijskasteel stond op gepaste afstand toe te kijken, met zijn toegangsdeur gesloten en zijn ijsluiken half toe. Voordien bezochten we de rendierfarm, waar zestien hoefdieren met ieder een eigen plek hun thuis hadden, naast een zestal paarden, dat tot de hobby van de vrouw des huizes gerekend mocht worden. Winstgevende hobby, want er zaten flinke prijswinnaars tussen. Moeder-de-vrouw, getrouwd met een Samí, gaf uitgebreide uitleg over het leven tussen haar rendieren. Samen met vier families beheren zij en haar man een kudde van zo’n vijfduizend stuks. Vleesproductie en -export als basis, ook in de soep, die wij bij de lunch ter plaatse mochten nuttigen.

2 Reacties

  1. Marijke:
    8 maart 2019
    Met een sliert kinderen op sleeën, vastgebonden aan de Ford Consul, sliertte mijn vader met ons door de besneeuwde straten in Santpoort...wat een tijden! (eind vijftiger jaren vorige eeuw, toen 'alles' nog mocht).
    Jouw aflevering 6 bracht nostalgie...dat jullie in het heden je mocht laten voortzeulen door gretige husky's: riant!
  2. Cor:
    16 maart 2019
    Het kind in jullie kwam boven en dat mag (moet misschien zelfs) als je zoiets eens in je leven meemaakt.