Lapland, mysterieuze rafel van Europa (7)

10 maart 2019 - Heiloo, Nederland

Een duister, desoriënterend debuut. Zo omschrijf ik ons bezoek aan het Finse deel van Lapland. Desoriënterend, omdat we geen idee hadden waar wij terecht kwamen. Duister, omdat de zon zich naar verwachting in februari boven de Poolcirkel nauwelijks zou laten zien. Gelukkig verbleven we in een prima hotel met een (in)spannend weekprogramma, voorzien van diverse excursies. Daarnaast konden we ons ontspannen, onder meer met een goed boek. Literatuur uit het land, waar we vertoefden.

Scandinavische literatuur heeft een respectabele traditie met sterk poëtische inslag. Finse literatuur wordt doorgaans met mythen geassocieerd, met ‘muziek die vaak als vreemd wordt ervaren’. De letterkunde ontwikkelt zich vanaf de 16-e eeuw met als hoogtepunt de tijd van nationale romantiek, in het midden van de 19-e eeuw. Sinds de middeleeuwen ontstaat een grote verzameling Finse folklore, volksverhalen en legenden. De ‘Kalevala’ is de belangrijkste, het Finse nationale epos, samengesteld op basis van orale volksverhalen. De eerste versie dateert uit 1835, de definitieve uit 1849. Dit epos wordt symbool van Finse nationale identiteit, ook buiten Finland bekend dankzij vertalingen in vijftig talen.

Een van de populairste hedendaagse Finse schrijvers is Arto Paasilinna uit Kittilä, waar wij met het vliegtuig zijn geland. In het Nederlands zijn vertalingen van zijn romans ‘De huilende molenaar’ (2001), ‘De gifkokkin’ (2002), ‘De zelfmoordclub’ (2004) en ‘Wees genadig’ (2005) verschenen. Deze voornamelijk humoristische romans zijn in achttien talen vertaald. Paasilinna ontving diverse literatuurprijzen. Ook Nils-Aslak Valkeapää (1943-2001) uit Enontekiō, onze verblijfplaats, is tussen de moderne auteurs uit Lapland zeer bekend.

Een van de meest vooraanstaande Finse schrijvers is Aki Ollikainen, geboren in 1973. Hij wint met zijn debuut ‘Witte honger’ (Nälkävuosi, 2012) meerdere literaire prijzen, waaronder die voor de beste debuutroman. Nominaties voor onder meer Finlandiaprijs, Europese literatuurprijs, alsmede voor de Man Booker International Prize. Zijn tweede roman ‘Een zwart sprookje’ (Musta satu, 2015) is een kleine roman met grootse ideeën. Het verhaal gaat over vaders en zonen en het doorgeven van het verleden. Beslist zwart, maar een sprookje? Van ‘Er was eens …’, de magische formule die met één zwaai de deur naar het rijk der mogelijkheden opent, is geen sprake. De vertelling begint juist met het tegenovergestelde: een krantenbericht uit 1931 over een lugubere vondst in het Tattarisuo-moeras. De ik-figuur, een schrijver, gaat op zoek naar die macabere vondst in het meer. Net als in zijn debuutroman ‘Witte honger’ staat een historisch gegeven centraal.

Ik lees dit zwarte sprookje en vind het lastig om mij van de vertelde gebeurtenissen een beeld te vormen, laat staan om deze te duiden. De taal van Ollikainen is vaak poëtisch, nog vaker heel summier, niet echt mijn stiel. Hij lijkt teveel tegelijk te willen, waardoor thematische samenhang niet sterk overkomt. Toch blijft het voer voor literatuurliefhebbers. 

‘Een zwart sprookje’ is duister, desoriënterend. In die duisternis schittert een verhaal in compacte scènes, die met literaire kunstgrepen tot een wervelend mozaïek aaneengeklonken zijn. Het boek eindigt zoals het begint: met een krantenbericht. Met als kop ‘Raadsel van het Tattarisuo opgelost’.

1 Reactie

  1. Cor:
    20 maart 2019
    Ik vind het prachtig als iemand, zoals jij dat doet, de moeite neemt om ook het literaire leven van een vakantiebestemming een beetje onder de loep te nemen. Ik merk bij mezelf dat ik dat vooral na een geslaagde vakantie ook doe. Het is dan wellicht een willen vasthouden van de sfeer van een land dat je hart gestolen heeft.