Lokroep van de ‘Smaragden Gordel’ (deel 7)

13 juli 2017 - Klungkung, Indonesië

Vanaf Bali kunnen we op heldere dagen Lombok zien liggen. De twee naast elkaar gelegen eilanden in de Indonesische archipel staan bekend als idyllisch. Eenmaal op Lombok geldt het omgekeerde: dan is Bali te zien. Oude vulkanen, weelderige tropische vegetatie, diepe rivierdalen, vruchtbare rijstvelden, schitterende stranden. Natuurlijke schatten worden aangevuld met exotische geschiedenis, oude paleizen en heilige tempels. Waar wij - zeker op Bali - niet aan voorbij gaan: het erfgoed van kunst en kunstnijverheid.

De vervaardiging van kunstobjecten is een belangrijke exportindustrie op Bali. Rond de kunstnijverheid is een omvangrijke huisindustrie ontstaan, die aan duizenden gezinnen die niet meer van de landbouw kunnen bestaan werk biedt. Sommigen verkopen hun opmerkelijke producten aan huis in een zogenoemde ‘artshop’. Goud- en zilversmeden, steenbewerking, houtsnijwerk en weven. Het zijn ambachten, overgeleverd uit de tijd van Bali’s welvarende koninkrijken. Nu werken de ambachtslieden voornamelijk voor het toerisme en de export.

Op Bali bestaat het toerisme al veel langer dan op Lombok. Kuta, Sanur en Ubud zijn daardoor tot forse plaatsen uitgegroeid. De grote buitenlandse gemeenschap hier heeft, samen met lokale ondernemers, een belangrijke rol gespeeld in die ontwikkeling. Bali is ook een verzamelplaats voor kunstnijverheid en antiek uit andere eilanden van de Indonesische archipel.

Balinese schilderkunst kan worden verdeeld in de klassieke, traditionele kunstvorm en een moderne stroming die in de jaren dertig van de vorige eeuw haar intrede deed. De klassieke schilderkunst ontstond in de 15e eeuw met thema’s, ontleend aan Hindoe-mythologie en aan dichtwerken. Figuren werden meestal als schaduwpoppen afgebeeld. Deze wajangstijl heet ook wel ‘kamasan’, naar het gelijknamige schilderdorp bij Klungkung. De kunstenaars waren boeren, die zich op het schilderen toelegden als het ’s middags op het land te warm werd. Hun eindproduct was een gezamenlijke inspanning, er werd niet gesigneerd. Fraai voorbeeld is het plafond van gerechtshof Kertha Gosa in Klungkung.

De moderne Balinese schilderkunst is sterk beïnvloed door het Westen. Europese schilders die op Bali neerstreken, waren ondanks hun verschillen in stijl en techniek stuk voor stuk kleurrijke figuren. Met de komst van onder meer Walter Spies, zoon van een Duitse diplomaat, en Rudolf Bonnet, zoon van een Amsterdamse bakker, veranderde Bali in de jaren 1930 in een kunstenaarsenclave. Deze buitenlanders introduceerden nieuwe concepten, nieuwe materialen en nieuwe technieken. Het vernieuwende was vooral dat er niet meer volgens vaste richtlijnen werd gewerkt, maar dat er ruimte kwam voor improvisatie en originaliteit.

Homoseksueel Spies werd in 1938 gearresteerd, zat een jaar gevangen en bij het uitbreken van WO II als Duitser opnieuw opgepakt. Als geïnterneerde op transport naar Ceylon (Sri Lanka) werd het schip door een Japanse bom getroffen. Spies en medegevangenen verdronken. De kapitein weigerde hen te bevrijden zonder toestemming van zijn superieuren.

Bonnet raakte op Bali bevriend met een prins van Ubud, een begenadigd schilder. Samen richtten zij kunstenaarscollectief ‘Pita Maha’ op om Balinese schilderkunst te waarborgen. In 1958 keerde Bonnet terug naar Nederland, waar hij in 1978 stierf. Bonnet's as werd, samen met die van zijn vriend die in hetzelfde jaar overleed, in zee bij Bali uitgestrooid.

(wordt vervolgd)