Lokroep van de ‘Smaragden Gordel’ (deel 10)

18 juli 2017 - Nusa Dua, Indonesië

Geen festival of tempelceremonie op Bali is compleet zonder dans en muziek. Beide kunstvormen zijn diep in de gemeenschap geworteld. Elke ‘banjar’ - gemeenschapsraad - heeft zijn eigen orkest en eigen dansgroep, die vaak in één bepaalde dans is gespecialiseerd. Tussen de dorpen onderling worden danswedstrijden gehouden. 

De dans is de gebruikelijke manier om een verhaal uit te beelden. Dit gebeurt in een combinatie van dans, drama en pantomime, bijna altijd begeleid door gamelanmuziek. Iedere beweging van hoofd, ogen, handen, vingers en voeten heeft specifieke betekenis en is door de traditie nauwkeurig voorgeschreven.

Tot de verbeelding sprekend is de ‘kecak’ of apendans, van oorsprong een trancedans, bedoeld om demonen uit te drijven. In de jaren dertig van de vorige eeuw is deze dans omgevormd tot een versie, gebaseerd op het hindoedichtwerk ‘Ramayana’.

Ramayana beschrijft de belevenissen van prins Rama. Deze zoon van de koning wordt na een hofintrige, samen met zijn vrouw Sita en broer Laksmana naar de bossen verbannen. In het woud wordt de beeldschone Sita door demonenleider Rawana ontvoerd, die haar naar zijn paleis op eiland Lanka meeneemt. De broers roepen de hulp in van Hanuman, de generaal van het apenleger van de koning. Hanuman wordt tijdens een missie op het eiland gepakt en tot de brandstapel veroordeeld. Hij weet uit de vlammenzee te ontsnappen en verzamelt zijn leger apen voor de aanval.

De apen bouwen een brug naar Lanka en trekken samen met Rama op tegen Rawana. Na hevige strijd doodt Rama zijn tegenstander Rawana met een pijl. 

Sita en Rama worden herenigd, Rama wordt de nieuwe koning.

Bij een voorstelling ontsteekt een priester in het midden van het dansterrein een olielamp. Dan komt het apenleger op, vijftig of meer mannen met ontbloot bovenlijf, slechts in een zwart-wit geblokte lendendoek gekleed. Zij nemen in een kring rond de olielamp plaats, wapperen met hun handen naar voren of hoog boven hun hoofden en brengen een kakofonie aan geluiden voort.

De dans dankt zijn naam aan het repeterend ‘tjak tjak’, het geluid dat de mannen maken om het ritme aan te geven. Een gamelanorkest is overbodig. 

Meestal wordt aan het eind van een optreden nog een vuurdans uitgevoerd.

Aan de zuidwestkust van schiereiland Bukit Badung ligt bij het dorpje Ulu Watu een van de zes heiligste tempels van Bali. Dit heiligdom is gewijd aan Bhatara Rudra, de ‘god van de elementen’. 

Pura Luhur Ulu Watu is een zogenoemde tempel van de windrichting en beschermt het eiland tegen boze geesten uit het zuidwesten. Hij is rond 975 op een 75 meter hoge steile rots met in de diepte een woeste zee gebouwd. Adembenemend gelegen.

Het lijkt mij indrukwekkend om tegen zonsondergang de dansopvoering bij de tempel van Ulu Watu bij te wonen. Dan moeten we wel spitsroeden lopen langs een bende agressieve apen, die proberen bezoekers in een mum van tijd van tassen, brillen en camera’s te ontdoen. Begeleidende gidsen dragen een stok bij zich.

Ik stel mij voor een dansje te doen om de apen van me af te houden.

(wordt vervolgd)

1 Reactie

  1. Marijke:
    18 juli 2017
    Jouw voorpret dankzij naarstige studie versus de ervaringspret als jullie daar eenmaal zijn: wedden dat het verschil levensgroot is? En toch heb je dan die basis gecreeërd, die later al het reële bijwonen een extra dimensie geeft.