Noord-Ierland betovert daadwerkelijk (deel 4)

22 juni 2018 - Portstewart, Verenigd Koninkrijk

Van Ballycastle naar Ballintoy is zo gepiept. Dit dorpje herbergt aan de Harbour Road een aantal winkeltjes en twee kerkjes, waaronder de vreemdsoortige witte Ballintoy Parish Church. Mij bekoort een schilderachtig vissershaventje aan het eind van een smal, kronkelend weggetje meer. Al te lang staan we niet stil op Noord-Ierlands eerste site van de Unesco Wereld Erfgoedlijst: de Giant’s Causeway. Indrukwekkend is dit geologische fenomeen van veertigduizend basaltblokken, die zestigmiljoen jaar geleden door vulkanische erupties zijn gevormd. Da’s andere gebakken koek dan de bescheiden blokken die tezamen de pieren van IJmuiden vormen.

Over IJmuiden gesproken, het waren Ierse vissers die de Carrick-a-rede Rope Bridge in de nabijheid van Ballintoy hebben aangelegd. Deze touwbrug maakt op een hoogte van dertig meter een oversteek van twintig meter naar een rotseilandje. Waar de zeelui hier vroeger op zalm gingen vissen, genieten toeristen nu van een fantastisch uitzicht op Rathlin Island, met verbazingwekkende flora en fauna. Vooral het ‘bird-life’ verrast.

Voor we Portstewart bereiken, dient zich in Portrush opnieuw een kasteel aan. Dunluce Castle is een van de schilderachtigste en meest romantische onder de Ierse kastelen. Meer dan duizend jaar dient de plek als verdedigingsvesting. De ruïnes die er nu nog staan, dateren uit de 16e en 17e eeuw. De historie gaat terug naar de middeleeuwen. Rond het jaar 1500 bezaten de McQuillans het bouwwerk, maar in 1560 werden zij verdrongen door de machtige clan van MacDonnell met hun formidabele leider Sorley Boy MacDonnell.

Nog wat ruïne-restanten doemen onderweg in ons blikveld op. Dunseverick Castle, een geschiedenis die teruggaat naar de vijfde eeuw, en Kinbane Castle, waarvan alleen de vierkante toren nog over is. Kinbane Castle is in 1540 gebouwd door Colla MacDonnell, de broer van Sorley Boy. Het verhaal gaat dat hier eens Engelse soldaten gevangen en geofferd zijn in de ‘Hollow of the English’, een grot onder het kasteel.

In Portstewart, achtduizend inwoners, betreden we een welvarende badplaats, waar protestanten met zestig procent de meerderheid vormen tegenover veertig procent rooms-katholieken. Ja, ja, we bevinden ons in het Noord-Ierse graafschap Londonderry. In de Victoriaanse tijd werd ‘Port na Binne Uaine’ (Iers voor Portstewart) al druk bezocht, nu huizen er veel studenten van de nabij gelegen Universiteit van Ulster in Coleraine.  

De naam Portstewart stamt van een zekere luitenant Stewart, die in 1734 een stuk land van de Graaf van Antrim kon pachten. Halverwege de 18e eeuw ontstond een kleine vissersplaats. Nu staat een imposant Dominicaans klooster annex ‘college’ op de rand van een klif. Uitgerekend als wij passeren speelt zich in Portrush, Portstewart, Coleraine, Ballymoney en Limavady een ‘race-week-festival’ voor motoren af. Spandoeken alom schreeuwen ‘Vauxhall International 2018 North West 200’, gelukkig voor ons zonder gebrul van motoren. Of het pauze is or what else, wij mogen tot ons genoegen over het door de straten vol beschermende hooibalen aangelegde circuit gewoon doorrijden. Een dag later blijken Roads Closed for Official Practice, gevolgd door sluiting For Racing. Gauw wegwezen, snel wegracen, luidt ons devies.

(wordt vervolgd)

2 Reacties

  1. Marijke:
    22 juni 2018
    Een en al historie, good old Ireland, historie vol moeilijk onthoudbare naamgevingen. Die touwbrug oversteken geeft vast golvende gevoelens, hebben jullie dat nog gedaan?
  2. Cor Kluijtmans:
    11 juli 2018
    Wat een rijke historie heeft Noord-Ierland, volstrekt onbekend in ons wereldje. Het wemelt ook van de castles begrijp ik. Het klooster heeft een toch wel behoorlijk modern uiterlijk, waarschijnlijk niet in de middeleeuwen gebouwd. En die touwbrug vergeten we maar snel, ik word al duizelig bij het lezen.