PS kraakt een voet(bal)noot (18)

25 maart 2017 - Hilversum, Nederland

Vanaf het clubbalkon …

Met mijn oude strijdmakker Reggy Huguenin stap ik het sportcomplex van Victoria binnen voor de wedstrijd van het eerste tegen Wartburgia. Voor mij een ontmoeting vol nostalgie. Meteen is de vitaliteit van Hilversums ‘Good Old’ zichtbaar. Alom ontdek ik mij bekende shirts in beweging, op velden zo glad als een biljartlaken. “Waren de velden in onze tijd maar zo”, spiegel ik mijn maat uit de illustere jaren 1960 voor. “Mijn dieptepasses en jouw snelheid zouden elke achterhoede nog suffer hebben gespeeld dan toen”.

Een weekje later lees ik ‘De Victoriaan 85’ van 23 maart 2017. Tot mijn verrassing memoreert Cor Winkel in zijn rubriek ‘Vanaf de zijlijn …’ mijn bezoek. Als oud-gediende ben ik wat jaartjes ouder dan deze bevlogen columnist. Tegen zijn mening in - ‘olifantengeheugen’ - beschik ik over een bovenkamer, die steeds meer op een zeef gaat lijken. Toch weet ik mij dit karakteristieke Victoria-lid goed te herinneren, hoewel wij volgens mij nooit samen in één team tegen een bal trapten.

Mijn Victoriaanse ‘harde schijf’ bevat magnifieke down loads. Op zolder vind ik zwartwit plaatjes, waaronder van een wedstrijd naast de Kuip in Rotterdam. Die opnamen zie ik als tribute voor vriend Reggy, smachtend naar een titel voor 010. Zo’n halve eeuw geleden speelden wij samen tegen de betaalde Feijenoord-jeugd, naast het befaamde stadion. Feijenoord 1 stond op het punt kampioen te worden, schalen met gebak stonden klaar in de catacomben, waar wij ons omkleedden. Helaas werd onze droom - voorwedstrijd op hoofdveld - op het laatst niet toegestaan. Op het bijveld hielden wij de Rotterdammers op een gelijkspel!

Op bijgaande foto ruil ik als aanvoerder onze clubvaan voor een 010-exemplaar. 

Op de andere foto staan Victoria-junioren met trotse leiders aan de voet van de Kuip.

Nog voor ik met jeugdvrienden Reggy Huguenin en Loek van der Werf aan de kantinetafel plaatsneem, loop ik in de bestuurskamer tegen mastodont Fred Habold en onverwoestbare Wout Appels aan. Ongelooflijk actieve clubmensen, toonbeelden van ware clubtrouw. Een langdurige band met de club heeft Loek van der Werf ook aan de dag gelegd. Eerst als speler, en nog steeds als trouwe supporter. Dat hij van kleine korfballer in kleurrijk Victoriaan transformeerde, herinner ik mij als de dag van gisteren.

Aan tafel babbelen Lodewijk, Reginald en ik over die, en die, en hoe is het met die. Het doet me goed een foto met Reggy en mijn persoontje aan de wand van het clubhuis te ontdekken. Dat wij als junioren met jeugdleider Fred Habold in een puike ploeg speelden, is aan bijgaande foto af te lezen, eveneens in een schoenendoos teruggevonden.

Het ‘eerste’ op het hoofdveld lokte ons snel balkonwaarts. Regenbuien en geen paraplu, voor de oude liefde moet je wat over hebben. Op het balkon herken ik (bal)kunstenaar Gerard van Kerkhof, man met verschrikkelijke pegel in de benen. Met een vernietigende uithaal trapte hij eens mijn enkelbanden aan flarden. Van een ploeg-ge-noot. Hoe raak kun je knallen. De prijsuitreiking op het veteranentoernooi kon ik schudden, de eerste-hulp-zuster op Zonnestraal wikkelde mijn ‘olifantenvoet’ in verband. Foutje, had gips moeten zijn. Einde veteranencarrière, voorval waarvan Gerard zich niets (meer) herinnert. Kan ik mij voorstellen, hij is immers (nog) ouder dan ik. Zijn geheugen zal niet van het formaat zijn dat Cor Winkel mij - al dan niet terecht - toedichtte.

Van de wedstrijd waarvoor ik was gekomen - tussen Victoria en mijn eerste club Wartburgia - heb ik niet alles gezien. Als je gezellig kunt keuvelen met een oude bekende als Nico Kreugel, nog zo’n clubman van formaat, of handen schudt met onder meer Gertjan van Norden, ontgaan je dingen die Cor in zijn column over de trainer van de Amsterdammers en over de scheids signaleert. 

Wat mij niet is ontgaan: Victoria was een klasse beter. Ik herken uitstekende techniek, verzorgd spel en … een buitengewone keeper. De 3-0 zege was slechts een bescheiden afspiegeling van het krachtsverschil. Een zoveelste kampioenschap lijkt mij voor de bijna 125-jarige onontkoombaar.

Ooit speelde ik in het ‘eerste’, zij het op zondag, ook met een bijzondere doelman onder de lat. Hij paste er net onder, maar kon zo óp de deklat gaan zitten. Daar heb ik in een nostalgische bui op mijn blog eens kond van gedaan. Dat verhaal met als titel ‘De kunst van mijn veldspel’ is voor liefhebbers terug te vinden door de naam Arjan van Knotsenburg te googelen. Deze sierlijke speler droeg eerst het geelzwart van ’t Gooi, later kwam hij naar Victoria. Op de eerste en tweede rij van de site staan foto’s met blauwwitte shirts, klik daar op en scroll door mijn teksten en plaatjes uit de oude doos. Oudgedienden zullen ervan smullen, zoals ik uit de attente reactie van Victoria’s secretaris Edwin van Eijk kon opmaken.

Overigens vraag ik Cor tot slot langs deze weg wat die ‘oude Ford’ onder zijn column voorstelt. Het lijkt de eerste auto van mijn vader wel. Om Cor’s geheugen op te frissen stuur ik de Loosdrechtse Lindelaan-blondine op foto. Mag onder mijn verhaal geplaatst worden. Met haar slipte ik eens op het Slangenweggetje, in mijn vaders lichtblauwe Simca 1000, bolide met achterwielaandrijving. Ik had net mijn rijbewijs, hard gras en glad ijs waren mij te machtig. Reggy, op rokkenjagers-toneel ook sneller dan ik, herkent de diva ongetwijfeld. Ik vermoed dat haar foto ook bij hem op zolder ligt, net als bij mij tussen mijn memorabele Victoria-voetbal-parafernalia.

Foto’s